Chow Chow

De Chow Chow is een hondenras dat al duizenden jaren oud is. Lange tijd waren zij alleen beschikbaar voor de adel en geestelijken in China. Hier vervulden zij de rol van jachthond, waker en metgezel.

Tegenwoordig zie je ze overal ter wereld, al zijn ze relatief zeldzaam. Met hun leeuwachtige voorkomen en blauwe tong zijn ze echter alom bekend. Ze zijn lief en loyaal naar hun eigen mensen, maar terughoudend en wantrouwig naar vreemden.

De Chow Chow is een zelfstandig type, dat soms eigenzinnigheid en hoogmoed kent. De opvoeding dient dus zeer gericht te gebeuren, met duidelijke maar positieve instelling.

Nieuwsgierig naar dit ras?

Lees hier alles over de Chow Chow.

Achtergrond van de Chow Chow

Van origine wordt de Chow Chow gezien als een Aziatisch, vaak Chinees ras. Mogelijk kwamen ze zo’n drieduizend jaar geleden met nomaden mee uit Siberië, om zich in het gebied te vestigen dat het huidige China bedekt.

Doordat de nomaden boerderijen gingen stichten, kreeg de hond er allerlei taken bij. Verdelger van ongedierte, erfbewaker, jachthond en lastdier. Ook werd de hond jarenlang gehouden voor zijn vlees en dikke vacht, ondanks zijn status als metgezel.

De oorsprong van dit ras hult zich vandaag de dag in veel mysteriën. Er wordt echter vermoed dat de Chow Chow bloedbanden heeft met de Mastiffs en Scandinavische Spitshonden.

Jarenlang was het ras alleen maar te vinden in China, die de deuren naar andere landen en beschavingen potdicht hield. Hier was de Chow Chow populair als jager, waker maar ook als metgezel aan het hof, in kloosters en bij de adel.

Rond het jaar 1800 begon het ras zich pas wat meer over de wereld te verspreiden. In de 20e eeuw begon Nederland aan het importeren van deze aparte honden, vanuit Engeland.

Vandaag de dag is de Chow Chow nog steeds een zeldzame verschijning. Ze vervullen nu de taak van huishond, met een goed gevoel voor waken. Hiernaast ziet men ze geregeld op rasshows in de ring.

Uiterlijke kenmerken

Volgens de rasstandaard is de Chow Chow een actieve, compacte hond. Ze hebben een leeuwachtig voorkomen, ietwat stijve passen en een karakteristieke blauw-zwart gekleurde tong.

De kop is vlak en breed, met een brede snuit. De ogen zijn ovaal en donker van kleur. De oren zijn klein, dik en worden stijf omhoog gedragen.

In het gezicht bevinden zich enkele huidplooien, die in combinatie met de oorstand de karakteristieke ‘fronsende blik’ (scowl) geeft.

De hals is vol en licht gebogen. Deze loopt uit in een brede en diepe borstkas en een korte, rechte rug. De poten zijn relatief kort en de voeten zijn kort, rond met een katachtig voorkomen.

De vacht kan voorkomen in een lang- en kortharige variant. De langharige heeft een grove, lange bovenvacht met zachte, wollige ondervacht. De hals heeft lange beharing, die ogen als leeuwenmanen. De achterhand heeft een lange, behaarde ‘broek’.

De kortharige versie heeft een dichte, opstaande vacht die als pluche oogt.

De vacht komt voor in zes effen kleuren: zwart, blauw, rood, fawn (reekleurig), crème of wit. Bont of gevlekt is niet toegestaan.

Reuen zijn zo’n 48 tot 56 centimeter aan de schoft en wegen tussen de 25 en 32 kilo. Teven zijn iets kleiner met 46 tot 51 centimeter en 20 tot 27 kilo. De Chow Chow wordt zo’n 12 tot 15 jaar oud.

Karaktereigenschappen van de Chow Chow

De Chow Chow is een kalme, gelijkmatige hond. Ze hebben zeer waakse trekjes en zijn dan ook niet weg van vreemden. Dit geldt voor zowel de menselijke als dierlijke visite.

Vreemde personen worden gewantrouwd of onverschillig behandeld. Maar deze waker houdt alles minutieus in de gaten. Als hem iets niet zint, is hij er als de kippen bij.

Hier tegenover staat dat dit ras zeer loyaal is naar zijn baasje en zowel lief als tolerant is voor zijn eigen gezinsleden. Naar andere honden kan hij zijn mannetje staan, deze machtige erfheer laat zich niet zomaar opzij zetten.

Ze zijn trots en eigenzinnig, met een autonome en gereserveerde houding. Hun afkomst als oerhond zorgt ervoor dat het ras hard en sober is, zodat een gezondheidsprobleem wat lastig te herkennen kan zijn.

Verzorging en gezondheid

De vacht van de Chow Chow heeft oplettende verzorging nodig. De langharige variant dient eenmaal per week goed doorgeborsteld te worden. In de rui komt er echter dagelijks veel haar vanaf.

Ook de kortharige variant dient goed geborsteld te worden, zij het minder intensief. Ook moet men erop letten dat de vacht niet in elkaar gaat kroezen en viltplekken krijgt.

De Chow Chow is een relatief gezond ras. Ze hebben echter geregeld problemen in de knie, bij de kruisbanden. Hierbij kan de band die het gewricht op zijn plaats houdt verschuiven.

De hond loopt kreupel en heeft veel pijn. Dit moet doorgaans operatief verholpen worden.

Ook entropion komt geregeld voor. Hierbij krult het buitenste ooglid naar binnen. Dit irriteert het oog, waardoor er irritatie en schade kan optreden.

Opvoeding

De Chow Chow heeft een goede en complete socialisatie nodig om problemen met andere dieren te voorkomen. Deze hond benadrukt graag dat hij voor niemand bang is en kan daarom provoceren of fel reageren.

Hiernaast zijn het intelligente honden, die echter pas luisteren wanneer ze ergens het nut van inzien. Daarom is het belangrijk om van begin af aan duidelijk, consequent en positief in de training te staan.

Een harde hand werk averechts bij dit ras. Ze staan bekend om hun katachtige ‘air’. Dus bevalt het ze niet? Dan kun je op je kop gaan staan, maar de Chow Chow bekijkt je met opgetrokken neus.

Chow Chow en beweging

De Chow Chow houdt over het algemeen wel van een goede wandeling. Door hun korte passen en stijve gang zijn ze echter niet geschikt voor sporten waar flexibiliteit en snelheid centraal staan.

Ook is door zijn dichte, stugge vacht de buitentemperatuur een punt van aandacht. Houd met warm weer activiteit beperkt, deze hond bouwt in korte tijd veel hitte op.

Veel draaien, springen, traplopen en plotseling remmen moet voorkomen worden met het oog op de gevoelige kruisbanden.

Toch is de Chow Chow een hond die baat heeft bij een actieve levensstijl. Binnenshuis zijn ze kalm en gelijkmatig.  Maar krijgt de hond niet genoeg beweging? Dan ligt overgewicht op de loer.