Home   /   Hondenrassen

Appenzeller Sennenhond

Laatste update: 22 januari 2021
appenzeller sennenhond

Met de Appenzeller Sennenhond heeft het Nederlandse huishouden een pareltje gekregen vanuit de Zwitserse Alpen.

Deze bewaker is voor niemand bang, maar zal zijn gezin nooit een haar krenken.

Als veehoeder bewees de Appenzeller zijn intelligentie en zelfstandigheid, waardoor hij bij uitstek een type voor de meer ervaren hondenbezitter is. Heb je een plan, dan hebben jullie dat samen.

Maar heb je dat niet? Dan besluit de Appenzeller zelf wel hoe het moet.

Ben jij klaar voor deze pientere, onvermoeibare grappenmaker?

In dit artikel geven we jullie alle details over dit hondenras.

Achtergrond van de Appenzeller Sennenhond

Van origine is de Appenzeller Sennenhond een echte boerenknecht, afkomstig uit de Zwitserse Alpen. Hier werd hij gebruikt om vee te hoeden, maar ook om het boerenbedrijf te bewaken.

De Appenzeller is één van de vier Zwitserse Sennenhondenrassen en valt in de middelgrote categorie. Het grootste type is de Grote Zwitserse Sennenhond, gevolgd door de alom bekende Berner Sennenhond. De kleinste variant is de Entlebucher.

Het Zwitsers- Duitse woord “Sennen” staat voor “boerderij”. De Appenzeller bewees zich een onvermoeibare en taaie kracht op dit bedrijf. Tegelijkertijd was hij liefdevol en trouw naar het gezin.

Deze karaktertrekken zien we anderhalve eeuw later nog steeds terug. Deze sterke werker is flexibel, energiek, maar ook waaks, trouw en aanhankelijk. Om deze redenen zien we de moderne Appenzeller vaak terug als gezinshond, een taak die hij met verve vervult.

Uiterlijke kenmerken

Appenzeller Sennenhond Uiterlijk
Foto door Annika Freson

Volgens de rasstandaard is de Appenzeller Sennenhond een harmonische, krachtige en levendige hond. Hij is temperamentvol en zelfverzekerd, maar ook opgewekt en leergierig.

De kop is ietwat wigvormig en heeft een rechte, licht toelopende snuit. De ogen zijn enigzins amandelvormig en relatief klein, met een (donker)bruine kleur. De oren zijn hoog en breed aangezet, driehoekig van vorm en worden hangend gedragen.

De korte hals loopt over in een brede, diepe borst en een rechte, korte rug. De achterhand is kort en gespierd. De staart is hoog aangezet en wordt doorgaans in een sterke krul over de rug gedragen.

De vacht bestaat uit dichte onderwol, zwart, bruin of grijs van kleur. Het dekhaar is kort, stevig en dicht, met een zwarte of chocolade bruine grondkleur. Roestbruine aftekeningen zijn te vinden bij de ogen, weerszijden van het hoofd, borst en benen. Een witte bles siert het voorhoofd, evenals een wit gedeelte op de borst en hals.

Reuen zijn zo’n 52 tot 56 cm aan de schoft en wegen tussen de 30 en 32 kilo. Teven zijn iets kleiner, met 50 tot 54 cm schofthoogte en 25 tot 28 kilo. De Appenzeller Sennenhond wordt zo’n 12 tot 14 jaar oud.

Karaktereigenschappen van de Appenzeller Sennenhond

Als echte hof- en boerderijhond kent de Appenzeller het beste van twee werelden. Aan de ene kant is hij energiek, sterk en waaks, aan de andere zachtaardig en opgewekt. Ze zijn zeer loyaal naar hun gegeven taken, deze bewaker zul je met geen mogelijkheid om kunnen kopen.

Dit vertaalt zich in een gereserveerdheid naar vreemden en een actieve, zelfstandige houding. De hond moest zelfstandig het vee hoeden, waardoor hij inventief en intelligent is. Hiernaast heeft hij een groot uithoudingsvermogen en kan goed tegen barre weersomstandigheden.

Toch is de Appenzeller geen hond die buiten in een kennel floreert. Het liefst is hij dichtbij zijn gezin, waarbij hij deel uitmaakt van de alledaagse gang van zaken. In de omgang met bekenden is hij vriendelijk en dol op grappen maken.

Hierdoor vormt de omgang met andere huisdieren en kinderen geen probleem. Wie bij het gezin hoort, hoort bij de Appenzeller. Toch is het onverstandig kinderen alleen te laten met een hond, een ongeluk zit in een klein hoekje!

Verzorging en gezondheid

Door zijn korte, dichte vacht heeft de Appenzeller maar weinig vachtverzorging nodig. Echter, wanneer de ruiperiode aanbreekt dient goed doorkammen dagelijks herhaald te worden.

Door zijn achtergrond als taaie veehoeder, is de Appenzeller Sennenhond een gezond ras gebleven.

Ze hebben echter een verhoogde kans op heupdysplasie. Dit is een ontwikkelingsstoornis in het gewrichtskraakbeen waardoor de hond misvormde gewrichten, artrose en kreupelheid krijgt.

Door deze aanleg wordt door de fokkers ook vaak getest op Elleboogdysplasie.

Ook Patella luxatie komt voor, dit wordt ook wel losse knieschijven genoemd. Hierbij schiet de knieschijf uit de knieholte, waardoor de hond mank gaat lopen en pijn heeft. Soms moet de knieschijf door de dierenarts teruggezet worden op de juiste plek.

Opvoeding

Appenzeller Sennenhond puppy
Foto door Annika Freson

Ondanks zijn opgewekte, vriendelijke aard is de Appenzeller Sennenhond geen hond voor iedereen. Deze bewaker dient goed gesocialiseerd te worden, hiernaast moet de baas een duidelijk plan hebben met de training.

Deze hond is namelijk gefokt als een zelfstandig en intelligent type. Heb je geen plan, dan neemt hij zijn eigen beslissingen.

Door hun tomeloze passie voor hun werk kunnen ze soms wat doorslaan. Dit dient goed door het baasje begeleid te worden, terwijl de hond voldoende kans krijgt zijn ei kwijt te kunnen.

De Appenzeller is een snelle leerling, hierdoor zijn ze herhaling al binnen korte tijd beu. Afwisseling en uitdaging doet deze hond goed, zowel mentaal als fysiek. Hiernaast is het belangrijk het goede voorbeeld te geven, deze pientere slimmerik pikt werkelijk alles op!

Dit alles, betekent dat de Appenzeller Sennenhond een consequente, maar vriendelijke opvoeding nodig heeft. Juist met agressie en dwang creëer je een koppige, eigenzinnige en felle huisgenoot.

En dat, terwijl dit ras bij uitstek een gezinshond is. Ze zijn gek op aandacht en willen het liefst samen met de baas op stap. Op avontuur!

Appenzeller Sennenhond en beweging

Appenzeller Sennenhond loopt met stok
Foto door Annika Freson

Samen activiteiten ondernemen vindt de Appenzeller geweldig. Zolang het samen is, vindt hij werkelijk alles leuk. En het leukste hiermee is, dat deze slimmerik ook alles kan!

Flyball, behendigheid, speuren, maar ook hulp- en reddingshond zijn taken die de Appenzeller als gegoten zitten.

Lange wandelingen, naast de fiets lopen en simpele spelletjes worden ook met enthousiasme onthaald. Mits er voldoende afwisseling en vertrouwen is, gaat deze Sennenhond voor je door het vuur.

En hij weet precies hoe!