Home   /   Hondenrassen

Labrador Retriever

Laatste update: 26 augustus 2019
labrador retriever

De Labrador Retriever, of kortweg Labrador, is niet meer weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld.

Als meest populaire hondenras van dit moment kom je zijn vrolijke, aandoenlijke kopje dan ook geregeld tegen in tijdschriften en reclames.

Hij is niet alleen de ideale gezinshond, ook als hulp- en drugshond draagt de Labrador zijn steentje bij.

Is deze vrolijke waterrat iets voor jou?

Kom hier meer te weten over de Labrador Retriever en ontdek of dit hondenras bij je past.

Overzicht

Temperament: vriendelijk, actief, extravert, intelligent
Hoogte: Reu: 57–62 cm, Teef: 55–60 cm
Gewicht: Reu: 29–36 kg, Teef: 25–32 kg
Levensverwachting: 10 tot 14 jaar
FCI groep 8: Retrievers, spaniels en waterhonden

Achtergrond

De Labrador Retriever komt oorspronkelijk uit Newfoundland, Canada. Hier had zich een hondenras ontwikkeld met de naam “Newfoundland”, dat uit twee typen honden bestond.

Een groot, langharig type werd gebruikt om de slee te trekken.

Maar een kleiner, stevig dier haalde de netten voor hun vissersbaasjes uit het water. Hiernaast apporteerde hij de vissen die stiekem uit het net glipten.

Door de zwemvliezen tussen de tenen, een weerbestendige vacht en korte, krachtige ‘otterstaart’ was deze hond hier prima voor geschikt.

Rond 1812 benoemde kolonel Peter Hawker de twee types tot verschillende hondenrassen. Dit werden de Newfoundlander en de Labrador Retriever (ook wel “St. John’s hond” genoemd).

Het verhaal gaat, dat de Labradors omstreeks 1820 door de vissers meegenomen werden naar Engeland.

Eind 19e eeuw raakte de Engelse adel verslingerd aan dit ras en kruiste ze met Engelse jachthonden. De gehoorzaamheid, werklust en het uithoudingsvermogen van de Labrador Retriever kwam hierbij goed van pas!

Rond 1950 kwam de Labrador Retriever naar Nederland. Hier heeft deze lieve waterrat in stijgende lijn aan populariteit gewonnen.

In 2011 waren er zo’n 40.000 geregistreerde Labradors en was hun rasvereniging de grootste van Nederland!

Lees ook: Labradoodle

Uiterlijke kenmerken

labrador retriever uiterlijke kenmerken

De Labrador Retriever is een actieve hond die gekenmerkt wordt door zijn brede, stevige lichaamsbouw en toegewijde, flexibele karakter.

De brede kop heeft een brede snuit en middelmatig grote, bruin gekleurde ogen. De oren worden hangend gedragen en liggen dicht tegen de kop.

De hals is krachtig en gaat over in een gewelfde, brede borstkas en rechte rug. De staart is dik aangezet en loopt uit in een lichte punt. Deze wordt hangend gedragen en is dik behaard zonder bevedering.

Hierdoor wordt het ook wel een “otterstaart” genoemd.

De vacht is dicht, hard en kort. Toegestane kleuren zijn zwart, blond en chocoladebruin. De blonde kleur wordt ook wel “geel” genoemd en mag variëren van licht roomkleurig tot vossenrood.

Reuen worden zo’n 56 tot 57 cm hoog aan de schoft, teven rond de 54 tot 56 cm. Hun ideale gewicht zit tussen de 25 en 35 kilo, afhankelijk van geslacht en lichaamsbouw. De Labrador wordt zo’n 11 tot 12 jaar oud.

Meer lezen over de uiterlijke kenmerken? Bekijk de rasstandaard pagina van de Nederlandse Labrador Vereniging.

De labrador lijkt qua uiterlijk op de Golden Retriever, deze twee honden worden nog wel eens door elkaar gehaald.

Karaktereigenschappen

De Labrador Retriever is over het algemeen een vriendelijk, vrolijk type. Hij is graag bij mensen te vinden, daarom komen agressie en schuwheid maar weinig voor.

Hij is het liefst bij zijn baasje in de buurt. Hierdoor heeft het alleen thuis zijn soms wat extra aandacht nodig. Toch is de Labrador geen hond die zich snel opwindt.

Ze behagen het baasje graag, waardoor ze vaak gehoorzaam en trainbaar zijn. Met een correcte, complete opvoeding kunnen ze doorgaans prima met kinderen overweg.

Toch kunnen Labradors erg onstuimig zijn, soms zelfs eigenwijs. Hun sociale en opgewekte natuur is dus geen reden om kinderen onbeheerd achter te laten met de hond.

Door hun vriendelijke aard kunnen Labradors doorgaans uitstekend overweg met andere huisdieren, mits ze goed gesocialiseerd zijn.

Verzorging en gezondheid

labrador retriever verzorging

Door zijn korte, gladde vacht heeft het uiterlijk van de Labrador niet veel aandacht nodig. Eens per week doorkammen met een zachte borstel is voldoende.

Daarentegen zijn ze gek op water! Dus heb je na de wandeling een modderige of natte hond? Spoel hem dan met schoon, lauw water af en droog hem goed.

Wil je de hond wassen? Lees dan ons artikel Je hond wassen.

De Labrador Retriever is een vrij gezond ras, echter enkele gezondheidsproblemen komen regelmatig voor.

De eerste is heup- en elleboogdysplasie. Dit is een aandoening waarbij de onderdelen in het gewricht niet goed op elkaar aansluiten. Hierdoor kan er in een snel tempo slijtage plaatsvinden. Dit is erg pijnlijk voor de hond.

Deels is deze aandoening erfelijk. Maar leefstijl – beweging en belasting van de gewrichten – speelt ook een belangrijke rol in het ontwikkelen van heup- en elleboogdysplasie. Door de genetische aanleg tot obesitas (overgewicht) van de labrador vormt dit een belangrijk aandachtspunt.

Ook zijn er drie erfelijke oogaandoeningen bekend.

  • Progressieve retina atrofie. Hierbij wordt het netvlies steeds slechter, waardoor de hond uiteindelijk helemaal blind wordt.
  • Retina dysplasie. Hierbij zitten de twee lagen van het netvlies niet goed op elkaar. Dit zorgt voor blinde vlekken of totale blindheid en is meestal onbehandelbaar.
  • Grauwe staar (of cataract). Een oogziekte waarbij het oog vertroebelt en de hond vaak totaal blind wordt.

Het is dus belangrijk om beide ouderdieren op erfelijke aandoeningen te testen, voor het plannen van een nest met pups.

Zo houden we het ras gezond!

De Labrador heeft soms ook last van huidproblemen. Vaak komt dit voor als allergische reactie op huisstofmijt, pollen of voeding. De juiste voeding is belangrijk voor een goede lichaamsontwikkeling van je hond. Het helpt gezondheidsproblemen te voorkomen.

Laat je daarom adviseren door een dierenarts of professional.

Opvoeding

labrador retriever pup

Van nature vindt de Labrador alles om zich heen leuk. Soms een beetje te leuk! Daarom moet tijdens de socialisatie aandacht besteed worden aan het negeren van prikkels.

Prikkels zijn dingen die de hond stimuleren, zoals andere honden, wandelende mensen, rijdende auto’s. Wanneer de pup leert dat niet alles een reactie vereist, creëer je rust en aandacht.

Dit is niet alleen waardevol voor de hond, maar ook voor de eigenaar. Wanneer er niet gesprongen, aan de lijn getrokken of continu geblaft wordt, is er meer overzicht en heb je de situatie beter onder controle.

Daarnaast moet de pup aan veel nieuwe mensen, dieren en situaties wennen. Hoe meer rust er tijdens de introductie van nieuwe prikkels bestaat, hoe beter de pup dit kan verwerken. En hoe beter hij er later mee om kan gaan!

Puppycursus en eventuele vervolgcursussen kunnen helpen om een evenwichtige en gehoorzame hond te krijgen. De honden hebben onder begeleiding contact met elkaar en de eigenaar wordt systematisch door het opvoedingsproces geleid.

Grote kans dat de Labrador deze cursus met veel plezier volgt. Ze hebben namelijk een enorme drang om hun baas te behagen. Samen met het baasje is het leukste wat er is!

Met een vriendelijke, rustige en duidelijke training smeed je een sterke onderlinge band. Besteed voldoende tijd een aandacht aan de opvoeding, dan is de Labrador een vriend voor het leven.

Beweging

labrador retriever rent in water

In zijn jonge jaren is deze hond erg actief en heeft veel beweging nodig. Ook om goed op gewicht te blijven, ze hebben helaas aanleg voor overtollige kilo’s.

Gehoorzaamheidscursus, apporteren, speuren of jachttraining? De Labrador Retriever vindt het helemaal geweldig.

Hij is nu eenmaal gefokt op veel bewegen, dus stilzitten doet hem zowel lichamelijk als geestelijk geen goed. Hierbij liggen gedrags- en gewrichtsproblemen op de loer.

Geef een jonge hond echter genoeg rust om te groeien. Ver wandelen en lang apporteren kunnen een negatief effect hebben op de gevoelige heup- en ellebooggewrichten. Ook traplopen, gladde vloeren en wild spelen met andere honden moet beperkt worden.

Zwemmen met je hond en naast de fiets lopen zijn een prima manier om voor een goede spieropbouw te zorgen. Bouw alle beweging echter langzaam op, om het lichaam gezond te houden.

Doe hiernaast kalm aan met hoge temperaturen (20 °C of hoger), zo voorkom je blessures en oververhitting.