De Groenlandhond of Groenlandse hond is een van de oudste hondenrassen op onze planeet. Als slede- en jachthond was en is hij in de Arctische gebieden onmisbaar voor onze overleving. Hij wordt dan ook wel Eskimo Dog genoemd.
Leven in zo’n extreem klimaat levert een gezonde hond op met een flinke portie zelfstandigheid. Hij heeft veel energie, een uitstekend uithoudingsvermogen en is in zijn element wanneer het kwik flink daalt.
Houd jij ook van het krakende vriesweer en meters sneeuw? Dan is deze oeroude Poolhond misschien wel jouw soulmate!
Achtergrond
De Groenlandhond is een poolhond, die tot een van de oudste hondenrassen ter wereld wordt gerekend. Zijn oorsprong vinden we in Scandinavië en Siberië. Zo’n 1000 jaar geleden vertrok een Arctisch volk van Siberië naar Noord Amerika.
Uiteraard namen zij hun honden mee.
Deze sterke, robuuste viervoeters waren namelijk uitermate geschikt om de sledes door de dikke lagen sneeuw te trekken. Hiernaast werden ze ingezet voor de jacht op ijsberen, kariboes, muskusossen en zeehonden.
Dit emigrerende volk heette de Thule. Na een lange reis kwamen ze aan in Canada, waarna ze zich verspreidden over de besneeuwde gebieden. Een deel van dit volk vestigde zich helemaal naar boven op de kaart, in Groenland.
De bevolking van Arctisch Canada en Groenland worden nu de Inuit genoemd. Een populaire naam hiervoor is Eskimo’s, al is dit een verzamelnaam van inheemse volken waarbij eigenlijk ook de gebieden van Alaska en Siberië horen.
Om deze reden wordt de Groenlandhond ook wel de ‘Eskimo dog’ genoemd. Er zijn in Canada en Groenland veel verschillende typen van deze honden ontstaan, waardoor soms deze term logischer lijkt dan zijn huidige naam.
Het opvallende aan deze honden, is dat ze alleen voor de Eskimo’s werkten tijdens de winter. Hierbij werden ze gevoed en kregen onderdak geboden. In de zomer waren ze minder nodig en moesten ze hun eigen kostje bij elkaar scharrelen.
In Noord-Amerika en Noorwegen zijn deze honden regelmatig te zien en kent een bloeiende fokkerij. Nederland heeft echter maar een kleine populatie, waardoor je ze in ons straatbeeld maar weinig zult zien.
Uiterlijke kenmerken
Volgens de rasstandaard is de Groenlandhond een krachtige, polaire spitshond. Ze hebben veel uithoudingsvermogen en kunnen hard werken onder Arctische omstandigheden.
De kop is licht gewelfd en breed, met een gematigd lange, recht snuit. De ogen zijn klein, donker en iets schuin geplaatst. De oren zijn vrij klein, driehoekvormig en worden rechtopstaand gedragen.
De nek is krachtig, uitlopend naar een brede borst en rechte rug. De achterhand is breed en gespierd. De staart is hoog aangezet, dik en wordt in een boog of krul over de rug heen gedragen.
De vacht bestaat uit een zachte, dikke onderwol en lange, grove en rechte dekharen. Alle vachtkleuren en combinaties zijn toegestaan, behalve albino.
Reuen zijn 60 tot 70 centimeter aan de schoft en zo’n 30 tot 35 kilo zwaar. Teven zijn iets kleiner, met 55 tot 65 centimeter en 25 tot 30 kilo. De Groenlandhond wordt zo’n 10 tot 12 jaar oud.
Karakter
De Groenlandhond is een echt groepsdier en erg hard voor zichzelf. Ze hebben veel energie en moed, wat hen een echte doorzetter maakt.
Met andere honden kan dit type goed, mits ze tot dezelfde groep behoren. Het is namelijk niet handig als er voor de slee continu gevechten uitbreken. Ook is dit ras gewend om heel veel met zijn soortgenoten om te gaan.
Daarom zien we een wat mindere mensgerichtheid dan bij de meeste hondenrassen. Ze zijn vriendelijk en niet waaks, maar niet erg aanhankelijk.
Naar kinderen zijn ze rustig en gedwee, al komen ze als huishond minder goed tot hun recht. Hiernaast hebben ze een hoge mate van zelfstandigheid, die ze onder natuurlijke omstandigheden hard nodig hadden om hun eigen kostje bij elkaar te scharrelen.
Verzorging en gezondheid
De dikke vacht van de Groenlandhond beschermt hem tegen allerlei invloeden van buitenaf, waardoor hij de koning van de ijsvlakten geworden is. In ons mensenhuishouden zul je hem daarom geregeld moeten borstelen. Hij verliest namelijk op dagelijkse basis best wat haar.
Met de rui kun je rekenen op bergen losse vacht. De hele jas wordt van onder tot boven vernieuwd, wat voor een flinke zak vol zal zorgen.
Door deze vacht is de Groenlandhond niet uitermate geschikt voor binnenshuis. Hij heeft het al snel te warm. Pas ook op met activiteit bij temperaturen boven de 15 C°, er bestaat kans op oververhitting.
Door zijn dikke vacht kunnen ze prima buitenshuis leven, mits ze een droge, tochtvrije en comfortabele plek hebben om zich terug te trekken. Met extreem weer is bijvoorbeeld de onverwarmde bijkeuken een prima schuilplek.
Qua gezondheid kun je zien dat dit ras gebouwd is op een extreem klimaat en harde levensstijl. Ze zijn efficiënt met voeding en hebben over het algemeen weinig problemen.
Wel zijn er door zijn bouw twee belangrijke aandachtspunten ingeslopen.
Door de grootte van de borstkas, heeft het ras verhoogde kans op een maagtorsie (maagkanteling). Hierbij draait de maag een rondje om in de borstkas. Zo wordt deze afgesloten en hopen zich gassen op.
Dit kan in zeer korte tijd dodelijk zijn. Daarom wordt geadviseerd de eerste twee uur na het eten rustig aan te doen.
Hiernaast bestaat verhoogde kans op heupdysplasie. Dit is een erfelijk belaste aandoening, waarbij de onderdelen in het gewricht niet goed op elkaar aansluiten. Daardoor kan er in rap tempo slijtage plaatsvinden, wat veel pijn veroorzaakt.
Opvoeding
Door zijn vriendelijke inborst kun je al snel denken dat deze wollige sneeuwbewoner gemakkelijk te trainen is. Nu zijn ze vindingrijk en intelligent, waardoor ze inderdaad openstaan om samen te werken met het baasje.
Maar vergeet nooit dat de Groenlandhond een groot deel van het jaar op zichzelf aangewezen was. Daarom heeft hij een sterke zelfstandigheid en zal nooit slaafs gehoorzamen.
Hiernaast hebben ze, als echt groepsdier, ontzettend veel moeite met alleen zijn. Een vriendje of vriendinnetje is onmisbaar. Voor lange perioden alleen thuis is deze oerhond ongeschikt, dan zal hij urenlange huilconcerten gaan geven.
Beweging
Door zijn achtergrond als sledehond heeft dit ras een onuitputtelijke energie. Ze kunnen urenlang doorlopen, door hoge sneeuw en over moeilijk begaanbaar terrein. Daarom is de Groenlandhond als huiskameraad ook niet echt een bankhanger.
Deze hond vindt het heerlijk om urenlange wandelingen te maken. Als je niet van koude voeten houdt, ben je minder geschikt voor deze hond. Want juist bij temperaturen van onder de 15 C° is hij op z’n best!
Voor de slee of kar is hij in zijn element, dus kan hij voor de (amateur)sport ingezet worden als trekdier.
Zorg hierbij altijd voor genoeg afwisseling. Door zijn pienterheid raakt deze slimmerik gemakkelijk verveeld. Maar heb je een goed plan? Dan is de Groenlandhond voor 100% jouw man!