Wil jij je spreekbeurt over honden houden? Een spreekbeurt geven kan best spannend zijn, maar met behulp van dit artikel kun je je goed voorbereiden.
Wat kun je allemaal in je spreekbeurt vertellen? En zullen we eens kijken, of jouw klasgenootjes goed opgelet hebben? Na jouw spreekbeurt zit de klas vol hondenkenners!
Het begin van je spreekbeurt over honden: wolven
De hond is het meest populaire en trouwe huisdier dat we kennen. We hebben er wel 2 miljoen in Nederland! Maar wanneer je een spreekbeurt over honden gaat geven, wil je vast weten waar ze vandaan komen.
Vroeger waren onze honden echte wilde wolven. Zo’n 15.000 jaar geleden merkten deze wolven dat mensen soms afval achter lieten. Dat afval was een hapje, waar de wolf niet hard voor hoefde te werken. Hierdoor kwam de wolf vaak bij mensen in de buurt.
Na een tijdje, merkten de mensen dat de wolf hen goed kon helpen bij de jacht. In ruil daarvoor kregen de wolven eten, warmte en een schuilplaats.
Een wilde wolf in je tent is natuurlijk niet zo’n goed idee. Maar hoe meer de wolf samenwerkte met de mens, hoe tammer hij werd. Daardoor ontstond een rustige versie van de wolf, waarmee de mens vrienden werd. Zo is onze huishond ontstaan.
Hoe ziet de hond er eigenlijk uit?
Aan het begin van je spreekbeurt, kan een beschrijving van de hond natuurlijk niet ontbreken. De hond die wij in huis houden, kan groot zijn of klein, dik of dun, pluizig of kortharig. Eigenlijk kun je zeggen dat geen hond hetzelfde is.
Maar hoe zit een hond eigenlijk in elkaar?
Onze huishond begint natuurlijk met een kop. Deze hondenkoppen kunnen erg van elkaar verschillen, want ieder hondenras ziet er anders uit. De één heeft een grote kop, de ander een kleine.
Aan de kop zitten twee oren, die kunnen hangen of rechtop staan. Honden met rechtop staande oren kunnen beter horen, omdat hun oor het geluid niet tegenhoudt. Honden horen veel beter dan mensen: ze kunnen zacht geluid van ver af horen en weten precies waar het vandaan komt.
De hond heeft een groter blikveld dan wij, omdat zijn ogen wat meer naar de zijkant zitten. Hij kan de kleur rood niet goed zien, waarschijnlijk ook de kleur geel niet. Ook stilstaande dingen ziet je hond minder goed, en zijn beeld is minder scherp dan dat van ons. Maar bewegende dingen en in het donker kunnen ze een stuk beter zien!
De snuit zit aan de voorkant van de kop. Hoe langer de snuit, hoe beter de hond kan ruiken. Ze ruiken wel 10.000 keer beter dan wij!
Onder de snuit zit de mond, met wel 42 sterke, scherpe tanden. De hond kauwt namelijk bijna niet op zijn voedsel, maar slikt het in grote happen door. De buik verwerkt de grote stukken, met behulp van bacteriën in de maag en darmen.
Onze huishond loopt op vier poten, die elk vier tenen hebben. Soms hebben ze nog een teen aan de (hogere) achterkant van de poot, die heet de “Hubertusklauw”. Deze teen wordt niet meer gebruikt, maar is een overblijfsel vanuit de evolutie.
De poten zitten vast aan een borst, rug en achterhand. Deze kunnen breed en gespierd zijn, kort, lang of slank, want ieder hondenras ziet er anders uit. Dit geldt ook voor de staart, die aan het einde van de rug vast zit. De staart kan kort zijn, lang, met veel of weinig beharing.
Door al deze verschillen, lijken de meeste honden helemaal niet meer op een wolf. Maar hoe komt dat eigenlijk?
Het midden van je spreekbeurt over honden: Hondenrassen
Ieder hondenras ziet er anders uit. Toch zijn het allemaal dezelfde honden die van de wolf afstammen! In je spreekbeurt vertel je hoe dit komt.
De mens heeft in de afgelopen jaren allerlei verschillende taken bedacht voor de hond. Sommige mensen wilden een hondje om tentoon te stellen om zijn mooie vacht, anderen wilden een hond die goed dingen op kon sporen. De één wilde een hond om mee te jagen, de ander om zijn erf of vee te bewaken.
Deze mensen hebben allemaal twee honden uitgekozen, die er zo uitzagen als zij wilden of een bepaalde taak goed konden uitvoeren. De puppies van deze honden werden gebruikt om nog mooiere en betere honden mee te maken. Zo ontstonden er een heleboel verschillende hondenrassen.
Tegenwoordig hebben we ruim 350 verschillende hondenrassen. Deze honden verschillen van elkaar, door hun vacht, hun kleur, maar ook hun grootte en talenten. Toch zijn ze allemaal familie van de wilde wolf, die duizenden jaren geleden onze vriend werd.
Honden met een taak
Vroeger werkten veel honden mee op het bedrijf van de mens. Ze bewaakten het erf, onze dieren en ze waren sterk. Tegenwoordig hebben we honden vervangen door machines en alarmsystemen. Deze houden ons veilig en maken ons werk veel makkelijker.
Dit betekent niet, dat de hond niets meer hoeft te doen! Er zijn veel honden die als vriendje in huis worden gehouden. Maar er zijn ook honden, die boeven opsporen of gehandicapte mensen helpen.
We kunnen deze honden onderverdelen in 7 verschillende groepen. Tijdens je spreekbeurt kun je het volgende over deze groepen vertellen:
1. Gezelschapshonden
Al duizenden jaren houden mensen honden puur voor het gezelschap. Vroeger woonden deze honden vaak bij rijke mensen, die ze hielden als knuffel- en speelvriendje. Tegenwoordig zie je steeds minder honden met een taak, maar steeds meer honden die bij ons wonen voor de gezelligheid. Veel kleine hondenrassen zijn speciaal voor dit doel gefokt.
2. Waakhonden
Naast gezelschap, wilde de mens ook dat hun huis, erf en vee beschermd werd. Hiervoor werden waakhonden gefokt: grote, stoeren honden die alarm sloegen bij onraad en indringers te grazen namen. Waakhonden zie je nu ook nog steeds, op de boerderij of een bedrijventerrein. Ook kleine honden kunnen goede waakhonden zijn: als ze maar goed alarm kunnen slaan!
3. Jachthonden
Naast de wakers, heb je ook de jagers. Deze honden jagen niet op boeven, maar vaak op andere dieren zoals vogels en wild. Vroeger waren jachthonden erg geliefd bij koningen en hun hofhouding, voor de sport én voor het eten op tafel. Tegenwoordig gebruiken we jachthonden af en toe voor de jacht, maar dan alleen als hobby.
4. Veedrijvers
Veedrijvende honden zijn energieke, zelfstandige types die in hun eentje een kudde dieren bij elkaar kunnen houden. Ze jagen wilde dieren weg en houden de kudde veilig. Vroeger werden deze honden vaak ingezet in de bergen, open weides en op de boerderij. Nu zie je deze slimme veedrijvers vooral op wedstrijden voor gehoorzaamheid of schapen hoeden.
5. Trekhonden
Trekhonden zijn sterke, middelgrote honden met een enorm uithoudingsvermogen. Ze worden vaak voor de kar of slee gezet en kunnen enorme afstanden afleggen. In gebieden met sneeuw zie je ze nog vaak langskomen: een sleetocht met honden is hartstikke populair!
6. Reddingshonden
Reddingshonden zijn getraind om mensen op te sporen, die onder het puin liggen of de weg kwijt zijn geraakt. Deze honden worden in de bergen gebruikt, maar werken ook bij de brandweer! Hiernaast heb je ook nog politie- en drugshonden, die boeven helpen vangen en drugs opsporen op het vliegveld.
7. Hulphonden
Als laatste hebben we de hulphonden. Deze honden zijn speciaal gefokt en opgeleid om mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking te helpen. Zo zijn er blindengeleidehonden, maar ook epilepsie- of autismehonden. Deze honden kunnen hun baasje helpen met alledaagse dingen, hun gezondheid in te gaten houden en troost bieden.
Het einde van je spreekbeurt over honden: Een eigen hond
Aan het einde van je spreekbeurt te vertellen wat je nodig hebt voor een eigen hond. Hoe kies je een hond uit? En moet je eigenlijk samen op cursus gaan?
Lijkt dat je wel wat, een eigen hond? Nou, in Nederland gingen je zo’n 600.000 families je voor. De hond is namelijk het populairste huisdier in ons land.
Wanneer je een hond gaat aanschaffen, kun je er een kiezen bij het asiel of de fokker. Kies je een hond uit het asiel, dan geef je een dakloos dier een nieuw thuis. Heb je liever een hond van de fokker, dan wil je meestal een speciaal ras.
Als je een hond in huis neemt, zijn de volgende dingen belangrijk om te hebben:
- Een zachte, stevige mand
- Een passende bench
- Stevige halsband of sterk tuigje
- Voer- en waterbak
- Speeltjes
Je hond moet altijd schoon water kunnen drinken. Hiernaast kun je hem vlees, nat voer of brokken voeren.
Het is fijn voor de hond, als jullie samen op cursus gaan. Zo leren jullie elkaar beter begrijpen en kunnen jullie dikke vrienden worden.
Ook is het belangrijk om je hond te laten chippen. Hierbij wordt een elektronisch plaatje onder de huid aangebracht, waarop informatie over je hond staat. Deze informatie is heel belangrijk, bijvoorbeeld voor wanneer je hond kwijt raakt.