De Drentsche Patrijshond is al heel lang een bekend gezicht in Nederland. Ze zijn specifiek gefokt als hulp bij de jacht, maar ook als trouwe bewaker van het erf.
Tijdens de jacht is deze hond een ‘staander’, die het wild aanwijst voor de jager en na het schot ophaalt.
Dit gedrag vertonen ze van nature, waardoor de jachttraining vanzelf lijkt te gaan. Toch dient men extra aandacht aan het appèl te besteden, door het onverminderde enthousiasme van de hond.
Ben je nieuwsgierig geworden naar dit Nederlandse ras?
Lees dan hier alles over de Drentsche Patrijshond.
Achtergrond van de Drentsche Patrijshond
De Drentsche Patrijshond is een van ’s Nederlands oudste hondenrassen. In de 16e eeuw kwamen er middelgrote jachthonden vanuit Spanje onze grens over. Deze dieren zijn de voorouders van de Patrijshond, evenals andere bekende jachthonden zoals de Wetterhoun, Friese stabij en het Kooikerhondje.
In het oosten van Nederland zocht men een hond om in de woeste heide te helpen met de jacht. Deze hond moest snel en lenig zijn, maar ook gehoorzaam en waakzaam.
Zo ontstond er een atletische jager, die ingezet werd op de jacht op veerwild en haarwild. Maar tijdens deze jacht stond deze zogenoemde ‘staander’ perfect onder appèl.
De hei werd systematisch afgestruind, op zoek naar een slachtoffer. Werd deze gelokaliseerd, dan bleef de Drentsche Patrijshond stil en stokstijf op zijn plek staan, met de voorpoot en staart geheven en de neus de juiste kant op.
Zo wees hij het wild aan voor de jager.
De jager kon de hond gemakkelijk vinden, doordat de witte vachtkleur goed afstak tegen de heivelden en akkers. Wanneer het wild door het baasje geschoten was, haalde de hond de prooi op en bracht hem terug bij de jager. Wat een team!
Hiernaast was de hond een echt maatje voor in en om het huis, die in het gezin betrokken werd en het erf bewaakte.
Vandaag de dag zit de jager nog steeds in het bloed van dit ras. Menig eigenaar zal tijdens de wandeling een ‘aanwijzing’ krijgen. Daar zit hij, baasje!
Uiterlijke kenmerken
Volgens de rasstandaard is de Drentsche Patrijshond een evenredig gebouwde hond, met aanleg voor kracht en snelheid. Ze zijn intelligent en pakken hun jachttaken als van nature op.
De kop is wigvormig met een rechte, ietwat smal toelopende snuit. De ogen liggen relatief ver uit elkaar en zijn ovaal gevormd. Ze zijn groot en doorgaans amberkleurig.
De oren zijn hoog aangezet en breed. Deze worden hangend gedragen en lopen aan het uiteinde in een lichte punt.
De nek is middelmatig lang en loopt vloeiend over in een rechte, middelmatig lange rug. De borst is diep en ruim, maar niet ton-vormig.
De staart is lang en reikt ongeveer tot de hak. Deze wordt hangend gedragen en loopt tijdens activiteit nagenoeg recht met een lichte welving aan het eind. De staart is sterk bevederd, net als de oren, broek en achterzijde van de voor- en achterbenen.
De vacht is dicht en strak aanliggend. Bij de hals en borst is de beharing echter langer, waardoor de hond in het geheel langharig oogt. Op de rug mag het haar lichtjes golven.
De vachtkleur is zonder uitzondering wit met bruine platen, waarbij spikkels of schimmelkleurige platen echter toegestaan zijn.
Reuen zijn 58 tot 63 centimeter aan de schoft en wegen tussen de 30 en 35 kilo. Teven zijn iets kleiner, met 55 tot 60 centimeter en 25 tot 31 kilo lichaamsgewicht. De Drentsche Patrijshond wordt circa 12 tot 13 jaar oud.
Karaktereigenschappen van de Drentsche Patrijshond
Dit ras is over het algemeen een goedgeluimd en ondernemend type. De Drentsche Patrijshond heeft altijd wel zin in een lolletje en steekt graag overal zijn neus in.
Naar zijn gezin is hij vriendelijk, verdraagzaam en aanhankelijk. Daarom zijn ze goed met andere huisdieren en kinderen. Laat een hond echter nooit met kinderen alleen, een ongeluk zit in een klein hoekje.
Naar vreemden zal de Drentsche Patrijs zich gereserveerd opstellen en liever eerst de kat uit de boom willen kijken. Zul je echter ongenodigd het erf op komen, dan zal deze waker dit aan de hele buurt laten weten.
Naar hun eigenaar toe zijn deze honden aanhankelijk en lief. Ze worden dan ook graag bij het gezinsleven betrokken en vinden alleen zijn niet geweldig. Hier dien je dus extra tijd voor uit te trekken in de opvoeding.
Verzorging en gezondheid
De vacht van de Drent wordt alom geprezen. Deze heeft maar eens per week een goede borstelbeurt nodig en is zelfreinigend. Dit betekent, dat je hond alleen maar gewassen hoeft te worden met hondenshampoo wanneer hij in iets heel smerigs heeft gelegen of gerold.
Is de hond nat van de regen? Of vies van een plas? Op laten drogen, doorborstelen en klaar is kees!
Helaas kent dit ras wel wat gezondheidsproblemen.
Één van de belangrijkste erfelijke aandoeningen hierbij is epilepsie. Dit is een neurologische aandoening, waarbij de activiteit van de hersencellen tijdelijk verstoord wordt. Dit leidt tot abnormaal gedrag (spierkrampen en vermindering van bewustzijn) en zelfs epileptische toevallen (stuipaanvallen en verlies van bewustzijn).
De ziekte van Von Willebrand komt helaas ook voor. Dit is een probleem in de bloedstolling, waardoor hevige bloedingen of slechte wondgenezing ontstaat. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben.
Ook wordt cryptorchirdie gezien bij dit ras, waarbij één of beide teelballen niet indalen. Deze blijven in de buikholte achter, de een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van tumoren. Dit kan effect hebben op de vruchtbaarheid en gedragingen van de hond, door de afwijkende hormoonhuishouding.
Hiernaast zien we geregeld heupdysplasie bij de Drentsche Patrijs. Dit is een erfelijk belaste aandoening, waarbij de onderdelen in het gewricht niet goed op elkaar aansluiten. Daardoor kan er in rap tempo slijtage plaatsvinden, wat veel pijn veroorzaakt.
Ook zijn er wat oogaandoeningen bekend.
Hierbij ziet men geregeld de ontwikkeling van Progressieve Retina Atrofie (PRA). Hierbij verslechtert het netvlies van het oog. De hond wordt eerst nachtblind, waarna hij langzaamaan helemaal blind wordt. Dit proces is helaas onomkeerbaar.
Ook distichiasis komt voor, waarbij de onderste wimpers het hoornvlies irriteren. Dit kan voor beschadigingen, eindeloze ontstekingen en blindheid zorgen.
Ook ziet men wel Membrana Pupillaris Persistens (MPP) ontstaan, al komt dit niet heel vaak voor. Dit is een aangeboren oogziekte waarbij de bloedvatrestjes van voor de geboorte nog steeds aanwezig zijn. Bij een blokkering aan de voorzijde van de ooglens kan grauwe staar (cataract) ontstaan.
Opvoeding
Dit ras staat bekend om zijn aangeboren talent voor samenwerken. Het talent is zelfs zo sterk aanwezig, dat men zegt dat deze hond amper begeleid hoeft te worden in het juiste jachtgedrag.
Voor elke hond is het echter belangrijk om op een vriendelijke, consequente wijze de huisregels en socialisatie doorgeloodst te worden. Ze zijn intelligent en zeer baasgericht, wat hierbij zeker in je voordeel speelt.
Dit maakt de Drentsche Patrijshond echter niet slaafs en zeer gehoorzaam. Ze zijn erg gedreven, waardoor het appèl veel aandacht verdient. Ze zijn echter constant bezig met hun baasje, waar deze zich bevindt en wat deze van hen wil.
Daarom is het absoluut onnodig dit ras met de harde hand te trainen. Ze zijn gevoelig, pienter en werken graag samen. Met geduld en een consequente leerwijze kan deze slimmerik het meest!
Drentsche Patrijshond en beweging
Door hun origine als jager, is de Drentsche Patrijshond geen type om te bankhangen. Ze hebben dan ook relatief veel beweging nodig. Ze vinden het heerlijk om met het baasje op pad te gaan en hun benen te strekken.
Hierbij zijn lange wandelingen, naast de fiets lopen en zwemmen heerlijke bezigheden voor deze werker.
Maar de Drentsche Patrijs is een hond met een taak. Daarom dient deze slimmerik ook mentaal aan zijn trekken te komen. Honderd keer hetzelfde trucje is aan deze autonome teamspeler niet besteed.
Denk dus aan een jachtcursus, maar ook speuren en apporteren past heel goed bij de natuurlijke gedragingen van dit ras. Sporten als behendigheid en flyball zijn ook mogelijk, al kan de Drentsche Patrijs wel eens afgeleid raken door zijn neus.
Kijk eens baasje, daar!