Parvo bij de hond

Laatste update: 3 juli 2019
vaccinatie tegen parvo

Parvo bij de hond is een ernstige en zeer besmettelijke ziekte.

Hierdoor is het belangrijk dat deze darminfectie op tijd herkend en behandeld wordt.

Maar nog belangrijker is de ziekte voorkomen en het verspreidingsgevaar minimaliseren.

Wat is Parvo eigenlijk?

En hoe smoren we deze nare ziekte in de kiem?

In dit artikel vertellen we jullie alles over het parvovirus.

De ziekte Parvo bij honden

Parvovirose, afgekort Parvo bij de hond is nog altijd een serieuze dreiging, die wereldwijd voorkomt. Sinds de ontdekking eind jaren ’70 van de vorige eeuw, heeft het virus zich ontzettend snel verspreid.

De boosdoener is het Canine Parvovirus (CPV-2) wat de celwand in de darmen kapot maakt. Ook is er een variant waarbij de hartspier aangetast wordt. Deze is echter zeldzaam, maar geeft vrijwel geen kans op overleving.

Met name pups (tot één jaar), zieke, oude en ongevaccineerde honden zijn gevoelig voor besmetting. Daarom is het van levensbelang om de ziekte snel te herkennen, zodat behandeling gestart kan worden.

Maar wat zijn de signalen van dit virus?

Lees ook: Kennelhoest

Symptomen van parvovirus

Wanneer het dier besmet raakt, worden de eerste symptomen na een week à 10 dagen waargenomen.

Hierbij kan men de ziekte herkennen aan de volgende signalen

  • Algehele malaise
  • Apathie (emotieloosheid)
  • Diarree, met bloed
  • Herhaaldelijk braken
  • Koorts
  • Kwijlen
  • Lethargie (slaapzucht)
  • Lichtroze of witte slijmvliezen
  • Shock
  • Smakken
  • Spierzwakte
  • Uitdroging
  • Verdwijnen van eet- en drinklust

Het virus maakt de darmwand kapot en valt de witte bloedcellen in het lichaam aan. Daarom wordt het dier extra gevoelig voor secundaire infecties.

Vermoed je Parvo bij je hond? Raadpleeg dan zo spoedig mogelijk een dierenarts.

Meld bij het maken van de afspraak altijd dat je Parvo vermoedt. Zo kan de kliniek maatregelen nemen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

Met deze heftige symptomen, verwacht je Parvo onherroepelijk te herkennen bij besmetting. Echter, deze ziekte kan ook symptoomloos verlopen. Dit is vooral bij volwassen, gezonde en gevaccineerde dieren het geval.

Is er dus in de directe omgeving een Parvo besmetting? Dan is het wijs om voor de zekerheid extra maatregelen te treffen. Laat je hierbij adviseren door een dierenarts.

Behandeling van het parvovirus

Hoe eerder de hond behandeld wordt, hoe groter de overlevingskans. Vooral bij pupjes gaat het verloop van de ziekte ontzettend hard. Pupjes hebben niet de nodige reserve of krachtig immuunsysteem om de ziekte snel genoeg de baas te kunnen.

De diagnose wordt gesteld via de waarneming van symptomen, de typische geur van de ontlasting die bij dit virus vrijkomt en immunologisch onderzoek van de ontlasting. Een bloedonderzoek kan licht schijnen op de secundaire infecties en gemaakte schade in het lichaam.

Helaas bestaat er nog geen medicijn dat het parvovirus onschadelijk kan maken. Hierdoor zal de dierenarts zich richten op het ondersteunen van het lichaam en het bestrijden van de symptomen. Op deze manier wordt het lichaam zo goed mogelijk bijgestaan in het aanvechten van de hondenziekte.

Om uitdroging te voorkomen wordt de hond aan het infuus gelegd. Ontstekingsremmers en antibiotica moeten het immuunsysteem een extra zetje in de rug geven om de infectie klein te krijgen.

Ook is er medicatie die het braken en de diarree af laten nemen, zodat de hond tot rust kan komen. Door het hoge besmettingsrisico wordt de hond altijd in quarantaine behandeld.

Parvovirus bij de hond voorkomen

Het virus wordt door zowel direct als indirect contact overgebracht. Dit betekent, dat honden niet alleen besmet kunnen worden door aanraking met hun soortgenoten. Ook ontlasting en braaksel zijn een serieuze besmettingsbron.

Simpelweg opruimen van deze broeiplekken is niet voldoende om het besmettingsrisico te elimineren. Alleen chloor kan het virus doden. De plek waar de besmettingsbron gelegen heeft, kan anders nog een jaar de ziekte induceren.

Verwijder daarom vieze plekken gelijk en behandel deze met een chlooroplossing.

Hiernaast verspreidt het virus zich via huid, kleding, schoenen, maar ook het hondenkussen, de voerbak, speeltjes en het tapijt.

Heb je een geïnfecteerde hond? Dan dient er dus een rigoureuze schoonmaak plaats te vinden.

Gelukkig kunnen honden al vanaf een leeftijd van 6 weken gevaccineerd worden. Deze dient op de 9e en 12e levensweek herhaald te worden, vervolgens op de leeftijd van één jaar. De vaccinatie biedt na 3 tot 5 dagen bescherming.

Komt je hond op plekken met een hogere infectiedruk, zoals de hondenschool, shows of een pension/kennel? Dan wordt geadviseerd eens in de 6 maanden te vaccineren.

Is dit niet het geval, dan biedt eens in de 3 jaar een vernieuwde vaccinatie voldoende bescherming.

Wanneer een pup geboren wordt, beschermen de stoffen uit het immuunsysteem van de moeder zijn lichaampje. Hierdoor is het ontzettend belangrijk dat de moeder correct gevaccineerd is. Het helpt de pup om in de eerste weken van zijn leven veilig te blijven!

Na enkele weken moet zijn eigen immuunsysteem dit overnemen. De vaccinatie helpt dit groene, onwetende immuunsysteem zodat het virus minder kans krijgt om toe te slaan.

Bekijk het vaccinatieschema voor pups en volwassen honden.