Het guitige kopje van de Labradoodle zien we in Nederland steeds vaker. Dit ras heeft de naam hypoallergeen te zijn, wat een verminderde kans op allergische reacties betekent. Hierdoor kan bijna elke hondenliefhebber deze vrolijke krullenbollen houden.
Ook wordt hun reputatie als kindvriendelijke, intelligente en loyale metgezel alom geprezen. Deze hond is heel energiek en heeft dus veel lichamelijke, maar ook geestelijke uitdaging nodig.
Is de Labradoodle wat voor jou? In dit artikel geven we je alle details van dit hondenras.
Achtergrond van de Labradoodle
Dit relatief jonge ras is oorspronkelijk afkomstig uit Australië. In 1989 kreeg een hulphondenorganisatie aldaar de vraag om een blindengeleidehond te vinden voor een allergische mevrouw.
Deze hond moest dus intelligent, rustig, werklustig en ook nog eens hypoallergeen zijn.
Willy Conran ging de uitdaging aan en begon de zoektocht naar een nieuw ras dat deze wensen kon vervullen. Hij begon door een Labrador Retriever met een Zweeds Poedelras te kruisen. Hij vond de vacht van de Labrador, gecombineerd met de intelligentie van de Poedel de ideale combinatie voor zijn wensen.
Later zijn er nog meer rassen in ‘gemixt’, zoals de Engelse en Amerikaanse Cocker Spaniël, de Curly Coat Retriever en de Ierse Water Spaniël.
De Labradoodle heeft dus heel wat verschillend bloed door zijn aderen stromen. Op deze manier werd hij precies gefokt voor de eisen van een hulphond!
Uiterlijke kenmerken
Volgens de rasstandaard is de Labradoodle een atletische, gracieuze verschijning.
Ze hebben een compact lichaam en een grote, ronde kop. De zachte, ronde, oren hangen omlaag en hun vriendelijke, bruine ogen moeten levenslust uitstralen.
De nek is licht gewelfd en loopt over in een middelmatig diepe borst en rechte, krachtige rug. De lendenen lopen licht af, de staart is laag aangezet.
De staart wordt doorgaans laag gedragen. Deze mag dus niet boven de rug uit krullen.
Er komen drie soorten vachten voor bij de Labradoodle. Curly (ook wel wolvacht genoemd), Fleece en Curly Fleece.
De Curly vacht bestaat uit kleine, stevige krulletjes die wel wat weg hebben van de typische Poedelvacht. De Fleece vacht is zacht en lang, met een golvende of licht krullende structuur. Deze lijkt – grappig genoeg – een beetje op de vacht van een Angora geit.
Het type Curly Fleece vacht is een combinatie van de twee voorgaande. Je ziet hierbij een Fleece vacht met wat sterkere krullen erin.
Vachtkleuren kunnen sterk variëren, van zwart tot ‘zilver’, tot rood of bruin.
Er zijn drie verschillende maten Labradoodles. De miniatuur, de medium en de standaard. De miniatuur is tussen de 35 en 42 centimeter hoog en weegt zo’n 7 tot 13 kg, afhankelijk van het geslacht en de lichaamsbouw.
De medium Labradoodle is zo’n 43 tot 52 centimeter hoog en weegt ongeveer 13 tot 20 kilo. De standaard is de grootste versie, met een stokmaat van 53 tot 63 centimeter hoog en 23 en 30 kilo zwaar.
Labradoodles worden ongeveer 10 tot 13 jaar oud.
Karaktereigenschappen van de Labradoodle
Deze hond staat bekend als enorm intelligent en werklustig. Ze zijn sociaal, vrolijk en houden ervan om lekker de clown uit te hangen.
Met de Labradoodle heb je het dus nooit saai!
Toch zijn deze vrolijke stuiterballen van nature ook rustig en vriendelijk. Hiernaast wordt gezegd dat de Labradoodle mensen feilloos aan kan voelen.
Deze combinatie maakt ze dan ook uitermate geschikt als hulphond.
De Labradoodle is vriendelijk naar vreemden, maar hun eigen familie is het allerbelangrijkst. Hij is dan ook geweldig met kinderen.
Door zijn talent voor stemmingen aanvoelen, is hij ook een perfect maatje voor kinderen met een gedragsstoornis. Hierbij voelt de Labradoodle zich verantwoordelijk en accepteert zijn vriendje voor wie hij is.
Toch dient de omgang met kinderen wel in de opvoeding meegenomen te worden. Dit is geen wonderhond die alles van nature perfect doet. Laat ze daarom niet met kinderen alleen totdat dit leerproces is afgerond, zowel voor kind als hond.
Wie ons artikel over de Labrador Retriever heeft gelezen, zal het niet verbazen dat de Labradoodle zelden agressief is en gék op water!
Spelen is zijn lust en zijn leven. Maar als er gewerkt moet worden, zal hij daar nooit te beroerd voor zijn.
Zijn baasjes gelukkig maken is prioriteit nummer één!
Verzorging en gezondheid
De Labradoodle is dus een echte waterrat. Dat betekent, dat hij ook alles wat enigszins met water te maken heeft adoreert. Modder, giersloten, het maakt hem allemaal niet uit.
Getverderrie, zul je denken. Maar dan heeft de Labradoodle opeens een fijne bijkomstigheid. Hij hoeft niet in bad!
Spoel met lauw water het ergste vuil weg en laat de hond gewoon opdrogen. Dit is snel gebeurd en ze stinken daarna absoluut niet.
Het overgebleven zand valt namelijk gewoon uit de droge vacht en blijft dus niet hangen om te gaan broeien en stinken.
Het bijzondere aan de vacht van de Labradoodle is dat deze nagenoeg niet uitvalt. Deze honden kennen dan ook geen ruiperioden. Toch heeft deze hond wel degelijk een goede vachtverzorging nodig.
Haren die wél uitvallen, blijven namelijk in de vacht hangen. Borstel de hond dus tenminste één keer per week goed door, anders heb je kans op vervilting.
Gelukkig vindt de Labradoodle dit enorm gezellig, mits hij hiermee rustig is geïntroduceerd.
Hoewel de Labradoodle over het algemeen een gezond ras is, komen er wel wat punten voorbij die minder ideaal zijn voor zijn gezondheid.
Het is bijvoorbeeld een gevoelige hond, dus allergieën komen af en toe voor. Dit uit zich in braken, diarree, jeuk, oorontstekingen en vachtproblemen. Het is dus belangrijk dat er met een voedingsprofessional of dierenarts over het juiste voer overlegd wordt.
Ook elleboog- en heupdysplasie ziet men geregeld. Dit is een erfelijk belaste aandoening, waarbij de onderdelen in het gewricht niet goed op elkaar aansluiten. Daardoor kan er in rap tempo slijtage plaatsvinden, wat veel pijn veroorzaakt.
Hiernaast zijn ze erg gevoelig voor oorontsteking. Er komt dan een nare geur uit de oren, de huid ziet rood en er zit veel bruin en zwart gekleurd oorsmeer bij de gehoorgang. Kijk dus regelmatig de oren na, op plukken haar die de gehoorgang in dreigen te groeien.
Lukt dit zelf niet? Klop dan even aan bij een hondentrimsalon.
Opvoeding
De Labradoodle lijkt het grote voorbeeld van iedere hond. Maar dat betekent niet, dat hij geen goede opvoeding nodig heeft.
Ook voor de Labradoodle is consequent de regels leren en duidelijke, uitgebreide socialisatie van belang.
Laat hem in rust wennen aan verschillende prikkels. Zo zal hij de informatie beter kunnen verwerken en heeft u meer controle over de situatie.
De Labradoodle vindt namelijk dingen al snel leuk. Maar als het leuk is, dan is het ook echt LEUK! En dat kan wel eens in jullie nadeel werken, want de Labradoodle is vaak een grote hond.
Wanneer je pup zoveel aandacht aan iedere ‘leuke’ prikkel geeft, wordt hij al snel overspoeld en mogelijk hyperactief. Wanneer de pup leert dat hij niet overal op hoeft te reageren, creëer je rust en aandacht.
De Labradoodle vindt het heerlijk om te spelen en te werken met de baas. Ze leren snel, maar hun enthousiasme kan de serieuze aandacht wel eens wegvagen. Dit kan resulteren in springen, blaffen of aan de lijn trekken.
Onthoud dat hem dit puur uit joligheid overkomt. Wees rustig en duidelijk, ga de hond nooit dwingen of fysiek straffen. Wees duidelijk met je commando’s en houd rust in de tent.
Gaat je hond uit zijn plaat zodra je de riem pakt om te gaan wandelen?
Gewoon rustig blijven staan en wachten tot hij zich op jou richt, is meestal al genoeg. Hij zal dan snel genoeg leren dat wanneer hij niets aan jou geeft, hij niets van jou krijgt. Deze hond heeft een enorme wens de baas de behagen, dus gebruik dat in je voordeel.
Puppycursus en eventuele vervolgcursussen kunnen helpen om een evenwichtige en gehoorzame hond te krijgen. De honden hebben onder begeleiding contact met elkaar en de eigenaar wordt systematisch door het opvoedingsproces geleid.
Neem hiernaast genoeg tijd om je Labradoodle niet alleen op het veld, maar ook in huis dingen te leren. Hij wil graag overal bij betrokken zijn, hierdoor heeft alleen thuis blijven extra oefening nodig.
De Labradoodle en beweging
Ken je ons artikel over de Labrador Retriever (nog)? Hun levensmotto was: werken met de baas. Bij de Labradoodle wordt dit gecombineerd met de leergierigheid en intelligentie van de Poedel.
Dit betekent dat de Labradoodle zowel fysiek als mentaal beziggehouden moet worden. Lekker veel wandelen, maar vooral los kunnen rennen en spelen is erg belangrijk voor deze hond.
Hiernaast zal hij speurwerk en gehoorzaamheidstraining helemaal het einde vinden, als je het afwisselend houdt. Deze hond heeft het trucje snel door, dus houd hem geïnteresseerd. Eigenlijk vindt de Labradoodle héél veel dingen leuk. Maar onthoud, het allerleukste vindt hij het met jou.
Dus als hij lekker veel meegenomen wordt met gezinsactiviteiten, heb je hem al heel gelukkig.
Een punt van aandacht bij beweging is de elleboog- en heupdysplasie. Laat je Labradoodle dus als jonge hond niet teveel wild spelen, draaien, achter ballen aan rennen en traplopen. Ook gladde vloeren moeten vermeden worden.
Naast de fiets lopen en zwemmen zijn prima manieren om voor een goede spieropbouw te zorgen. Maar voor alle beweging geldt, dat het langzaam opgebouwd moet worden. Doe het hiernaast rustig aan met hoge temperaturen, zo voorkom je blessures en oververhitting.