Maagtorsie of maagkanteling bij de hond

Maagtorsie bij de hond (maagkanteling)

Een maagtorsie bij de hond kan in zeer korte tijd levensgevaarlijk worden. De hond moet bijna altijd geopereerd worden, dus is het spoed. Bij deze aandoening loopt het ene hondenras meer risico dan het andere.

Maar hoe weet je of jouw hond hiervoor gevoelig is? Is een maagtorsie gemakkelijk te herkennen? En hoe kun je deze akelige situatie voorkomen? In dit artikel geven we je alle belangrijke informatie over maagtorsies.

Maagtorsie bij de hond

Een maagtorsie bij de hond staat ook wel bekend als een maagkanteling of een maag(ver)draaiing. Officieel echter, heet deze aandoening maagdilatatie (vergrote maag) volvulus (draaiing). Zo’n 20 tot 25% van de grote hondenrassen krijgt hier in hun leven mee te maken.

Deze acute en levensbedreigende aandoening, is voor elke hondeneigenaar een aandachtspunt. Want bij een maagkanteling, moet je er héél snel bij zijn..

Maar wat houdt deze draaiing eigenlijk in?

Een maagtorsie bij de hond, is zo gevaarlijk omdat de maag om zijn eigen as heen draait. Tussen de slokdarm en de dunne darm in gelegen, heeft hij dus één in- en één uitgang. Maar wanneer er teveel ruimte is in de borstkas, kan de maag zo stuiteren dan hij één-, of zelfs tweemaal omdraait.

Door de draaiing wordt de ingang vanuit de slokdarm en uitgang naar de dunne darm afgesloten. Hierdoor kunnen de gassen die vrijkomen bij de natuurlijke gistingsprocessen, de maag niet meer verlaten. De maag zwelt op en zet druk op het middenrif.

Hierdoor krijgt je hond moeite met ademhalen. Door de blokkade worden er ook belangrijke bloedvaten afgesloten, waardoor je hond zuurstofrijk bloed tekort komt.

Deze situatie kan binnen een paar uur penibel worden. De maagwand krijgt geen bloedtoevoer en begint af te sterven. Dit proces tast ook andere organen aan, zoals de darmen, nieren en lever.

Zo’n 20 tot 45% van de aangedane honden komt te overlijden.

Maar hoe ontstaat deze kanteling eigenlijk?

Oorzaken van een maagtorsie

Waarom een maagtorsie precies ontstaat, staat vandaag de dag nog steeds ter discussie. We weten echter wel, dat bepaalde factoren het risico op een draaiing verhogen.

Grote hondenrassen hebben bijvoorbeeld een verhoogde kans op het oplopen van een maagtorsie. Dit heeft te maken met de aanwezige ruimte in de borstkas. Hoe groter de ruimte, hoe meer beweeglijkheid de maag kan hebben.

Daarom zijn vooral de volgende rassen risicohebbers:

Hiernaast hebben reuen door hun bouw een verhoogd risico en zien we de aandoening het meest op middelbare leeftijd voorkomen. Ook lopen honden met ondergewicht of algehele nervositeit grotere kans.

Uit onderzoek is gebleken, dat de gevoeligheid voor een maagtorsie erfelijk belast is.

Ook komt de aandoening vaker voor bij honden met andere maagdarmproblemen, een miltverwijdering of een verlengde aanhechting aan de lever (verlengd hepatogastrisch ligament).

Hiernaast weten we dat sommige voeding en manier van eten een maagtorsie in de hand kan spelen:

  • Één keer per dag gevoerd worden
  • Eten van kleine brokjes
  • Eten vanuit een verhoogde bak (boven de grond gesitueerd)
  • Geen variatie in voeding
  • Grote maaltijd
  • Onrust of activiteit net voor of na de maaltijd
  • Overeten
  • Schrokken
  • Teveel drinken
  • Voeding met veel plantaardige vetten

Type voeding (vlees, brok) en plotselinge veranderingen in voer, wekken naar alle waarschijnlijkheid geen maagtorsie op.

Symptomen van een maagtorsie

Door de heftigheid van de aandoening, is het belangrijk om een maagtorsie bij honden zo snel mogelijk te herkennen. Vaak zijn de symptomen zeer specifiek en heeft een alerte eigenaar snel door dat er iets mis is.

De symptomen zijn namelijk:

  • Algehele onrust
  • Bleke slijmvliezen
  • Dalende lichaamstemperatuur
  • Hartritmestoornissen
  • Hijgen
  • Kwijlen
  • Loos braken
  • Opgezette, harde buik (vooral aan de linkerzijde)
  • Pijnsignalen, zoals janken en piepen, aandacht zoeken of zich juist verstoppen en vreemde houdingen aannemen en deze niet lang volhouden
  • Shock
  • Verhoogde hartslag
  • Verzwakking

Vermoed je een maagtorsie of weet je het niet zeker? Neem dan zo snel mogelijk contact op met een dierenarts. Zij kunnen je adviseren wat te doen.

Een maagtorsie bij de hond behandelen

Een maagtorsie bij de hond is altijd, altijd een spoedgeval. De hond moet binnen zeer korte tijd (1 à 2 uur) geholpen worden, om kans te hebben op overleving.

Bij aankomst gaat de hond gelijk aan het infuus, om eventuele shock te behandelen. Hierbij wordt de bloeddruk hersteld. Ook pijnstilling wordt gelijk toegebracht.

De dierenarts zal met een slang proberen de maag te bereiken, om zo gas en maaginhoud te verwijderen. Kan de slang de maag niet bereiken, dan wordt vaak in de buikwand een holle naald aangebracht waardoor het gas ontsnappen kan.

Kan de slang nog steeds niet ingebracht worden, dan zal de dierenarts de hond opereren. De maag wordt dan operatief geleegd, waarna deze handmatig teruggedraaid zal worden.

Tijdens de draaiing van de maag, draait de milt ook mee. Deze zit namelijk aan de maag vast. Komt na het operatief herstel de doorbloeding van de milt niet meer op gang, dan wordt deze verwijderd.

Hiernaast worden eventueel afgestorven delen van de maagwand weggehaald.

De hond zal de opeenvolgende 3 dagen onder controle staan voor het ontwikkelen of terugkomen van hartritmestoornissen.

Overleeft je hond de maagtorsie, dan is de kans op herhaling helaas zeer groot. Er is namelijk kans, dat de aanhechting van de maag aan de lever (hepatogastrisch ligament) uitgerekt is. Zo ligt de maag minder vast en krijgt meer speling.

Hierdoor kan de kans op herhaling wel 80 prcent zijn!

Vaak zet de dierenarts daarom de maag vast aan de buikwand. Dit noemt men een gastropexie, waardoor de kans op herhaling nog maar 5 à 10% is.

Maagkanteling voorkomen

Een maagtorsie voorkomen, bestaat vooral uit preventieve handelingen die met voeding te maken hebben. Wanneer je hond echter een verhoogd risico heeft, kun je ook de maag preventief laten vastzetten aan de buikwand.

Vaak is deze ingreep vanaf een leeftijd van 6 maanden mogelijk. Om deze reden, wordt het vaak gecombineerd met de castratie of sterilisatie.

Hiernaast is het altijd belangrijk, de volgende regels in acht te houden met voeren:

  • Voer je hond minstens twee keer per dag, eerlijk verdeeld over 24 uur. Heeft je hond verhoogd risico, dan is zelfs 4 à 5 keer een kleine portie gewenst
  • Voer je hond altijd op een rustige plek
  • Zet de voerbak altijd op de grond, eten vanaf een verhoging zorgt voor luchtzuigen. Deze lucht bereikt de maag en kan een dilatatie (vergroting) en draaiing veroorzaken
  • Voer grote brokken of stukken in plaats van kleine
  • Voer op een rustig moment, dus niet net voor of na een drukke wandeling
  • Neem na het voeren twee uur lang rust en laat je hond geen dolle dingen uithalen

Door de genetische aanleg die een dier kan hebben, wordt zeer afgeraden om te fokken met ouderdieren die een maagtorsie hebben gehad.