Bij de warme seizoenen hoort lekker zwemmen met je hond. Tenminste, als je hond het leuk vindt om te zwemmen.
En is het wel altijd veilig om te zwemmen met je hond?
Zwemmen kan een heerlijke verkoeling zijn, vooral tijdens de hete zomerdagen. Ook is het een perfecte manier van bewegen: alle zeilen worden bijgezet!
Maar wat als het enorm heet is buiten? Of je hond een hekel aan water heeft? Niet iedere hond plonst zomaar de sloot in.
Dat is eigenlijk maar goed ook. Hoewel zwemmen hartstikke leuk kan zijn, moet je ook met een aantal veiligheid- en gezondheidspunten rekening houden.
En hoe leer je een bange hond zwemmen?
In dit artikel vertellen we je alles over zwemmen met je hond!
Zwemmen met je hond
Omdat honden niet kunnen zweten, hebben ze soms wat hulp nodig met afkoelen. Wanneer het kwik stijgt, is in het water plonzen hiervoor de snelste manier!
Wij mensen zijn gek op zwemmen: tijdens zonnige dagen zijn het strand en onze zwembaden overbevolkt. Ook veel hondenrassen lusten er wel pap van.
Er zijn verschillende mogelijkheden om te gaan zwemmen met je hond. De meest simpele is natuurlijk het badje in de tuin. Er zijn speciale hondenzwembadjes op de markt, die niet snel stukgebeten of -gestoeid worden. Tuinslang erin, en je hebt waterpret aan huis!
Zorg er met zwemmen altijd voor dat je hond genoeg schoon water te drinken krijgt.
Hiernaast kun je met de hond naar het strand, of naar meertjes, sloten en strandjes in de buurt. Kijk wel goed na of je hond hier welkom is.
In de zomermaanden is er vaak beperkte toegang en sommige strandjes moeten helemaal hond-vrij blijven. Dit staat doorgaans aangegeven op bordjes aan de waterkant, of bij de ingang.
Tegenwoordig hebben we ook de luxe van hondenzwembaden, of zwembaden waar honden op gezette tijden welkom zijn.
Zwemmen is namelijk niet alleen leuk, maar kan ook als therapie werken. Wanneer je hond een botbreuk, kapotte spier of pees heeft gehad, ontlast de kracht van het water het beschadigde lichaamsdeel.
Op deze manier kan je hond langzaamaan sterker worden, zonder het beschadigde deel overmatig te belasten.
Hierdoor is zwemmen een heel verantwoorde manier van bewegen, en voorkomt het gewrichtsslijtage door sporten, traplopen en wilde spelletjes.
Veilig zwemmen met je hond
Samen onbezorgd zwemmen kan de hele dag goed maken. Lekker ravotten, spetteren en spelen met zijn baasje is voor je hond het leukste wat er is.
Maar om dit veilig te laten verlopen, is het wijs om rekening te houden met de volgende punten:
Chloor
Net als in mensenzwembaden, wordt bij hondenzwembaden soms chloor toegevoegd om het water schoner te houden.
Het is niet schadelijk als je hond hier een beetje van binnenkrijgt. Maar net als bij mensen, kunnen honden hier allergisch op reageren.
Algemene klachten zijn kortademigheid, hoesten en niezen. Spoel je hond goed af na het zwemmen in chloor of zout water, om overmatige inname bij het droog likken te voorkomen.
Eten
Geef je hond geen eten vlak voor de waterpret. Door de wilde spelletjes, het zwemmen en rond-geplons hebben ze verhoogde kans op buikpijn of zelfs een maagtorsie.
Hitte
Doordat hij niet goed kan zweten, krijgt je hond het al snel warm. Bij temperaturen boven de 20 graden is het wijs om op de warmste uren van de dag (tussen 11:00 en 16:00 uur) weinig te ondernemen met je hond.
Zorg er altijd voor dat je hond voldoende schaduw en rust krijgt.
Zwemmen is een behoorlijk inspannende bezigheid. En ook al klinkt wild spelen in een badje en zonnebaden leuk, hiervan kan je hond het veel te heet krijgen.
Laat ze na een verfrissende duik ook niet in de directe zon liggen: de natte vacht kan dan gloeiend heet worden!
Zorg er met zwemmen altijd voor dat je hond tussendoor rust neemt van alle inspanning. Hij moet lekker koel worden, niet warmer.
Ongelukken
Een ongeluk zit in een klein hoekje, wanneer alles nat en glibberig is.
Ook kan je hond wat over-enthousiast raken van alle waterpret. Hierdoor kan hij uitglijden, maar ook kramp (in koud water) en te lang onder water blijven (bijvoorbeeld tijdens een speeltje zoeken) vormen een risico.
Wees hiernaast altijd alert op de aanwezigheid van onderstroming, bij zwemmen in de zee of rivier.
Ongeschikt
Sommige honden zijn ongeschikt om mee te zwemmen, dit houdt in dat ze sneller in de problemen raken dan gemiddeld. Rassen met een sterk verkorte snuit (brachycefalie), zoals de mopshond, kunnen van zichzelf al moeilijker ademhalen.
Hiernaast moeten ze door hun korte nek meer moeite doen om hun kop boven water te houden. Ze kunnen het dus erg benauwd krijgen tijdens het zwemmen.
Hiernaast zijn rassen met een lang of zwaar lijf met korte poten (zoals de Basset Hound) ook minder geschikt: ze moeten veel trappelen voor weinig effect.
Hierdoor kan zwemmen te inspannend of stressvol zijn om leuk gevonden te worden. Wees hier op bedacht.
Schoon water
In onze zwembaden zit chloor om ongezonde organismen onschadelijk te maken. In de sloot achter je huis zit dat natuurlijk niet. Let altijd goed op of je hond in schoon (genoeg) water zwemt.
Dreiging van blauwalg (zeer giftig!), legionella (stilstaand water), botulisme (door algen) of leptospirose (door onder andere ratten urine en kadavers) liggen op de loer bij warm weer.
Zwemmen in stilstaand water wordt altijd afgeraden: hier hebben organismen vrij spel om lekker te broeien en groeien.
Je hond kan huid of maagklachten hiervan krijgen, maar ook wormen, bloedzuigers of andere parasieten komen op deze plekken ruimschoots voor.
Zwemmen met je hond: problemen
Maar wat als je hond nog niet kan zwemmen, of als hij een hekel aan water heeft?
Honden jonger dan een half jaar kun je beter nog niet laten zwemmen. Een beetje pootjebaden en plonzen is prima, maar succesvol zwemmen is een hele kunst. Dat kan nog te lastig zijn voor die kleintjes.
Laat een pup sowieso nooit alleen met water in de buurt. Sommige honden vinden water hartstikke leuk, maar vergeten in hun enthousiasme dat ze niet kunnen zwemmen. Oeps!
Je hond goed met water leren omgaan, begint bij de socialisatie. Wanneer een hond geregeld op een positieve manier met water in aanraking komt, is de kans op problemen aanzienlijk kleiner.
Gun je hond de tijd om te wennen. Laat hem ruiken en voelen aan het water, begeleid hem hierbij. Gaat hij eenmaal het water in, dan kan het helpen om met hem mee te zwemmen.
Wat ook kan helpen, is een ervaren hond meenemen. Als zijn vriendje zich geen zorgen maakt, waarom zou hij dat zelf dan doen?
Hiernaast kan een doel tijdens het zwemmen helpen, zodat ze in het begin wat afgeleid zijn van het water. Gooi bijvoorbeeld een bal of speeltje een klein (!) eindje het water in, en bouw de afstand op.
Laat je hond nooit te ver van de kant zwemmen, in verband met onderstroming, kou en eventueel vaarverkeer.
Met een beetje dollen aan de waterkant is helemaal niks mis. Maar aarzelt je hond om het water in te gaan?
Gooi of duw hem dan nooit zomaar het water in, hier kunnen ze enorm van schrikken. De schrik en al dat rond kolkende water kan echt een traumatische ervaring zijn.
Ze kunnen zich bezeren of door de paniek zelfs verdrinken. Staan ze eenmaal weer aan wal, dan hoeven ze nooit meer een druppel water te zien.
Vindt je hond water maar niks? Probeer dan wat verschillende dingen uit:
- Een sproeier
- Een zachte (!) straal van de tuinslag
- Spetteren en speeltjes in een ondiepe bak met water
- Een emmer water en sponsjes
Sommige honden houden gewoon niet van al dat water om zich heen. Terwijl ze misschien wat drupjes of een straaltje niet zo erg vinden. Zorg er in het begin voor dat je hond geen plens water over zich heen krijgt.
Hiervoor kan je sponsjes gebruiken, om het water rustig over zijn vacht te verdelen. Voorkom ook water in het gezicht; water in de neus of ogen is erg vervelend voor ze.
Heeft je hond eenmaal besloten dat hij water niks vindt, dan kan het opnieuw wennen lang duren. Het allerbelangrijkste hiermee is: geduld, beloning en respect voor de signalen van je hond.
Wanneer je hond ongedwongen de leuke kant van water kan zien, kan hij sneller bijdraaien dan je ooit had gedacht.
Lang leve de zomer, lang leve waterpret!