hond zoekt baas

Hond zoekt baas: welke hond past bij jou?

Hond zoekt baas is een bekende slogan voor het herplaatsen van asieldieren.

Waar vroeger de meeste honden jaren op een baasje wachtten, is de aandacht voor deze dieren immens toegenomen. Maar voor een succesvolle adoptie, is een match cruciaal.

Hoe wordt een match tussen baas en hond gemeten?

Hoe brengt men het gedrag van de asielhond in kaart?

En zijn alle honden te herplaatsen?

Lees hier alles over welke asielhond bij jou past!

Hond zoekt baas

Hond zoekt baas is de catchy slogan om aandacht te vragen voor het plaatsen van asielhonden. De boodschap is kort, duidelijk en roept natuurlijk associatie op met het tv programma dat dames voor agrarische bedrijfseigenaren vindt. Want op ieder potje, past een dekseltje!

Maar vind het dekseltje maar eens!

Niet alleen in de menselijke liefde zitten we met dit probleem. Ook huisdieren komen geregeld liefde, toewijding en een eigen plek tekort. Want hoe vind je iemand, die voor deze hond door het vuur gaat?

Een jaar of tien geleden zat de gemiddelde asielhond zo een jaar of langer op een nieuw thuis te wachten. Maar met de populariteit van het Internet, steeg ook de toegankelijkheid voor deze honden.

Ze werden gemakkelijker onder de aandacht gebracht, bij een groter publiek. Meer mensen konden vrijblijvend over de hond lezen en zijn informatie delen.

Hiernaast zijn er veel campagnes geweest om asieldieren in het zonnetje te zetten. Hierdoor denkt men bij de aanschaf van een hond steeds vaker aan een hondenasiel. En wat dacht je van de aandacht voor buitenlandse zwerfhonden?

Vaak echter, kan een hond niet zomaar bij elk huisje geplaatst worden. Naast een eigen karakter wat moet klikken met een potentiële nieuwe eigenaar, hebben asielhonden vaak een rugzakje. Ze kunnen vaak van eigenaar zijn veranderd, slecht zijn opgevoed of traumatische ervaringen hebben gehad.

Dit is niet altijd het geval. Maar de meeste honden zullen toch moeten wennen aan een nieuw leven. Maar hoe weet je, welke baas geschikt is voor een hond?

Gedragstesten bij asielhonden

Wanneer honden naar een asiel worden gebracht, zullen ze eerst een aantal weken de tijd krijgen om aan hun omgeving te wennen. Ze worden geholpen om het dagelijks ritme in het asiel op te pakken en krijgen controle van een dierenarts. Zo wordt de gezondheid in kaart gebracht en komt de hond wat tot rust.

Een overgang naar het asiel kan namelijk erg ingrijpend zijn.

Na een aantal weken wordt besloten of de hond klaar is om het adoptieproces in te gaan. Dit betekent dat zijn karakter en gedrag in kaart gebracht zal worden om de beste plek voor hem te kunnen vinden.

Een van de bekendste testen die hiervoor gebruikt wordt, is de MAG-test. MAG staat voor ‘Maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag’, wat zich richt op het karakter en gedrag van de hond in verschillende situaties.

Denk hierbij aan contact met andere honden, mensen, voorwerpen, maar ook zelfverzekerdheid bij onbekende situaties en problemen zoals voernijd.

Hiernaast worden ook wel testen gedaan om de hond een bepaald karakterprofiel te geven. Hierbij worden veel verschillende karaktertrekken aangegeven, die naast de eigenschappen van geïnteresseerden gelegd kan worden.

Denk hierbij aan termen zoals rustig, druk, aanhankelijk, schuchter, zelfverzekerd, onzeker, onderzoekend, terughoudend et cetera.

Het vinden van een match

Uit de gedragstesten komt informatie over het karakter en gedrag van de hond in verschillende situaties. Deze informatie biedt geen 100% garantie voor gedrag in de toekomst, maar bij het gebruik van een goede, gevalideerde test (zoals de MAG-test) kan men wel degelijk conclusies trekken.

Hierbij is het belangrijk dat de hond op het juiste moment getest wordt. Dus niet tijdens de gewenningsperiode in het asiel, waar de hond nog overspoeld wordt door alle nieuwe indrukken. Ook moet de test consistent uitgevoerd worden, door een professionele gedragsdeskundige die ervaring heeft met het afnemen van de test.

Vanuit de testresultaten kan men op zoek gaan naar het juiste baasje met de juiste leefomstandigheden. De hond wordt naar buiten toe gepresenteerd, waarna zich mensen melden die geïnteresseerd zijn. Deze mensen krijgen eerst een intakegesprek en ontmoeting met de hond, voordat de interesse in behandeling wordt genomen.

Hierbij wordt gekeken naar het karakter van de geïnteresseerde(n) en het leven wat zij de hond te bieden hebben. Zijn ze veel thuis, hebben ze kinderen, ondernemen ze veel, hebben ze meerdere honden (gehad)? Soms is ervaring met een specifiek ras of gedragsprobleem een pré.

Vervolgens wordt gekeken of deze gedragseigenschappen en omstandigheden de hond ten goede zullen komen. Ondertussen wordt ook de ‘klik’ tussen de geïnteresseerden en de hond bekeken. Verloopt de omgang goed?

Tonen alle onderdelen zich positief, dan kan men een oefenperiode starten. Hierbij zal de hond mee naar huis gaan en houden de geïnteresseerden contact met het asiel. Verloopt deze periode goed, volgens de geïnteresseerden én het asiel?

Dan kan men tot adoptie overgaan.

Succesvolle herplaatsing

Het hond zoekt baas – concept werkt in Nederland ontzettend goed. Zo’n 90 procent van de asieldieren krijgt een nieuw thuis. Dat is enorm!

Helaas heeft de overige 10 procent minder geluk.

Gelukkig hebben we in Nederland een non-euthanasiebeleid voor asieldieren. Dit betekent, dat er geen asieldieren ingeslapen worden tot het echt niet anders kan. Hierbij kan een hond dus niet ingeslapen worden omdat hij ’te lang’ in een asiel zit.

Bij lange asielzitters, worden dieren uit asiels soms onderling uitgewisseld. Op een andere locatie heeft een hond vernieuwde kans om een baasje te vinden.

Inslapen gebeurt dus alleen wanneer een dier ernstig ziek is. Dit wordt altijd bepaald en uitgevoerd door een dierenarts.

Ook worden er, heel soms, dieren ingeslapen die zeer agressief of extreem angstig gedrag vertoonden bij de gedragstesten. Men besluit dat deze dieren niet veilig te herplaatsen zijn, waardoor euthanasie noodzakelijk is.

Gelukkig is dit niet vaak het geval. We spreken hier dan alleen over zeer extreme gevallen.

Maar ieder potje, hoe lief, druk, bang of gezellig ook, heeft het juiste, geduldige, liefdevolle en soms ervaren dekseltje nodig.