Kou, ijs, sneeuw en nattigheid. Brrr! In de winter kan je hond wel wat extra verzorging en support gebruiken.
Het winterweer heeft niet alleen effect op mensen, ook honden kunnen er last van hebben.
Welke honden hebben wat extra hulp nodig om warm te blijven?
Moet je een hond anders voeren?
En bij wanneer moet een erfhond naar binnen?
Met deze 7 tips help je jouw viervoeter veilig en warm de winter door.
Hond in de winter
Winter is het moment voor zowel hond als baasje om warmte op te zoeken. Gure wind, regenbuien en sneeuw zorgen voor veel onbehagen.
Maar bijna elke hond heeft andere zorg nodig in de winter. De één is graag en veel buiten, de ander wil bij een regenbui met geen mogelijkheid de deur meer uit.
Hoe biedt jij je viervoeter hetgeen wat hij nodig heeft? Om je hiermee te helpen, geven we je zeven belangrijke wintertips.
7 Tips voor de winter
De winter is een speciaal seizoen, dit vraagt om een bijzondere aanpak.
Wist je bijvoorbeeld, dat een hond in de auto niet alleen ’s zomers groot risico loopt? In de winter wordt het hier namelijk binnen korte tijd veel te koud. Kouder zelfs, dan buiten!
Meer wintertips horen? Lees dan hier onze 7 belangrijke tips voor een warme en veilige winter.
1. Stimuleer de vachtgroei
Je hond is het beste beschermd tegen de winterse kou en nattigheid, wanneer zijn vacht voldoende kans krijgt om winterdekking te creëren. Maar ligt jouw hond al vanaf 15 °C binnen voor de kachel? Dan zal zijn lichaam geen nut zien in het aanmaken van een dikke winterjas.
Ga vanaf de start van de herfst gericht met je hond naar buiten. Een aantal uur per dag in de frisse buitenlucht zal het lichaam aanzetten tot vorming van de wintervacht. Daalt de temperatuur naar 5 °C, dan is een half uur tot uur buiten genoeg.
Laat hierbij je hond voldoende bewegen en let op signalen van onderkoeling. Dit zijn:
- Haren overeind zetten
- Koude ledematen
- Moeizamer ademen
- Rillen
Wordt de huid bleek, blauw of rood en opgezwollen? En lijkt je hond uitgeput? Dan kan hij onderkoeld zijn. Wikkel de hond in een deken en bel de dierenarts voor advies.
2. Controleer regelmatig of een trui of dekje nodig is
Sommige honden zijn echt gemaakt voor winterse omstandigheden. Rassen zoals de Syberische Husky, de Malamute, maar ook de Akita, New Foundlander, Samoyeed en Sint Bernard zijn perfect gehard tegen sneeuw en wind.
Maar niet elk ras of individu is in zijn element tijdens het lage kwik. Sommige honden krijg het uit zichzelf snel koud.
Denk hierbij aan:
- Honden met een dunne vacht, met weinig tot geen onderwol
- Honden met een laag lichaamsgewicht of minimale vetlaag
- Kleine honden
- Puppy’s
- Senioren
- Zieke honden
Kleine hondenrassen hebben extra risico om onderkoeld te raken. Dit komt, omdat ze een relatief hoog oppervlakte tot volume-ratio hebben. Hierdoor hebben ze meer lijfoppervlakte waardoor ze warmte kunnen verliezen.
Zo kan een gevoelige hond al bij temperaturen beneden de 10 °C gaan rillen. Houd dit goed in de gaten en trek hem eventueel een trui of jas aan bij het wandelen. Zorg dat je hond hiernaast niet te lang buiten stil staat.
Regent het? Kijk dan of de vacht van je hond het vocht tegenhoudt. Geef hem anders een regendekje.
Let op Wanneer het echt plenst, heeft elk ras kans op lekkage. Wanneer de onderwol nat wordt, krijgt je hond het koud en kan hij ziek worden. Zorg dus voor voldoende schuilmogelijkheden en ga niet naar buiten als het hoost.
Lees meer: Hondentips voor de lente en zomer »
3. Bescherm de poten
In de winter heeft een hond niet per definitie koude poten. Als extremiteit zal je dit misschien verwachten. Maar er wordt voldoende warm bloed vanuit het hart naar de voetjes gepompt, zodat deze lekker warm blijven.
Toch verdienen de poten extra aandacht bij koud weer. Er kunnen namelijk klonten ijs in de vacht en tussen de tenen blijven steken. Dit is pijnlijk en kan tot droge, kapotte voeten leiden.
Hiernaast nemen wij mensen geregeld maatregelen om te zorgen dat we niet uitglijden op straat. De pekel die we hiervoor gebruiken, is best sterk spul. Onze hond loopt hier met zijn voetzolen in, wat de huid kan aantasten.
Spoel dus na het wandelen de voeten goed af met lauw water en droog ze af. Zo kan het zout niet in de huid bijten.
Bescherm eventueel de huid al tijdens het wandelen door ze voeten in te smeren met vaseline (basis, zonder toevoegingen). Dit voorkomt ook het vastkleven van ijsklonten.
Naast pekel, gebruiken we nog meer producten om al dat ijs te laten smelten. Deze zijn vaak giftig voor je dier, dus let hier extra mee op!
4. Biedt voldoende voeding
Ligt jouw hond de hele dag voor de kachel? Dan zal hij in de winter niet veel extra energie nodig hebben om zichzelf warm te houden. Maar voor honden die veel buiten zijn, ligt dit anders.
Door de kou heeft de hond niet alleen energie nodig om te bewegen, maar ook om zichzelf warm te houden. Onderschat dit niet, dit kost hem een hoop calorieën!
Kijk of jouw hond in aanmerking komt voor calorie-rijker voedsel dan in de warmere seizoenen. Overleg hiervoor met een dierenarts of voedingsdeskundige.
Heeft je hond snel last van een droge, schilferige huid? Voeg dan een lepeltje natuurlijke olie toe aan het voer, zoals kokosolie. Dit kun je indien nodig ook inwrijven op extreem droge huid.
5. Zorg voor een warm, droog onderkomen
In de winter heeft een hond meer risico op gezondheidsproblemen door de kou. Denk aan tocht, nat weer en lage temperaturen. Dit kost hem veel energie, waardoor zijn weerstand kan verminderen.
Zorg dus dat elke hond altijd beschikking heeft tot een warm en droog onderkomen. Bij temperaturen onder de 5 °C is het wijs zelfs poolhonden naar binnen te halen.
Let op Bij honden die gewend zijn om veel buiten te zijn, zal een flinke winternacht ontwikkeld zijn. Deze dieren kun je niet zomaar binnenhalen, in een woonkamer waar het standaard 20 °C is. Zet een bench in de bijkeuken en zorg ervoor dat je hond naar een koelere plek kan lopen, wanneer hij het te warm heeft.
Het risico op oververhitting is anders groot.
Zorg hiernaast voor een zachte, dikke ondergrond wanneer je hond nog wel buiten kan blijven. Hier kan hij in wegkruipen. Een klein onderkomen, zoals een hok of afgedekte bench, zorgt ervoor dat de hond zijn lichaamswarmte om zich heen kan houden.
6. Houd je hond weg van koud of bevroren water
De meeste honden vinden even spelen in de vrieskou wel leuk. Rollen in de sneeuw, sneeuwballen vangen en lekker graven. Genoeg leuks te doen!
Maar koud en bevroren water, brengen extra risico met zich mee. IJs kan natuurlijk breken, wanneer je hond hierop loopt. Komt hij in een wak en onder het ijs terecht, dan kan hij verdrinken of dodelijk onderkoeld raken.
Maar de voetzolen van je hond, zijn ook geen goede combinatie met een harde ijslaag. Net als onze handen, kan bij koud weer de huid vastvriezen aan de bovenzijde van het ijs. Dit kan nare wonden veroorzaken.
Ook het drinken van (heel) koud water kan gevaarlijk zijn. Het warme binnenste van je hond kan door de kou een klap krijgen, met maagkrampen, onderkoeling en zelfs een hartstilstand leiden.
7. Pas op met warmtebronnen
Het ziet er misschien heerlijk comfortabel uit, je hond die dicht tegen de kachel aan gekropen is. Maar net als bij onbeschermde kruiken, kan een hete radiator ook voor brandwonden zorgen.
Zorg ervoor dat je hond niet tegen de hittebron aan kan liggen en weg kan als hij het te heet krijgt. Pas daarom extra op met items zoals elektrische dekens.