Je puppy zindelijk maken: een van de eerste dingen die de puppy leert is om zijn plasjes en poepjes niet in huis te deponeren.
Zindelijkheid moet aangeleerd worden: ook wij leren al vroeg van onze ouders om op het potje te gaan.
Dit is ook onmisbaar voor je pup!
Met goede zindelijkheidstraining zal hij leren de ‘verkeerde’ plek van de ‘juiste’ plek te onderscheiden.
Ook wanneer je een reeds volwassen hond adopteert, kan het zijn dat deze nog niet geheel zindelijk is door zijn vorige levensstijl.
Geen man overboord: het is nooit te laat om te beginnen.
Maar, waar begin je eigenlijk?
In dit artikel gaan we in op de details van het zindelijkheidsproces.
Bij mama
Wanneer de pup nog bij zijn moeder is, zorgt zij ervoor dat de pups en de nestomgeving schoon blijven. Honden zijn van nature schone dieren en maken hun ‘eigen’ huis niet snel vies.
Al op jonge leeftijd verlaten ze af en toe het nest, om in een afgelegen hoekje hun behoeften te gaan doen. En op dat moment, kom jij aan de beurt!
Ik moet!
Op het moment dat je pup een plasje of poepje voorbereid, zie je dit aan zijn gedrag. Vaak gaan ze wat langer op dezelfde plek snuffelen, dribbelen of rondjes draaien.
Neem de tijd om dit gedrag bij je hondje te leren herkennen: ze reageren niet allemaal hetzelfde!
Ook na het eten, slapen of spelen kan het raak zijn. Houd dan je pup in de gaten. Wanneer hij aanstalten maakt om zijn behoefte te doen, lok je hem mee of til je hem rustig op naar buiten.
Het is belangrijk dat je hem de tijd geeft: hij moet eerst ontspannen voordat hij kan plassen.
Geef hem geen aandacht en wacht een paar minuten. Je kunt aan het einde van het plasje een commando geven (bijvoorbeeld “plasje”), zodat hij zal gaan herkennen wat de bedoeling is.
Is hij klaar, beloon hem dan met snoepjes of een rustige knuffel.
Begint hij niet met plassen, neem hem dan mee naar huis en probeer het een paar minuten later opnieuw.
Ook als hij binnen weer aanstalten maakt, neem je hem mee naar buiten. Maar zeker in het begin geldt: geef hem de tijd.
Geschikt plekje
Het fijne aan zindelijk maken is, dat jij als eigenaar de ‘juiste’ plekjes uitkiest. Wacht niet alleen maar tot je hondje aanstalten maakt om iets te doen; neem hem een paar keer per dag mee naar een ‘juist’ plekje.
Wanneer hij dan iets doet, geef je het commando en achteraf beloon je hem. Zo snapt hij sneller wat de bedoeling is, dan wanneer je op zijn ’teken’ wacht.
Leer je hondje eerst dat buiten er is om zijn behoefte te doen, niet per se om te spelen. Het kan namelijk zijn, dat het buiten zo leuk is dat je pup geen tijd heeft om te plassen en dit vervolgens binnen gaat doen.
Af en toe mee naar buiten om te wandelen is geen probleem. Belangrijk is, dat je hem na zijn behoefte gelijk weer mee naar binnen neemt, zodat hij de juiste associaties krijgt.
Is het ‘juiste’ plekje thuis duidelijk? Dan kun je deze in aantal gaan uitbreiden. Het commando wat je voor het eerste plekje hebt gebruikt, komt dan goed van pas.
Doet hij geen plasje, neem hem dan weer mee naar binnen en probeer het later nog eens. Maar onthoud: doe er steeds maar een plekje tegelijk bij, anders raakt hij in de war.
Hoe te handelen bij ongelukjes?
Het kan altijd voorkomen dat je net iets te laat bent: je pup is al begonnen. Til hem dan op; er treedt op dat moment een zogenaamde ‘plasrem’ in werking.
Doe dit altijd rustig: de plotselinge wending in de situatie kan je pup wat van zijn stuk brengen. Zet hem buiten op het ‘juiste’ plekje en wacht af. Doet hij zijn plasje? Geef weer het bijbehorende commando en beloon hem.
Wees niet boos of gespannen wanneer je pup een foutje maakt. Natuurlijk, het is niet fijn, maar ze kunnen zelfs na een half jaar weer even de mist in gaan.
Waarom dit gebeurt, hangt helemaal van de situatie af, maar onthoud dat het geen onwil is!
Wanneer je boos of hectisch reageert, kan je pup angstig worden om zijn behoefte te gaan doen. Angst kan ervoor zorgen dat ze vervolgens ‘in hun broek plassen’ wanneer ze het echt niet meer kunnen ophouden.
Dit is voor zowel hond als baas helemaal niet leuk. Dus onthoud: rust en beloning, dan komt het helemaal goed.
Wel is het belangrijk de plek van het ongelukje goed schoon te maken met water en te neutraliseren met anti-urine spray (Urine-Off).
Wanneer de ontlastingsgeur nog enigszins op de plek aanwezig is, kan je pup dit gaan associëren met een ‘juiste’ plek.
Straf je pup niet als het ongelukje gebeurd is achter je rug om. Maak het schoon en grijp in wanneer je het ziet gebeuren, zodat je hondje een goede associatie aangeleerd krijgt.
Piepen
Een bench is voor ’s nachts of als je even weg bent een goede hulp in het zindelijkheidsproces. Boots een klein nest na, zodat je hondje de natuurlijke neiging om zijn nest schoon te houden krijgt.
Veel pupjes piepen tijdens de eerste weken in hun nieuwe huis, ze missen hun moeder en haar warmte.
Laat de pup naar buiten als hij piept, zeker in de eerste weken: hij kan zijn plas nog niet zo lang ophouden. Dit gaat ’s nachts gewoon door!
Na een aantal dagen zult je merken wanneer je pup piept voor aandacht, of voor een toiletbezoek. Heeft hij zijn behoefte gedaan en piept hij nog steeds?
Breng hem dan terug naar bed en negeer hem. Hij leert dan snel om weer rustig in te slapen en alleen om aandacht te vragen wanneer hij ook echt moet.
Probeer de vraag om een plasje voor te zijn, zo wordt je pup niet gestrest door zijn volle blaas wakker en slaapt snel weer in. Na een aantal weken zullen ze steeds langer door gaan slapen.
Besteed je hier in het begin veel tijd aan, dan heb je er later minder zorg mee!
Trainingstijd tot zindelijkheid bij honden
Bij ieder hondje is de tijd tot ze volledig zindelijk zijn anders. Doorgaans is zindelijkheid wanneer ze 7-8 maanden oud zijn volledig aangeleerd.
Echter de duur van de training is sterk afhankelijk van hoe duidelijk en consequent jij je opstelt. Bedenk ook, dat het bewust controleren van de kringspier langzaam aan optreed in het groeiproces: houd dus vol en geef je pup de tijd.
Zie je geen vooruitgang in de training of laat je pup na een aantal maanden nog steeds alles lopen?
Neem dan contact op met een professional of dierenarts; zij kunnen nagaan of er een lichamelijk probleem is en je van passend advies voorzien.
Voor iedere training geldt: bouw het langzaam op. In de eerste weken zal je pup iedere twee uur (ook ’s nachts!) even de kans moeten krijgen om zijn behoefte te doen.
Met zijn 12e week, kun je deze twee uur iedere twee weken met een uur verlengen.
Krant-zindelijkheid
Woon je op een flat en ben je niet in de gelegenheid iedere keer de trappen op en af te gaan? Dan kun je hem krant-zindelijk maken.
Ook zijn er binnentoiletten met korrels verkrijgbaar. Maar graafgrage honden kunnen dit een beetje te leuk gaan vinden.
Je kunt eerst een aantal kranten neerleggen en deze als ‘juiste’ plek gebruiken. Daarna verminder je het aantal, tot je bij een krant bij de deur overblijft.
Loopt je hond dan richting de deur, wanneer hij zijn plas al wat langer kan ophouden? Dan neem je hem mee naar buiten om zijn behoefte te doen.
Deemoedsplasjes
Veel jonge honden laten bij de begroeting van andere honden en mensen wat urine lopen. Dit noemen we ook wel deemoedsplassen en doen honden puur uit enthousiasme. Bestraf het dus niet.
Merk je dat je hond aanstalten maakt voor zo’n plasje, stop dan met aandacht geven een aai hem rustig als hij gekalmeerd is.
Maak je hem nog drukker of zenuwachtiger, dan gaat hij alleen maar meer plassen.
De meeste honden groeien hier op een gegeven moment overheen. Zo niet, neem dan even contact op met een professional of dierenarts voor advies.