Ziekte van Von Willebrand bij honden (bloedstollingsziekte)

Laatste update: 21 mei 2022

De ziekte van Von Willebrand bij honden kan zeer gevaarlijk zijn. Hierbij heeft het dier problemen in de bloedstolling, waarbij plotseling en langdurig bloedverlies kan ontstaan. Dit is erfelijk belast en treft allerlei verschillende hondenrassen.

Wat houdt deze aandoening in? Kan je hond hiervan genezen? En wat is belangrijk in het voorkomen van deze ziekte? Lees hier alles over de ziekte van Von Willebrand.

Oorzaak

De ziekte van Von Willebrand bij honden kan grote gevolgen hebben op de gezondheid van je viervoeter. Het is een aandoening die negatief effect heeft op de bloedstolling. Helaas is deze problematiek erfelijk belast.

Maar waar ontstaat deze bloedstollingsziekte precies door?

Wanneer je hond gewond raakt, zal het lichaam gelijk aan de slag gaan om het gat te dichten en de bloeding te stelpen. Dit gebeurt door middel van het stollingsproces, waarbij een korst gevormd wordt.

Bij de beschadiging van een bloedvat komt collageen vrij. In het bloed, zitten echter deeltjes die de Von Willebrandsfactor (VWf) heten. De factor is vernoemd naar zijn ontdekker, de Finse dokter Eric von Willebrand.

Deze bijzondere eiwitten activeren het bloedstollingsproces, zodra ze met het vrijgekomen collageen in aanraking zijn gekomen. Hierdoor haken bloedplaatjes vast aan de VWf en aan elkaar. Zo wordt het beschadigde bloedvat gedicht en vormt zich een korst.

Ook rode bloedcellen vormen een deel van deze afsluiting.

Hiernaast verzorgt de VWf het transport van een ander eiwit dat met de bloedstolling te maken heeft. Dit heet het stollingsfactor VIII (8).

Deze stollingsfactor is belangrijk in het dichten van het gat, omdat het de productie van fibrine stimuleert. Fibrine is een eiwit dat een draadjesnetwerk vormt, waar bloedplaatjes en rode bloedcellen in blijven hangen. Ook dit helpt bij het afdichten van de wond.

Bij de ziekte van Von Willebrand, is dit gehele proces verstoord. De VWf werkt niet of minder goed, waardoor de bloedstolling niet correct kan plaatsvinden. De aandoening kan ook voorkomen bij mensen en katten.

De Von Willebrands ziekte kent 3 verschillende typen.

Type 1 – Verlaagde VWf aanmaak. Hond bloedt ietsje langer dan gewoonlijk

Type 2 – Afwijkende textuur van VWf. Hierbij kan de hond ook in bindweefsel, spieren en gewrichten bloeden

Type 3- Totale afwezigheid van VWf. Geeft plotselinge en grote bloedingen, zeer gevaarlijk.

Van dit rijtje komt Type 1 het meeste voor, vooral onder de Berner Sennen, Drentsche Patrijshond, Dobermann, Poedel en Friese Stabij. Type 2 wordt geregeld gezien bij de Duitse Staande korthaar en Duitse Stande draadhaar). Type 3 is zeer ernstig en wordt vaker gezien bij de Schotse Terriër, de Sheltie (Shetland Sheepdog) en het Kooikerhondje.

Zo’n bloeding kan zeer gevaarlijk zijn, vooral als je niet weet dat je hond deze aandoening heeft. Maar hoe herken je de ziekte van Von Willebrand bij honden?

Symptomen

Wanneer je hond de ziekte van Von Willebrand heeft, merk je dit vaak al op relatief jonge leeftijd. Hier horen specifieke symptomen bij, zoals:

  • Bloedingen aan het mondslijmvlies (bv. bij tanden wisselen)
  • Geregeld bloed in de urine of ontlasting
  • Meer en langer bloedverlies tijdens de loopsheid
  • Meer (na)bloeden na een operatie, verwonding of bevalling
  • Slechte wondgenezing
  • Vaak terugkerende neusbloedingen

De ziekte kan echter het hele hondenleven onopgemerkt gaan, zeker wanneer het een licht type betreft.

Verder zijn er nog meer hondenrassen die bovengemiddeld vaak aan deze aandoening lijden, zoals:

Behandelen

De afwijking die bij de ziekte van Von Willebrand hoort, is terug te vinden in het DNA. Daarom is de aanwezigheid te testen bij ouderdieren, voordat ze gebruikt worden voor de fok. Maar ook jonge dieren kunnen hierdoor getest worden.

Hiernaast kan men een bloedmonster nemen om de diagnose te stellen. Hierin wordt gekeken naar de aanwezigheid van verschillende stollingsfactoren.

Helaas is er geen medicatie om de ziekte van Von Willebrand bij honden te genezen. De hond kan echter wel behandeld worden en heeft over het algemeen extra zorg nodig.

Zo kan bij een flinke bloeding de wond dicht gebrand of afgebonden worden, zodat het bloeden niet door kan zetten. Hiernaast kan men medicatie toedienen waardoor de opgeslagen VWf in het lichaam vrij zal komen.

Ook kan men andere stollingsfactoren toedienen, zodat zijn extra hun werk doen om het stollingsproces toch nog succesvol te laten verlopen. Wanneer dit niet mogelijk is, kan een bloedtransfusie de enige overgebleven optie vormen.

Voorkomen

Helaas is er geen manier om deze ziekte via de verzorging van je hond te voorkomen. Er is geen vaccinatie en het goed verzorgen van je dier zal wel helpen, maar niet preventief.

Daarom is het belangrijkste punt bij voorkomen, dat er niet met dieren gefokt worden die deze ziekte onder de leden hebben. Niet elke pup zal onder de ziekte lijden, maar kan wel drager zijn. Hierdoor geven ze de ziekte op hun beurt weer door aan de volgende generatie.

Vroeger werd de ziekte van Von Willebrand bij honden regelmatig gezien. Hierdoor was het een streng punt van aandacht in de serieuze fokkerij.

Gelukkig werpt het harde werk en strenge selectie hun vrucht af. De ziekte wordt in Nederland steeds minder vaak gezien.

Toch blijft het een belangrijk punt, willen we deze ziekte geheel uitbannen. Dit betekent niets voor de huidige, aangedane populatie. Alleen dat ze geen pupjes mogen krijgen.

En wie heeft er pupjes nodig, als je de leukste baas van de wereld hebt? Dan heb je het veel te druk met leuke dingen doen.