Vleesbotten lijst voor honden

Laatste update: 28 september 2022
hond met vleesbot

Je hoort het tegenwoordig steeds vaker: honden die vleesbotten te eten krijgen. Botten zijn onderdeel van het natuurlijke dieet, maar waarom eet niet elke hond ze?

Waarom zou je de hond eigenlijk botten geven? En kun je ieder bot aan je hond geven?

Bij Gelukkige Honden hebben we een vleesbottenlijst voor honden gemaakt. Hierin kun je zien welke botten geschikt en veilig zijn voor jouw hond.

Lees ook: Hondenbotten en hondenkluiven »

Vleesbotten zijn natuurlijk voor honden

Je zou het soms niet zeggen, maar onze moderne huishond stamt af van de wolf. Het gebit van deze wolf was uitermate geschikt voor het versplinteren van botten en scheuren van vlees. Botten waren zelfs een vast onderdeel van zijn dieet!

Tegenwoordig lijken onze honden steeds minder op deze wolf, maar vaak doet hun gebit hier niet voor onder. Een gezond hondengebit kan prima een geschikt vleesbot in kleinere deeltjes versplinteren. Het maagzuur maakt de deeltjes vervolgens week, waardoor calcium en mineralen gemakkelijker opgenomen kunnen worden.

Twijfel je of een bot te hard is om te voeren? Gebruik hiervoor een snoeischaar: kun je het makkelijk doorknippen, dan is het bot geschikt.

Kauwen is een gezonde en stimulerende bezigheid voor je hond. Hij is vaak wel even zoet, wat hem van allerlei kattenkwaad afhoudt. Hiernaast komt door het kauwen de neurotransmitter endorfine vrij, wat je hond een behaaglijk gevoel geeft.

Het kauwen op een vleesbot reinigt en versterkt het gebit, door het systematisch schrapen langs de tanden en extra opname van calcium. Hierdoor wordt het ontstaan van tandsteen voorkomen, wat plaatsvindt als tandplak te lang op de tanden blijft zitten. Tandsteen kan tot tandvleesontstekingen en tandverlies leiden.

Dus: kauwen maar!

Zitten er risico’s aan vleesbotten?

Kauwen is dus essentieel voor de mondgezondheid van je hond. Maar waarom krijgt niet elke hond vleesbotten te eten?

Veel mensen denken dat er hoge risico’s verbonden zijn aan het eten van vleesbotten. Zoals alle harde voeding, brengen botten natuurlijk wel enig risico tot verwonding en verstopping met zich mee. Maar, dit risico ligt vaak in te weinig gewenningstijd rond de vertering en verkeerde bottenkeuze.

Bij het geven van een vleesbot, is het belangrijk dat je altijd verse en rauwe exemplaren aan je hond geeft. Is het bot bevroren geweest, uitgedroogd door de zon of gekookt? Geef dit dan nooit, i.v.m. levensbedreigend splintergevaar.

Houd je hond met een bot altijd onder toezicht, i.v.m. het eventuele risico op verstikking of splinters.

Geef de hond geen botten van grotere, volwassen dieren: deze botten zijn keihard en slecht te verteren. Ook botten die gewicht gedragen hebben, zoals poten en knieën, zijn veel te hard. Kies in plaats hiervan voor de nek, ribben, heupen, schouders of schedel.

Tegenwoordig zien we ook vaak mergpijpen in de winkel: een rond bot met vleesresten in het midden. Veel honden vinden dit heerlijk! Kies wel een mergpijp waarvan het holle gedeelte erg smal is. Bij een te grote opening kan je hond met zijn onderkaak vast komen te zitten, tijdens het uitlikken van de vulling.

Belangrijk is, dat het bot groot genoeg is voor je hond. Echt, beter te groot dan te klein. Te kleine botten kunnen in de keel schieten en vast gaan zitten, met alle gevolgen van dien.

Let er hiernaast op dat je hond geen grote stukken afbijt en doorslikt. Je hond moet op het bot knagen, niet keihard bijten. Kleine stukjes bot kan de maag prima aan, grote stukken kunnen tot verstopping en beschadiging leiden.

Vleesbotten lijst voor honden

Veilig vleesbotten eten zit ‘m in gewenning. Je hond moet leren om op de juiste manier aan een bot te knagen, zodat hij geen tandbeschadiging oploopt of grote stukken bot inslikt. Hiernaast moet het lichaam van je hond leren om de botten te verteren.

Hoe pak je deze gewenning aan? Hieronder geven we een lijst met botten, welke je in verschillende fases aan je hond kunt geven.

Wennen aan vleesbotten: fase één

Tijdens de eerste fase leert je hond zachte botten te eten en went zijn vertering aan de eerste stap van botten verwerken. Puppy’s kunnen meedoen aan deze eerste stap. Voorkom dat je hond gaat schrokken, door het bot aan één kant vast te houden en je hond op het bot te laten kauwen.

Wordt je hond hier fel van? Plet het gegeven bot met een hamer en geef het aan je hond. Zorg ervoor dat je de hond genoeg tijd geeft om van schrokken over te gaan naar knagen.

De volgende vleesbotten hebben we hiervoor op de lijst gezet:

  • Kippennek
  • Karkas van een kleine vogel zoals, duif of kwartel

Wennen aan vleesbotten: fase twee

Grote kans dat fase één meteen goed is gegaan. Kauwt je hond goed en is zijn ontlasting niet heel hard geworden? Dan kun je de volgende vleesbotten gaan geven:

  • Karkas van kip, konijn of eend
  • Eendennek
  • Kippenvleugels
  • Hele konijnen
  • Hele kwartel of parelhoen

Bij kippenvleugels kan de hoek in het bot voor problemen zorgen. Knip dit deel door met een snoeischaar, maar pas op voor scherpe punten.

Gaan deze vleesbotten goed? Dan kun je het geven van zalmkoppen eens proberen. Deze zijn ietsje harder. Begin met één stuk en houd de ontlasting in de gaten.

Wennen aan vleesbotten: fase drie

Gaat het geven van de kippen- en eendenbotten goed? Dan kun je overgaan op de volgende fase. Bij fase drie horen de volgende vleesbotten:

  • Karkas van fazant, patrijs, wilde eend en wild konijn
  • Kippenpoten
  • Kalkoennek
  • Bovenbeen en poot van de eend

Gaan deze vleesbotten goed, dan kun je de ribben van jonge herbivoren zoals lam, kalf en jonge geit proberen. Niet de botten van volwassen dieren! Wel geschikt zijn dus de nek, schouders, ribben, heupen en schedel.

Geef bij voorkeur je hond meerdere ribben, één kunnen ze naar binnen schrokken wat verstikkingsgevaar oplevert. Hetzelfde risico loop je bij ossenstaart, kalfstaart en kalkoennek.

Wennen aan vleesbotten: fase vier

In de vierde en laatste fase kun je over naar de hardere botten. Let op: geef nooit botten van volwassen herbivoren of botten die gewicht gedragen hebben (zoals bijvoorbeeld knieën). Deze botten zijn veel te hard en moeilijk te verteren.

Geef hiernaast geen kale botten of geef deze in fases. Door de hoge inname van louter bot kan de ontlasting erg hard worden, wat soms zelfs tot verstopping leidt.

De vleesbotten geschikt voor fase vier zijn:

  • Kop van een lam of kalf
  • Lams- of kalfsnek
  • Karkas van de haas
  • Borstbeen van rund

Zorg bij het voeren van botten altijd dat er voldoende spier(vlees) aanzit.

Hoeveel vleesbotten kan ik mijn hond geven?

Het is de bedoeling dat je hond het vleesbot samen met spiervlees of bijvoorbeeld pens eet. Je kunt als richtlijn zo’n 30- 50% van de maaltijd als bot aanhouden. De rest moet vlees zijn, anders heb je grote kans op verstopping. Meer vlees is altijd beter!