Diabetes bij honden: symptomen & oorzaken

Laatste update: 2 juli 2019
diabetes hond

Heeft jouw hond suikerziekte? Diabetes bij honden komt steeds vaker voor.

Overgewicht, leeftijd, maar ook ras en hormonen kunnen een rol spelen bij het ontstaan van deze ziekte.

Hoe kom je erachter dat je hond suikerziekte heeft?

En wat betekent dit voor de zorg voor je hond?

In dit artikel vertellen we jullie alles over suikerziekte bij honden.

Suikerziekte bij hond symptomen

Je hond is lusteloos, drinkt veel en heeft wat plas ‘ongelukjes’ in huis. Oeps, kan gebeuren!

Maar deze verschijnselen kunnen ook op de aanwezigheid van suikerziekte wijzen.

Hoe zie je of je hond gewoon zijn plasje niet kon ophouden, of suikerziekte heeft?

Niet elke hond die veel drinkt, heeft gelijk suikerziekte. Bij herkennen van aandoeningen geeft vaak de combinatie van symptomen veel informatie.

Hiernaast bestaan er symptomen die typerend zijn voor een bepaalde aandoening.

Hoe zit dat bij suikerziekte? Je hond kan suikerziekte hebben wanneer hij:

  • (te) veel drinkt
  • (te) veel plast
  • Plas ‘ongelukjes’ in huis heeft
  • Troebele ogen heeft
  • Veel eet, maar toch gewicht verliest
  • Lusteloos is
  • Slechte(re) vachtconditie krijgt

Suikerziekte, of diabetes mellitus, zoals de Latijnse naam luidt, is een aandoening die te maken heeft met de bloedsuikerspiegel.

Met diabetes heeft je hond te weinig insuline in zijn lichaam. Insuline is verantwoordelijk voor het opnemen van glucose (suiker) dat uit eten afkomstig is.

Glucose is een belangrijke bron van energie voor het lichaam. Maar wanneer dit onvoldoende opgenomen kan worden, hoopt de hoeveelheid glucose zich op in het bloed. En daar wordt je hond ziek van.

Diabetes is veelal ongeneeslijk, maar wel te behandelen. Het nare is, dat het wel heel constant behandeld moet worden.

Hoe langer de suikerziekte (slecht) behandeld blijft, hoe groter de kans op onomkeerbare gezondheidsproblemen.

Bijvoorbeeld: de troebele ogen worden veroorzaakt door de hoge bloedsuikerspiegel. De lens in het oog wordt troebel, met staar en uiteindelijk blindheid tot gevolg.

Daarom is een vroege diagnose bij suikerziekte essentieel.

Suikerziekte kan alleen vastgesteld worden door een dierenarts, door middel van bloed- of urine onderzoek.

De dierenarts bekijkt hierbij het glucose gehalte, en wanneer dit herhaaldelijk te hoog is wordt bijna altijd de diagnose diabetes vastgesteld.

Ook het ketonen-gehalte wordt bekeken. Dit zuur breekt vet af om aan energie te komen, wanneer niet genoeg glucose voor handen is.

Wanneer glucose niet door het lichaam opgenomen kan worden, wordt overgegaan op vet en stijgt het aantal ketonen in de urine.

Verschillende soorten suikerziekte bij honden

Helaas ben je met de diagnose: “mijn hond heeft suikerziekte” nog niet helemaal klaar. Er zijn namelijk drie verschillende typen, die je hond kan krijgen.

1. Diabetes Type I

Het overgrote deel van de suikerziekte-gevallen wordt veroorzaakt door een defecte alvleesklier. Meestal maakt deze door een auto-immuun aandoening te weinig insuline aan.

Dit wordt ook wel ‘ouderdomssuiker’ genoemd.

2. Diabetes Type II

Door een hoog gehalte van sommige hormonen (zoals corticosteroïden) worden de lichaamscellen minder gevoelig voor insuline.

De alvleesklier moet steeds meer insuline aanmaken voor hetzelfde effect, en raakt uitgeput. Hierdoor ontstaat een insuline tekort, en krijgt je hond suikerziekte.

Dit kan ook veroorzaakt worden door een ziekte, zoals de ziekte van Cushing, of een ontsteking van de alvleesklier.

3. Diabetes Type IV

Het laatste type wordt ook wel zwangerschapsdiabetes genoemd, omdat het veroorzaakt wordt door het hormoon progesteron.

Door de verhoogde progesteron wordt de werking van insuline verlaagd, waardoor het lichaam minder goed glucose kan opnemen.

Suikerziekte bij hond oorzaken

Zo’n 1 op de 500 honden lijdt tegenwoordig aan suikerziekte. Maar waar wordt dit door veroorzaakt? Wordt je hond hiermee geboren, of loopt hij het ergens op?

Helaas kan diabetes bij ieder dier voorkomen, ongeacht leeftijd, ras of voedingspatroon. Wel zijn er ondertussen wat risicofactoren bekend:

Erfelijkheid

Diabetes komt niet louter voor als toeval. Sommige honden, zowel ras als binnen de familie, zijn erfelijk belast.

Sommige dieren ontwikkelen het standaard op latere leeftijd, anderen worden met een onder-ontwikkeling van de insuline-producerende cellen geboren.

Helaas is er nog geen DNA-test beschikbaar om de hond hierop te laten testen. Er wordt wel veel onderzoek naar gedaan. Wie weet, in de nabije toekomst!

Gewicht

Daar hebben we ‘m weer: overgewicht.

Het is algemeen bekend dat overgewicht niet goed is voor de gezondheid. Maar door overgewicht worden de lichaamscellen ook nog eens minder gevoelig voor insuline, met suikerziekte tot gevolg.

Gezondheid

Insuline wordt geproduceerd in de alvleesklier. Wanneer deze beschadigd raakt, door een operatie, ongeluk of (auto- immuun) ziekte, kan de insuline productie verstoord worden en tot diabetes leiden.

Hiernaast kan de ziekte van Cushing, waarbij de bijnier teveel cortisol produceert, suikerziekte veroorzaken. Door de cortisol worden de lichaamscellen namelijk minder gevoelig voor insuline.

Hormonen

Wanneer je hond loops is geweest, wordt er een tijdje het hormoon progesteron geproduceerd. Hierdoor kan de productie van het groeihormoon toenemen, en wordt de werking van insuline onderdrukt.

Om deze reden kan anti-loopsheid medicatie ook tot suikerziekte leiden.

Leeftijd

Helaas hebben honden van middelbare of hogere leeftijd een stijgende kans op suikerziekte. Wanneer de alvleesklier minder hard kan werken, vermindert de insuline-productie en loopt de bloedsuikerspiegel op.

Ras

Bij sommige hondenrassen komt vaker suikerziekte voor dan bij anderen. Er is nog niet bekend waarom deze rassen een verhoogd risico hebben.

Suikerziekte wordt onder andere vaker gezien bij de Alaskan Malamute, Chow Chow, Cocker Spaniël, Duitse Herder, Dobermann Pincher, Dwergschnauzer, Engelse Springer Spaniël, Golden Retriever, Keeshond, Labrador Retriever, Old English Sheepdog, Poedel, Teckel en West Highland Terriër.

Behandeling diabetes bij hond

diabetes hond behandeling

Met alle ellende rondom suikerziekte, zou je een lage levensverwachting voor je hond vermoeden. Gelukkig is er medicatie waarmee we de suikerziekte onder controle kunnen houden.

Nu ja, medicatie? We helpen het lichaam eerder een handje. Door na iedere maaltijd met een spuit insuline in de bloedbaan te prikken, heeft het lichaam de mogelijkheid om glucose beter op te nemen.

Zo reguleer je de glucose in het bloed en blijft je hond buiten gevaar.

Een verschijnsel dat extra aandacht verdient, is de ‘hypo’. Hypo is een verkorting van ‘hypoglycaemie’, wat aangeeft dat er te weinig glucose in het bloed zit.

Dit kan door plotselinge, of een te hoge inspanning komen, maar ook door een te hoge dosering insuline of te lage voedselinname. Je hond wordt onrustig, sloom en kan rillerig zijn.

Zonder ingreep raakt hij bewusteloos of krijgt een epileptische aanval. Blijft de hond te lang in deze toestand, dan kan hij overlijden.

Vermoed je een hypo?

Bied je hond voer aan om zijn glucose niveau weer op peil te krijgen.

Kan of wil je hond niet meer eten? Smeer dan het poeder van druivensuiker op en onder de tong. Gebruik hiervoor zo’n 1 gram per kilo lichaamsgewicht van je hond. Voor een hond van 15 kilo gebruik je dus 15 gram poeder.

Dit is een snelle bron van glucose wat gelijk opgenomen wordt in het bloed, en je hond weer bij kennis brengt. Laat je altijd adviseren door een dierenarts!

De dagelijkse voeding van je hond is dus belangrijk in het goed reguleren van suikerziekte. Hij moet op een goede manier aan zijn energie komen, zonder teveel koolhydraten (bron van glucose) binnen te krijgen.

Vraag daarom aan je dierenarts advies voor een hoogwaardig en consequent eiwit- voer.

Als voeding zo belangrijk is door de energie die het levert, zal het je niet verbazen dat ook lichaamsbeweging in de gaten gehouden moet worden. Beweging is goed, maar zal ook gereguleerd moeten worden.

Het beste kun je wandelingen uitstippelen die ongeveer even lang en intensief zijn, zodat je hond minder kans heeft op een hypo.

Dus: bij een vroege diagnose en consequente behandeling, heeft je hond met suikerziekte dezelfde levensverwachting als zijn niet-suikerziekte soortgenootjes. Zo kunnen jullie nog heerlijk van elkaar blijven genieten.

Lang leve de moderne gezondheidszorg!