Castratie of sterilisatie van je hond? Of toch maar niet?
Je teefje schijnzwanger, je reu rijdt al overal tegen op.
Je teefje loops en vinnig, je reu neemt continu de benen: op zoek naar loopse teefjes!
Zo bij elkaar kunnen hondeneigenaren heel wat situaties bedenken die door castratie of sterilisatie voorkomen of vergemakkelijkt kunnen worden.
Maar is de uitkomst van deze ingreep wel zo standaard als men denkt? En is het wel de juiste manier om bestaande problemen op te lossen?
In dit artikel kijken we naar de voor- en nadelen van het onvruchtbaar maken van de hond.
Castratie en sterilisatie van de hond
In Nederland zitten we aan een hardnekkig verschijnsel van misplaatste terminologie vast. In de volksmond wordt het onvruchtbaar maken van een teefje standaard ‘sterilisatie’ genoemd, bij reuen noemen we dit ’castratie’.
Het verschil zit ‘m echter niet in het geslacht van het behandelde dier, maar in de ingreep.
Sterilisatie en castratie kunnen beiden bij zowel reuen als teven plaatsvinden.
Het proces van sterilisatie bestaat uit het onvruchtbaar maken van het dier, door middel van het afbinden van de zaadleiders (vasectomie) bij de reu of de eileiders (sterilisatie) van de teef.
Het enige resultaat hiervan is dat de dieren geen nakomelingen meer kunnen produceren. Het hormoonhuishouden wordt totaal met rust gelaten.
Bij castratie gaat het er ingrijpender aan toe: hierbij worden de zaadballen of eileiders geheel verwijderd. Dit heeft tot gevolg dat de hormoonproductie verandert.
Zo wordt het dier niet alleen onvruchtbaar, maar wordt het gedrag ook beïnvloed.
De meeste hondeneigenaren willen hun hond laten ‘helpen’, omdat ze hinder ondervinden van het geslachts-gedreven gedrag: loopsheid, schijnzwangerschappen en weglopende viervoeters zijn nu eenmaal geen pretje.
Daarom wordt bij onze honden maar heel zelden sterilisatie uitgevoerd en zijn ze doorgaans gecastreerd.
Waarom je teef laten castreren
Teefjes worden van nature zo’n één à twee keer per jaar loops. Ze kunnen in die periode gedekt worden door reuen en drachtig worden. Ook verliezen ze wat bloed, hoeveel is per individuele hond verschillend.
Het bloed en de kans op zwangerschap zijn dingen om rekening mee te houden, echter zien we ook een verandering in gedrag. De teefjes worden behoorlijk fel, snel van streek of juist wat sloom.
Naast het minder aangename humeur van je lieve viervoeter, geeft zij ook signalen af dat ze vruchtbaar is. Hierdoor kun je door reuen lastig gevallen worden tijdens het wandelen, of loopt je teefje zelf een stoere vent achterna.
Ook al wordt je teefje niet succesvol gedekt tijdens deze periode, toch kan zij symptomen en klachten van zwangerschap ervaren: de schijnzwangerschap.
Het lichaam gedraagt zich alsof het teefje drachtig is, met alle hormonale gevolgen van dien. Nesteldrang, opgezette melkklieren en nervositeit worden de orde van de dag, en dat terwijl er helemaal geen puppy’s op komst zijn!
Het duurt wel even tot de teef haar gewone gedrag terug heeft, dus veel baasjes kiezen voor castratie om deze situaties te voorkomen.
Hiernaast heeft onvruchtbaar maken ook medische voordelen: onderzoek heeft aangetoond dat de kans op melkkliertumoren aanzienlijk verlaagd is (kleiner dan 1 procent) wanneer de teef bij zo’n 6-7 maanden oud gecastreerd wordt.
Deze tumoren komen voor bij 25 procent van de teven die 4 of meer keer loops zijn geweest.
Ook ziet men bij gecastreerde teven op oudere leeftijd minder vaak suikerziekte. Oudere ongecastreerde teven hebben ook grotere kans op baarmoederontsteking (pyometra), wat levensbedreigend kan zijn.
Is je hond geregeld schijndrachtig? Dan staat ze langer onder invloed van het zwangerschapshormoon progesteron, wat de kans op melkkliertumoren, suikerziekte en cysten plus ontstekingen in de baarmoederwand verhoogt.
Castratie bij de teef
De castratie is een efficiënte, standaard ingreep die onder volle narcose uitgevoerd wordt.
De dierenarts maakt een snee in de buik, waarna de eierstokken afgebonden en verwijderd worden uit de buikholte. Wanneer er een verdikking in de baarmoeder blijkt te zijn, wordt deze ook verwijderd om (verdere) ontsteking te voorkomen.
Tegenwoordig wordt een castratie ook wel via een kijkoperatie uitgevoerd. Hierbij maakt men twee à drie kleine sneetjes in de buik en vindt de ingreep plaats via een kleine camera. Deze ingreep is weinig ingrijpend en de hond gaat onder lichte narcose.
Een kijkoperatie is echter een stuk duurder, door de speciale training van de artsen en de gebruikte apparatuur.
Na de operatie wordt de wond gehecht en is het aan de eigenaar om de hond in de gaten te houden. De wond moet schoon blijven en mag niet open gebeten, gekrabd of gelikt wordt.
De volgende dag moet de hond weer gaan eten of drinken, is dit niet het geval dan is het wijs de dierenarts te raadplegen.
De hond moet nog zeker een week rustig aan doen en meestal zijn de hechtingen binnen 6-8 weken opgelost en verdwenen.
Jongere teven hoeven over het algemeen minder lang onder narcose en herstellen sneller van de ingreep dan oudere teven.
Waarom je teef niet laten castreren
Aan een medische ingreep zit natuurlijk altijd een risico. Zeker wanneer een hond onder volledige narcose gaat, is er de kans dat het lichaam zich niet genoeg meer kan herstellen voor gezond bewustzijn.
Ook al is het aantal beschadigde of zelfs overleden honden hierdoor erg klein; de onzekerheid bestaat altijd.
Na het verwijderen van de eierstokken produceert je teef geen oestrogeen (vrouwelijk geslachtshormoon) meer, waardoor de sluitspier van de blaas kan verslappen.
Dit kan met name bij de rassen Boxer, Bouvier des Flandres, Dobermann, Dwergpoedel , Ierse Setter, Riesenschnauzer en Weimaraner tot urineverlies leiden. Dit is goed te behandelen, de hond moet echter wel levenslang medicatie.
Ook kan de beharing van je hond minder mooi worden: de vacht wordt doffer en stugger, en kan op bepaalde plekjes zelfs (tijdelijk) verdwijnen.
Hiernaast worden sommige teven door de ingreep juist vinniger en feller in karakter, in plaats van actief en met gezonde opwinding.
Dit komt omdat de productie van oestrogeen en oxytocine (het ‘knuffelhormoon’) afneemt; hormonen waardoor een geïrriteerde teef kalmeert.
De kosten van een medische ingreep zijn meestal niet mis. Ook voor castreren geldt: hoe groter en zwaarder de hond en hoe ingewikkelder de ingreep, hoe hoger de kosten.
Castreren van een teefje kan de eigenaar zo tussen de 170 en 450 euro kosten, afhankelijk van deze factoren.
Dat honden van een castratie dikker worden, is een hardnekkige fabel. Wel gaat de spijsvertering een tandje lager werker: het eten wordt nu makkelijker in vet omgezet. Hier moet met de samenstelling en hoeveelheid van het gegeven voer rekening mee gehouden worden.
Waarom je reu laten castreren
Reuen kunnen het hele jaar loopse teefjes dekken, en als deze in de buurt zijn is dit meestal het enige waar je reu nog aan kan denken. Ontsnappen, serenades en tegen van alles op rijden kan voor de eigenaar van deze hitsige puber behoorlijk storend worden.
Ook het eeuwige ‘tegen ieder blaadje, struikje en takje plassen’ en geurvlaggen achterlaten kan met castratie worden verminderd.
Zo ook agressief gedrag naar andere reuen toe.
Echter, hoe ouder de reu op het moment van castratie, hoe minder groot de gedragsverandering zal zijn. Dit heeft te maken met het feit dat na een bepaalde periode gedragingen een gewoonte worden voor de hond.
Hiernaast heeft het castreren ook medische pluspunten: er zou minder kans zijn op testikeltumoren en prostaat- en voorhuidontstekingen.
Castratie bij de reu
Castratie van de reu heeft geen ideale leeftijdseis: vanaf 6 maanden oud is het mogelijk.
De dierenarts maakt een kleine snede in de balzak. Hierna worden de zaadstreng en bijbehorende bloedvaten afgesneden en dichtgemaakt. Zo worden één voor één de zaadballen verwijderd.
Ten slotte wordt de wond gehecht en mag de hond bijkomen en uitrusten.
Waarom je reu niet laten castreren
Net als bij de teef zit er aan de castratie van een reu het medische risico van de ingreep zelf.
Hiernaast kan de vacht veranderen door de aangepaste hormoonhuishouding en kan de hond (al dan niet gewenste) gedragsveranderingen ondergaan. Ze kunnen een stuk gematigder, maar ook hyperactiever gedrag gaan vertonen.
Alternatieve methode van castreren voor de hond
Bij de reu kan een implantaat, die via een holle naald onder de huid wordt geplaatst, de hormoonproductie een half jaar tot een jaar stilleggen.
Let op, de reu is pas na 6 weken met zekerheid onvruchtbaar.
Ook kan men kiezen voor een prikpil, die bij teven om de vijf maanden en bij reuen om de vier weken gegeven moet worden. In deze gevallen spreken we van ‘chemische castratie’.
Wees ervan bewust dat de verschijnselen bij je hond niet alleen door hormonen en paringsdrang gecreëerd hoeven te worden; dit kan ook aangeleerd gedrag zijn.
Overleg daarom altijd met een dierenarts of gedragstherapeut, voordat de beslissing tot castratie genomen wordt.
Het gedrag kan hier goed- of kwaadschiks door veranderen, of zelfs hetzelfde blijven. Dan schiet je met een dure operatie nog niets op.
Castreren tegen overpopulatie
Het grootste voordeel van castreren wanneer je niet bewust nestjes wil fokken, is dat de populatie ongewenste honden afneemt.
Ieder die ooit een (ongepland) nestje in huis heeft gehad, weet wat voor een uitdaging het is goede eigenaren te zoeken voor de pups.
De bewering dat teven beter eerst een nestje kunnen krijgen vóór de castratie, is een fabel. Dierenartsen zijn het er over eens dat tussen de 6-7 maanden oud of 3 maanden na de eerste loopsheid de beste timing is.
Niet alleen in Nederland zitten de asielen overvol. Dit is een wereldwijd probleem, wat tot grote getallen van afgemaakte honden leidt. Er is simpelweg geen plek meer voor hen.
Door huis- en zwerfhonden te castreren, zorgen we ervoor dat dit morbide probleem teruggedrongen wordt en iedere hond uiteindelijk een liefdevol thuis kan krijgen.