De Beauceron is een Frans herderras dat steeds meer aan populariteit wint. En hoe kan het ook anders? Met zijn tomeloze intelligentie, energie en zachtaardigheid is deze soepele slimmerik het zonnetje in huis.
Maar de Beauceron opvoeden is niet voor iedereen weggelegd. Ze zijn gevoelig en leergierig, maar ook gewend om zelfstandig te werken.
In onze moderne maatschappij moet een eigenaar hier dus balans in zien te vinden. Vriendelijk en zacht aan de ene kant, duidelijk en consequent aan de ander.
En dat kan bij de Beauceron nog best een uitdaging zijn!
Maar heb je de regels duidelijk gemaakt? En weet jouw hond dat hij je kan vertrouwen?
Dan heb je de meest flexibele, stoere, maar liefdevolle vriend voor het leven.
Hier komt de Beauceron!
Achtergrond van de Beauceron
Van origine is de Beauceron een Franse herder en waakhond. Mogelijk werden deze stoere en intelligente dieren al rond het eind van de 18e eeuw gebruikt op het Franse platteland.
Ze bewaakten het boerenerf, maar ook de kudden schapen die toen in grote getale te vinden waren. De honden begeleidden de schapen van het ene naar het andere graasgebied. Ook zorgden ze ervoor dat hun kudde zich niet met vreemde schapen mengde.
En dit alles, zonder directe commando’s van de herder!
Maar in die tijd bestond de Franse herder nog uit een kort- en langharige variant, die beiden onder hetzelfde type geschaard werden. Pas een eeuw later kregen de typen hun eigen, officiële benamingen.
De langharige variant krijgt de naam ‘Chien de Berger de Brie’ en de kortharige ‘Chien de Berger de Beauce’.
Dit laatste type verandert begin 20e eeuw naar ‘Beauceron’, wanneer liefhebbers na een felle discussie over raseigenschappen gezamenlijk de strijdbijl begraven.
In de Eerste en Tweede Wereldoorlog krijgt de Beauceron er speciale taken bij. Hij bracht berichten over tussen verschillende partijen, ondersteunde het Rode Kruis en hielp tijdens patrouilles van het leger.
Ook hun waak- en speurkwaliteiten werden ingezet, waardoor hij al snel onmisbaar bleek.
Halverwege de 20e eeuw veranderde het boerenleven. De industrie kwam op, waardoor de taken van de Beauceron verloren gingen. Maar deze getalenteerde hond gelukkig niet!
Het ras bleek namelijk, met het juiste oog voor zijn achtergrond, uitermate geschikt als gezinshond. Tegenwoordig zijn ze vooral in Frankrijk en België erg populair.
Ook in het Nederlandse straatbeeld duikt deze stoere, slimme herder steeds vaker op.
Lees ook: Briard
Uiterlijke kenmerken
Volgens de rasstandaard is de Beauceron een forse en gespierde hond, zonder plomp te zijn. Hij is zelfverzekerd en onverschrokken, maar zacht van aard.
De kop is vlak met een rechte snuit, die noch smal, noch puntig is. De ogen zijn ovaalvormig en donker van kleur. De oren zijn hoog aangezet en hangen met een driehoeksvorm naar beneden.
Het couperen van de oren is sinds 1996 in Nederland verboden.
De nek is gespierd en loopt over in een rechte rug met een brede, licht aflopende achterhand. De borst is breed, diep en hoog.
De staart wordt laag gedragen, met een lichte opgaande beweging richting de staartpunt. Dit ras bevat typische, dubbele Hubertusklauwen aan de achterpoten.
De vacht is hard, vol en glad met een zeer korte, maar fijne en dichte ondervacht. Aan de achterhand en de staart is de vacht iets langer.
Deze komt voor in twee kleurtypen. De eerste is zwart met brand (roodbruin), waarbij de roodbruine aftekeningen boven de ogen, op de snuit, wangen, keel, borst, onderste deel van de poten en onderaan de staart zitten.
De tweede kleur is Arlequin (Harlekijn), een grijs met zwarte kleur gecombineerd met blauwe en roodbruine aftekeningen. Hierbij is een blauwe oogkleur toegestaan.
Teven worden zo’n 61 tot 68 cm aan de schoft, reuen tussen de 65 tot 70 centimeter. Ze wegen tussen de 30 en 50 kilo, afhankelijk van geslacht en bouw. De Beauceron wordt zo’n 10 tot 12 jaar oud.
Karaktereigenschappen van de Beauceron
Als geheel zelfstandige herder en bewaker moest de Beauceron over een flinke dosis zelfstandigheid en intelligentie beschikken. Ze zijn moedig, vastberaden en zeer oplettend.
Maar deze hond is geen einzelgänger. Om hem succesvol op te kunnen leiden hadden de boeren gehoorzaamheid en een evenwichtige houding hoog in het vaandel. Hierbij kwam dan ook intensief contact met de eigenaar kijken.
Dit zie je vandaag de dag nog steeds sterk terug. De Beauceron vervult nu grotendeels de taak van familiehond, wat ze met verve doen. Ze tonen een sterke drang om bij hun baasjes te vertoeven en uiten dit in sterke verbintenis en gehoorzaamheid.
Hierdoor zijn ze lief voor de andere huisdieren en kinderen in het gezin. Ze zijn echter geen allemansvriend en stellen zich soms argwanend of zelfs waaks op tegen vreemden.
Deze eigenschappen kunnen echter alleen floreren, wanneer de eigenaar oog heeft voor de oorspronkelijke taken van het ras. Deze honden hebben geleerd zelfstandig te reageren in sommige situaties en staan bekend om hun kracht en uithoudingsvermogen.
Gebruikt de eigenaar deze eigenschappen? En leidt hij deze met duidelijke, zachte hand in goede banen? Dan heb je aan de Beauceron een allerbeste vriend!
Verzorging en gezondheid
De korte, stevige vacht van de Beauceron behoeft weinig verzorging. Tweemaal per week kan de vacht geborsteld worden met een normale vachtborstel. In de rui heeft de vacht uiteraard meer aandacht nodig.
Controleer echter regelmatig de oren, ogen en poten. Dit ras draait zijn poot niet om voor een duik in de bosjes of de modder, dus controle op vuil en wondjes is onmisbaar.
De Beauceron is een relatief gezond ras. Door hun grote borstkas hebben ze echter verhoogde kans op een kanteling van de maag, ook wel maagtorsie genoemd.
Hierbij draait de maag een rondje om in de borstkas. Hierdoor wordt deze afgesloten en hopen zich gassen op. Dit kan in zeer korte tijd dodelijk zijn. Daarom wordt geadviseerd de eerste twee uur na het eten rustig aan te doen.
Ook ziet men geregeld heup- en elleboogdysplasie bij deze honden. Dit is een erfelijk belaste aandoening, waarbij de onderdelen in het gewricht niet goed op elkaar aansluiten. Daardoor kan er in rap tempo slijtage plaatsvinden, wat veel pijn veroorzaakt.
In de fokkerij worden de ouderdieren echter wel getest, om de aandoening zo min mogelijk te laten vererven.
Hiernaast komt OCD (Ostechondrose dissecans) soms voor, een aandoening waarbij het kraakbeen zich niet normaal ontwikkelt. Hierdoor kunnen kleine stukjes afbreken in het gewricht. Dit zorgt voor een ontsteking en kreupelheid, wat veel pijn kan doen.
Ook epilepsie wordt af en toe waargenomen bij dit ras. Dit is een neurologische aandoening, waarbij de activiteit van de hersencellen tijdelijk verstoord wordt. Dit leidt tot abnormaal gedrag (spierkrampen en vermindering van bewustzijn) en zelfs epileptische toevallen (stuipaanvallen en verlies van bewustzijn).
Hiernaast lijden Beaucerons af en toe aan spondylose. Hier treedt slijtage op in de schijven tussen de rugwervels, waardoor een abnormale aanmaak van botweefsel op gang komt.
Opvoeding
Ondanks zijn stoere en robuuste voorkomen, had de Beauceron een flinke dosis intelligentie en fijngevoeligheid nodig om zich meester van zijn taken te maken.
Hierdoor heeft hij een intensief, correct en volledig opvoedtraject nodig. De eigenaar dient de socialisatie en gehoorzaamheidsregels met zachte, maar consequente hand aan te leren.
De Beauceron is erg gevoelig en heeft door zijn baasgerichtheid alles zo onder de knie. Maar dit bereikt men niet door onrust, stemverheffing en fysieke dwang.
Een angstige Beauceron zal erg zenuwachtig en soms zelfs agressief zijn. Dit mag men echter nooit bestempelen als ’temperament’.
Met de juiste opvoeding is de Beauceron zelfstandig en kalm, maar respectvol. In combinatie met zijn zachtaardigheid maakt dit hem het liefste lid van het gezin.
Beauceron en beweging
Oorspronkelijk is de Beauceron een werkhond, waardoor hij veel beweging nodig heeft.
Hij werkt graag en veel samen met de baas. Hij komt hierbij het meest tot zijn recht met een taak om handen.
Om deze reden vinden ze bijvoorbeeld speuren het einde. Er zijn dan ook speciale speur- en reddingscursussen te volgen met deze alleskunner.
Wist je, dat de Beauceron in Frankrijk nog steeds als politiehond ingezet wordt?
Ondanks zijn forse voorkomen is hij echter lichtvoetig en flexibel. Hierdoor is hij geschikt voor allerlei sporten. Denk aan behendigheid en flyball, maar ook met de frisbee en bal weet de Beauceron wel raad.
Ook bij zwemmen en fietsen tonen deze energieke slimmeriken zich onvermoeibaar. Wees echter alert bij temperaturen boven de 15 °C om oververhitting te voorkomen.
Bouw hiernaast de beweging altijd goed op en af, om blessures te voorkomen.