Engelse Cocker Spaniël

Engelse Cocker Spaniël

De Engelse Cocker Spaniël is voor veel hondenliefhebbers een bekend gezicht. De dromerige blik, de zijdezachte lange oren en het vriendelijke karakter maken hem één van de populairste hondenrassen.

Vooral voor huishoudens met andere dieren en kinderen is deze lieve langoor geschikt. Maar vergis je niet, onder deze eeuwig kwispelende staart gaat een passievolle jager schuil. Ook kent het ras wat belangrijke gezondheidsproblemen.

Wil jij deze olijke lieverd wel als huisgenoot? Lees hier dan alles over dit populaire hondenras.

Achtergrond van de Engelse Cocker Spaniël

De naam zegt het al, oorspronkelijk komt de Engelse Cocker Spaniël uit Engeland (Groot-Brittannië). Hier werd de hond volop ingezet bij de jacht op vogels in dichtbegroeid gebied.

De geschiedenis van dit specifieke ras en type gaat vele eeuwen terug. Er zijn zelfs aanwijzingen, dat er in de vierde eeuw voor Christus al vergelijkbare jachthonden waren. In het jaar 948 werd echter voor het eerst in geschrift gesproken over deze “Spaynells” (Spaniëls), door Koning Howell de Goede van Wales.

Mogelijk komt dit type hond voort uit de Spaanse jachthonden uit de Middeleeuwen, “Spioenen” of “Spanjoelen” genaamd.

Onze Cocker Spaniël echter, kreeg zijn naam pas rond de 18e eeuw. Hij bleek namelijk vooral in de jacht op de woodcock (houtsnip) en cock pheasant (fazantenhaan) uit te blinken. De honden joegen de vogel op uit het struikgewas, zodat de jager deze kon vangen.

Eerst met een net, in meer modernere jaren met het geweer.

Deze vernoeming naar de vogelsoorten is niet verwonderlijk, omdat de fokkerij tot het jaar 1870 geheel op de jacht was toegespitst. Na de tweede helft van de 19e eeuw kwam hier verandering in en werd de Cocker ook steeds meer als huishond gezien.

Hierbij zag men ook een verandering in de kleurschakeringen van de vacht, zoals opvallend rood en wit. Rond 1970 was er een enorme populariteitsgolf, vooral op roodgekleurde Cockers. Dit zorgde voor een agressiviteitssyndroom, wat echter vandaag de dag nauwelijks meer voorkomt.

Vandaag de dag is de Engelse Cocker nog steeds populair, zowel in Engeland als in andere delen van Europa.

Uiterlijke kenmerken

Volgens de rasstandaard is de Engelse Cocker Spaniël een vrolijke, stevige hond. Ze zijn compact en uitermate voor de jacht geschikt, met een vierkante bouw.

De kop heeft een brede neus en een vierkante voorsnuit. De ogen zijn rond van vorm en licht- tot donkerbruin gekleurd. De oren zijn laag aangezet en worden hangend gedragen, met lang en zijdeachtig haar bedekt.

De hals is matig lang en loopt over in een paar schuin liggende schouders. De rug is kort en vlak, de borst diep. De achterhand is breed, waarbij de staart iets onder de ruglijn aangezet is.

De staart wordt vrolijk horizontaal gedragen.

De vacht is glad en zijdeachtig, met bevedering bij de buik, voorbenen en achterbenen. De voorkomende kleuren zijn zeer uiteenlopend, echter is geheel wit niet toegestaan.

Reuen zijn 39 tot 41 centimeter aan de schoft, teven iets kleiner met 38 à 39 centimeter. Afhankelijk van geslacht en bouw weegt de Engelse Cocker Spaniël tussen de 27 en 32 kilo. Ze worden zo’n 12 tot 15 jaar oud.

Karaktereigenschappen van Engelse Cocker Spaniël

Één van de belangrijkste pijlers van hun niet aflatende populariteit, is het karakter van de Engelse Cocker Spaniël. Ze staan bekend als zachtaardig en aanhankelijk, met een altijd vrolijk kwispelende staart.

Deze olijke viervoeters zijn altijd in voor een spelletje, knuffel of uitje met de baas. Door hun jachtachtergrond willen ze dan ook graag samen met het baasje bezig zijn. Ze deden vroeger de hele dag niets anders!

Ondanks hun passie zijn ze verrassend verdraagzaam, naar zowel andere huisdieren als honden en kinderen. Voorwaarde is dat de hond correct en voldoende gesocialiseerd is. Ze zijn dan ook niet eenkennig, al wordt bezoek wel even luidkeels aangekondigd.

Hiernaast zijn ze uitbundig en energiek, zonder neurotische trekjes.

Toch is het belangrijk om goed in de gaten te houden of de hond ook aan zijn rust kan komen. Ze houden namelijk alles in de gaten en willen overal bij zijn. Een rustig momentje of middagdutje kan daarom wat extra hulp nodig hebben.

Vroeger trok de jachthond voor een watervogel zijn neus niet op. Hup, het water in! Tegenwoordig is hierbij een scheiding ontstaan. De ene Cocker duikt in iedere plas die hij tegenkomt, de ander wil niet naar buiten met motregen.

Verzorging en gezondheid

De zachte, sluike haren van de Cocker Spaniël hebben flink wat verzorging nodig. De vacht is gevoelig voor klitten en de meeste Cockers nemen graag een duik. Daarom is dagelijks doorborstelen zeer aan te raden.

Vooral achter de oren, bij de liezen, oksels en poten zitten lange haren die extra aandacht verdienen.

Helaas kent het ras enkele belangrijke gezondheidsproblemen.

Één hiervan is Familiaire nefropathie, een aandoening die vanaf een leeftijd van 6 tot 12 maanden de kop op kan steken. De nieren zijn hierbij aangetast, waardoor de hond veel zal drinken, plassen, braken en weinig eetlust heeft. Door niet met aangetaste ouderdieren te fokken is de ziekte al wat teruggedrongen in de populatie.

Chronische hepatitis is een aanhoudende leverontsteking, die bij veel Cockers ontstaat op 8 à 9- jarige leeftijd. Vaak zijn er vage maar nare klachten, zoals braken, veel drinken en plassen, verminderde energie en vochtophoping in de buikholte (ascites). Er kunnen echter ook neurologische verschijnselen ontstaan bij een ernstige ontsteking.

Dit ras kent ook de auto-immuunziekte Hemolytische anemie. Hierbij breekt het eigen immuunsysteem de rode bloedcellen af, waardoor de hond ernstige bloedarmoede krijgt. Hierdoor ontvangen belangrijke delen in het lichaam te weinig zuurstof, met fatale gevolgen.

Helaas komt bij de Cocker Spaniël ook een hartaandoening voor. Dilaterende cardiomyopathie houdt in dat de spieren van het hart verzwakken, waardoor deze niet voldoende meer kan samentrekken. Deze spierverzwakking is helaas onomkeerbaar.

Ook kanker komt voor in de vorm van anaalzakcarcinomen. Dit zijn kwaadaardige gezwellen in het slijmvlies van de anaalzakjes, waarbij ongecastreerde reuen het minst risico op ontwikkeling lopen. Controleer de achterhand dus regelmatig, want de aanwijzende symptomen kunnen lange tijd vaag blijven.

Hiernaast is heupdyplasie een veel gezien probleem. Dit is een aandoening waarbij de onderdelen in het gewricht niet goed op elkaar aansluiten. Daardoor kan er in rap tempo slijtage plaatsvinden, wat veel pijn veroorzaakt.

Door de lange oren zien we veel oorontsteking bij de Cocker Spaniël. Vooral de buitenste gehoorgang wordt hierbij aangedaan (Otitis externa).

Ook oogproblemen komen voor, waaronder membrana pupillaris persistens. Dit is een aangeboren oogziekte waarbij de bloedvatrestjes van voor de geboorte nog steeds aanwezig zijn. Bij een blokkering aan de voorzijde van de ooglens kan grauwe staar (cataract) ontstaan.

Hiernaast zien we het ontstaan van progressieve retina atrofie (PRA). Hierbij verslechtert het netvlies van het oog. De hond wordt eerst nachtblind, waarna hij langzaamaan helemaal blind wordt. Dit proces is helaas onomkeerbaar.

Keratoconjunctivitis sicca wordt ook gezien, waarbij de hond chronisch te droge ogen heeft. De traanklieren worden namelijk door het eigen afweersysteem afgebroken, waardoor er te weinig oogvocht beschikbaar is. De hond heeft hierbij medicatie en oogdruppels nodig, om ontstekingen, beschadiging en blindheid te voorkomen.

Cataract is een veel gezien probleem bij honden op leeftijd. Dit noemen we ook wel ‘grauwe staar’. Het is een oogziekte waarbij de lens vertroebelt en de hond uiteindelijk helemaal blind wordt.

Tot slot zien we bij de ogen van de Cocker ook het risico op distichiasis. Hierbij irriteren de onderste wimpers het hoornvlies. Dit kan voor beschadigingen, eindeloze ontstekingen en blindheid zorgen.

Opvoeding

Door hun enorme wil om samen te werken is de Engelse Cocker Spaniël erg toegankelijk in de training. Hierdoor is een harde hand absoluut af te raden, want deze lieve slimmerik steekt graag al zijn moeite en tijd in jullie.

Maar pas op zijn mooie, soms droevige blik. Laat je niet foppen en de duidelijke regels vergeten, want dan heeft deze clown je binnen een mum van tijd om zijn duim gewonden.

In dit geval kan je jagertje nog wel eens achter zijn neus aan racen. En jij maar roepen! Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden, dus besteed voldoende aandacht aan het appèl en wees consequent.

Houd je Cocker blij en voldaan door hem geregeld uit te dagen met leuke denkspelletjes. Ze zijn hier pienter genoeg voor, maar lopen niet warm voor telkens hetzelfde trucje. Wees inventief, zo kun je zelfs op het hoogste niveau van de Gehoorzaamheidscursus komen met deze slimme rakker.

Engelse Cocker Spaniël en beweging

De Cocker Spaniël is gefokt om hele dagen door dichte begroeiing op vogels te jagen. Hier komt een sterke achterhand voor het ‘stuwen’ (afzet), een energieke draf en een onvermoeibare snuffelneus bij kijken.

Zodra de Cocker buiten is, gaat dus gelijk de neus naar de grond. Ze zijn dus uitermate geschikt voor speurcursussen of amateurjacht.

Maar ook hun energie kan in allerlei leuke bezigheden gestort worden. Ondanks zijn compacte bouw is de Cocker Spaniël snel en zelfstandig, waardoor ze geschikt zijn voor behendigheid, flyball, urenlange wandelingen en zwemmen.