Al decennia lang wordt de Bouvier geroemd om zijn loyaliteit, intelligentie en moed.
Deze kwaliteiten kwamen aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog goed van pas.
Hierdoor raakte dit bijzondere ras bijna uitgestorven.
Gelukkig is het geheel hersteld en rond de 80’er jaren van de vorige eeuw waren ze ongekend populair.
Politie-, douane-, reddings-, speur- en familiehond: niets is deze vreedzame bink te gek.
Is deze energieke alleskunner iets voor jou?
In dit artikel geven we alle details van het ras.
Achtergrond van de Bouvier des Flandres
De Bouvier des Flandres, kortweg Bouvier ofwel Vlaamse Koehond genoemd, was vroeger dé waakhond, veedrijver en trekhond uit Vlaanderen. Hoewel hun oorsprong in Frankrijk te vinden is, was vooral Belgisch Vlaanderen actief in het fokken van dit ras.
De discussie omtrent de afkomst van de Bouvier laaide rond het jaar 1910 hoog op.
Jarenlang onderzoek van de fokkersverenigingen heeft uitgewezen dat de Picardische Herdershond, de ruwharige Belgische Herdershond en de mastiffachtige Matin Belge hebben bijgedragen aan het type dat we tegenwoordig kennen.
Door de eerdere onduidelijkheid werden de Belgen het in 1965 pas eens over de naam, terwijl de honden al in 1922 als ras erkend werden.
De Vlaamse Bouviers stonden bekend om hun goede gedrag en betrouwbare karakter. Mede hierom werden ze in de Eerste Wereldoorlog enorm veel als koerierhond gebruikt.
Hiernaast lag de regio waaruit zij afkomstig waren midden in de gevechtszones. Dit kostte aan vele dieren het leven, waardoor er aan het eind van de oorlog nog maar enkele honden over waren.
Vervolgens hebben de rasverenigingen alle zeilen bijgezet om het ras te behouden en te verbeteren, waardoor we de Bouvier heden ten dagen nog steeds als uitmuntende familie- en waakhond ons heen hebben.
Uiterlijke kenmerken
Volgens de rasstandaard is de Bouvier des Flandres een krachtige, gespierde hond. Ze hebben een kort en gedrongen lichaam, maar mogen in geen geval plomp zijn. Het lichaam is ongeveer even lang als de schoft hoog is.
De kop is massief, wat benadrukt wordt door een ‘baard’ en ‘snor’ en een brede snuit.
Ze hebben licht ovale ogen die donker gekleurd zijn en driehoekvormige, hangende oren. Een brede hals loop via een korte rug over naar een brede achterhand.
Ze hebben een diepe borst en de staart wordt in het verlengde van de ruggengraat gedragen. Van oudsher werd deze staart gecoupeerd, gelukkig is dit sinds 2001 in Nederland verboden.
De Bouvier heeft een ruwe, licht warrelige bovenvacht die ongeveer 6 cm lang mag zijn. De kop en de buitenkant van de oren bevatten minder haar, echter in het gezicht is een volle ‘baard’ en ‘snor’ aanwezig. De ondervacht is zacht en kort, wat een perfecte beschutting voor alle weersomstandigheden biedt.
Over het algemeen is de vachtkleur grijs, gestroomd of zwartgevlamd (charbonne). Volledig zwart is toegestaan, maar de lichte, zogenaamde ‘uitgewassen’ kleuren zijn dat niet.
Reuen zijn zo’n 62 tot 68 cm hoog aan de schoft, teefjes tussen de 59 en 65 cm. De reuen wegen rond de 35 tot 40 kilo, teefjes zijn wat lichter: ongeveer 27 tot 35 kilo. Dit ras wordt zo tussen de 10 en 12 jaar oud.
Karaktereigenschappen van de Bouvier des Flandres
Zijn kalme en weloverwogen uitstraling geeft de Bouvier doorgaans een ontspannen voorkomen. Echter, wanneer je in zijn vurige ogen kijkt zie je een pientere bewaker die de energie van een rasechte werkhond nog lang niet verloren is.
Deze onverschrokken reus is uitstekend geschikt als verdedigings-, reddings- of politiehond, en is door zijn uitmuntende reukzin en initatief ook wel ingezet als speurhond.
De Bouvier is in onze moderne tijd nog steeds een uitstekende erfbewaker, die gewend is zijn eigen gaan en staan te regelen.
Hij kan dan ook behoorlijk waaks uit de hoek komen wanneer er visite langskomt die niet ‘eigen’ is. Dit betekent echter niet dat hij zich op de eerste beste bezoeker zal werpen.
Gelooft de Bouvier echter dat de baas in gevaar verkeerd, dan zal hij niet wachten op een opdracht en zelf handelen. Zijn hoge intelligentie leidt dit vaak in goede banen, wat hem een zeer gewaardeerde erfbewaker maakt.
Maar ook als familiehond komen zijn typische eigenschappen goed van pas. Het leven van de Bouvier draait volledig om zijn baas en het gezin. Hij is evenwichtig en staat bekend om zijn zachte omgang met andere huisdieren en kinderen.
Verzorging en gezondheid
Doorgaans blijft vachtverlies bij de Bouvier tot een minimum beperkt: alleen de onderwol komt op bepaalde momenten los. Desalniettemin moeten de stugge haren minstens een keer per week goed doorgeborsteld- en gekamd worden om losse vacht, klitten en vuil te verwijderen.
De meeste mensen laten hun hond ‘plukken’ of trimmen, dit is dan zo’n drie keer per jaar nodig. Men kan er ook voor kiezen de hond te (laten) scheren, echter doet dit af aan de vachtkwaliteit; deze kan dof worden.
De gehoorgang en poten hebben extra aandacht nodig. Lange plukken moeten regelmatig verwijderd worden om ontstekingen en wondjes te voorkomen.
Door het strenge fokprotocol staat de Bouvier bekend om zijn ijzeren gezondheid: dit ras is absoluut geen zorgenkindje.
Waar ze echter gevoelig voor zijn, is elleboog- en heupdysplasie. Hierbij sluiten de onderdelen in het gewricht niet goed aan, waardoor er in rap tempo slijtage plaatsvinden wat veel pijn veroorzaakt.
Deze aandoening is deels erfelijk, maar bij de ontwikkeling hiervan spelen gewicht en belasting van de gewrichten door beweging een grote rol.
Ook de diepe borst van de Bouvier wil wel eens problemen geven. Door de ruimte die de organen in de borstkas hebben, kan de hond een maagtorsie (draaiing van de maag) krijgen, wanneer hij vlak na het eten te actief is.
Rennen, springen en wild spelen in de twee uur na de maaltijd is dan ook sterk af te raden: een maagtorsie moet héél snel behandeld worden bij een dierenarts, anders bestaat er grote kans dat de hond het niet overleefd.
Oudere Bouviers zijn gevoelig voor cataract, ook wel grauwe staar genoemd. Dit is een oogziekte waarbij de lens vertroebelt en de hond uiteindelijk helemaal blind wordt.
Opvoeding
Door zijn onafhankelijke rol als veedrijver, reddingshond en bewaker is de Bouvier sterk geneigd om zelf te handelen. Zeker wanneer hij denkt dat er iets niets pluis is, zal hij zelf dingen gaan ondernemen om de situatie weer onder controle te krijgen.
Het is dan ook belangrijk dat hij duidelijk en consequent, maar absoluut niet autoritair benaderd wordt door de eigenaar. Deze kolos is intelligent en zijn loyaliteit is wereldberoemd, dus geef hem de ruimte.
Dat betekent natuurlijk niet dat je de Bouvier maar lekker zijn gang moet laten gaan. Samenwerken is met deze pientere bink het allerbelangrijkst.
Hij leert niet zo snel als een herder, maar heeft hij eenmaal iets geleerd, dan zal hij het ook nooit meer vergeten.
Daardoor kan hij geheel zelfstandig vrij ingewikkelde taken tot een goed einde brengen. Houd de training dus afwisselend en geef hem de tijd om te leren, terwijl er kalme begeleiding plaatsvindt rond de oefeningen.
De socialisatie en het leren van de bewakerstaak vergt aandacht: de Bouvier is met 3 jaar oud pas vrij laat volwassen.
Zijn eerdere ervaringen en bijbehorende begeleiding van de baas bepalen hoe de hond later met allerhande situaties om kan gaan. Gezien zijn omvang, moed en zelfstandigheid is een goede basis dus van levensbelang.
De Bouvier des Flandres en beweging
Ondanks zijn grootte heeft de Bouvier een enorm energiek temperament. Deze hond is het werken nog lang niet moe en staat altijd paraat voor een spel of klus met de baas.
Ze zijn enorm werklustig en komen dan ook het beste tot hun recht wanneer ze een taak uit te voeren hebben. Of dit nu het huis bewaken of snoepjes zoeken tijdens een spelletje is.
Als ze tenminste een keer per dag lekker hun benen kunnen strekken tijdens een spel of wandeling, zijn ze heerlijk rustig in huis.
Hiernaast hebben ze prima reflexen en een opmerkelijk reukvermogen, dus bezigheden zoals speuren en apporteren houdt ze lichamelijk én geestelijk fit!
Zwemmen en naast de fiets rennen is voor de meeste honden een prima manier om conditie op te bouwen. Ook de Bouvier zal het geweldig vinden om er lekker met de baas of het gezin op uit te gaan.
Echter, voor elke vorm van beweging geldt: bouw het langzaam op en doe rustig aan met warm weer om blessures en oververhitting te voorkomen.