Siberische Husky is dominant over kleinere hond

Dominantie bij honden: is mijn hond dominant?

Dominant gedrag bij honden is een veel gebruikte term tijdens de training. De hond mag jou niet overheersen. Dominant gedrag zou er daarom voor zorgen dat hij zich minder naar jouw wensen schikt.

Maar wat is dominantie eigenlijk? En kun je de term wel op deze manier gebruiken? In dit artikel geven we uitleg over dominant gedrag bij honden.

Wat is dominant gedrag bij honden?

Dominant gedrag wordt tegenwoordig vaak aangedragen als reden van probleemgedrag bij honden. De hond zou zich niet gemakkelijk neerleggen bij de wensen van de eigenaar. Maar wordt de term hiermee correct gebruikt?

De voorouder van onze moderne hond is de Euraziatische wolf. Deze dieren leefden samen in troepverband, die bestond uit een familie. Vaderwolf, moederwolf en de nakomelingen.

Mannelijke nakomelingen zochten bij nadering van hun volwassenheid een eigen partner, en startten hun eigen troep.

Bij moderne wolven zien we veelal dezelfde structuur, net als bij andere wilde hondachtigen. In de familie zijn vader en moeder degenen met de meeste ervaring, waardoor zij de koers bepalen. Iedereen in de familie draagt bij om de kans op overleving te vergroten.

Hierdoor krijgen bijvoorbeeld de jongen als eerste te eten, vaak via de ouders.

Tegenwoordig zien we echter maar weinig tamme hondenfamilies, waardoor onze honden een troep vormen met de aanwezige soortgenoten in de buurt of hun huisgenoten.

En dat is waar het conflict ontstaat.

Een hiërarchische structuur vinden in zo’n gemêleerde groep, gaat niet zonder slag of stoot. Honden onderling  gebruiken daarom geregeld korte gevechten of schijnagressie om hun plekje af te dwingen.

In het samenleven met de mens, zien we dit conflict ook terug. Maar betekent dit dat de hond dominant is?

Dominant gedrag in de groep

Wanneer twee verschillende diersoorten nauw met elkaar gaan samenleven, worden hun onderlinge verschillen vaak behoorlijk duidelijk. Wij nemen een hond in huis, maar we zullen veel over elkaar moeten leren om zonder conflict zij aan zij te kunnen leven.

Hiernaast wordt de hond geacht zich te schikken naar de mensenmaatschappij. Doorgaans zien we, dat onze viervoeters geregeld alleen thuis zijn, netjes aan de riem moeten wandelen, zich sociaal moeten opstellen naar wildvreemden en naar iedereen moeten luisteren in huis.

Oftewel: de laagste in rang moet zijn.

Maar een hond wil overleven. En nog veel belangrijker: alles waar een mensenleven op is gebouwd, is niet vanzelfsprekend voor hem. Vaak is het zelfs tegen zijn natuur in.

We zien dus vaak dat honden zoekende zijn naar hun plaats in onze maatschappij. Hiernaast maken ze van pup naar volwassen dier belangrijke ontwikkelingsfasen mee. Net als wij.

Denk hierbij aan de puberteit. Hierbij stelt je hond (en onze menselijke tieners ook) alles ter discussie wat hij ooit heeft geleerd. Zo kunnen er conflicten ontstaan, omdat je puber zijn grenzen verkent.

Om je hond een veilige en harmonieuze plek te bieden in onze mensgerichte maatschappij, dien je hem goed te socialiseren en zo duidelijk, consequent mogelijk op te voeden.

Hierbij stel jij je op als leider, en hierbij dus het ouderdier, om de hond wegwijs te maken en zijn omgeving te laten begrijpen.

Niet omdat hij je wil overheersen, maar omdat onze maatschappij niet strookt met zijn natuurlijke gedrag. Dit heeft niets te maken met dat jij een alwetende, sterke “alpha” of “roedelleider” zou zijn, maar des te meer degene die de menselijke omgeving begrijpt.

Net als in de opvoeding van kinderen.

Krijgt een hond geen duidelijke begeleiding of consequente opvoeding? Dan kan dit voor problemen zorgen in jullie dagelijks leven. Denk hierbij aan de volgende situaties:

  • Agressie
  • Bedelgedrag
  • Slecht onder appèl staan
  • Voernijd of bezitterigheid
  • Herhaaldelijk “rijden” op andere dieren, honden of mensen
  • Ongewenst “hoeden” van mensen of dieren
  • Ongevraagde waaksheid

Maar komen deze problemen van dominant gedrag?

Dominante karaktereigenschappen van je hond?

Maar betekent het ontstaan van problemen tijdens de training of in het gedrag dat je een dominante, dus overheersende hond hebt?

Nee.

Vaak zien we het gebruik van de term “dominant” als een synoniem voor  “koppig”, “overheersend” of zelfs “agressief”.

Het is natuurlijk een feit, dat de ene hond gemakkelijker te begeleiden en te trainen is dan de ander.

Sommige honden behoren namelijk tot een ras dat gefokt is op zelfstandig beslissingen maken. Denk hierbij aan de Siberische Husky, die een groot deel van het jaar verantwoordelijk was voor zijn eigen overleving. Of Berner Sennenhonden, die zelfstandig de kudde moesten bewaken.

Andere honden hebben bijvoorbeeld nare ervaringen gehad in hun jaren voordat ze bij jou hun plekje geboden kregen. Slechte socialisatie, mishandeling en verwaarlozing zijn hier voorbeelden van.

En last, but not least, heeft elke hond natuurlijk zijn eigen gecombineerde pakketje van genen. Net als wij. De combinatie van eigenschappen die hij via zijn voorouders gekregen heeft, bepaalt in de basis wie hij is.

Vervolgens wordt hij door zijn levenservaringen verder gevormd.

Je kunt dus ook een koppig doerakje treffen! Het is vervolgens aan het baasje, om deze vasthoudendheid en narrige trekjes in goede banen te leiden.

Gedragsproblemen bij dominantie afleren

Wanneer je problemen ondervindt in het samenleven met je hond, is het belangrijk dat je aan de slag gaat met jullie samenwerking. Gedragsproblemen ontstaan namelijk door onderliggende problemen, zoals stress, onzekerheid of angst.

Hierbij kunnen onduidelijke training en nare ervaringen een grote rol spelen.

Daarom is het belangrijk, dat jouw hond erop kan vertrouwen dat jij de situatie onder controle hebt. En dat hij bij jou terecht kan om problemen op te lossen. Zo voelt je hond zich goed bij de koers die jij aangeeft.

Geef je geen duidelijke koers? Dan zal je hond zelf keuzes gaan maken om de situatie, zijns inziens, te verbeteren.

Bij het corrigeren van probleemgedrag, is het dus belangrijk om samen een duidelijke vorm van communicatie en een geldende set basisregels op te stellen.

Niet dat het baasje bijvoorbeeld eerder moet eten dan de hond. Of altijd als eerste de deur door moet.

Gelukkig zien we deze achterhaalde trainingsmethoden steeds minder vaak. In de opvoeding, zal je hond leren dat er consequenties aan zijn gedrag zitten. Dit hoeft niet door de dreigen, slaan of de hond met zijn neus in zijn uitwerpselen de duwen.

Je hond doet het niet “fout”, maar veel dingen zijn voor hem niet logisch of zijn nog niet goed genoeg aangeleerd.

Positieve aandacht voor het goede is daarom van groot belang. Net als het wegnemen van aandacht tot de hond zich wenselijk gedraagt. Denk hierbij aan een time out van een paar minuten in de bench, tot de kalmte is teruggekeerd.

Een angstige of drukke hond heeft namelijk geen ruimte in zijn hoofd om te leren.

Hulp bij gedragsproblemen

Ondervind je problemen in het samenleven met je hond? Laat hem dan altijd eerst nakijken door een dierenarts. Soms kunnen gedragsproblemen voortkomen uit lichamelijk ongemak of medische aandoeningen.

Denk hierbij aan bijvoorbeeld problemen in de hormoonbalans. Alleen wanneer er een medische oorzaak bestaat, kan het gebruik van medicatie helpen in het oplossen van het probleem.

Hiernaast is het bij het (her)opvoeden van een hond belangrijk om hulp te zoeken bij een gerenommeerd bedrijf. De trainers kunnen jullie begeleiden in het proces en je hebt meer middelen tot je beschikking voor een compleet trainingsprogramma.

Verlies hierbij nooit de behoeften van je hond uit het oog. Probeer aan de hand van jouw kennis over hem het trainingsprogramma te sturen. Neem altijd meer tijd voor een onderdeel, wanneer je dit nodig acht.

Bij problemen met agressie raden wij aan om professionele begeleiding te zoeken. Voorwaarde hierbij, is dat deze zich richt op het creëren van  positieve ervaringen en het agressieve gedrag te ontmoedigen, naast het opstellen van duidelijke onderlinge communicatie en basisregels.

Hierbij kunnen hulpmiddelen zoals een muilkorf gericht worden ingezet. Dit mag echter alleen in overleg met een professional. De training moet er hiernaast op gericht zijn om de onderliggende reden van het hulpstuk te behandelen.