Hollandse Smoushond

De populatie van de Hollandse Smoushond is een van de best gereguleerde van alle rashonden. Dit resulteert in een gezonde, kleine populatie. Je zult dit ras dan ook niet buiten Nederland tegenkomen.

Dit gele hondje is het zonnetje in huis, speels en sociaal. Daarom vinden ze het wat moeilijker om alleen thuis te zijn. De vacht heeft weinig onderhoud nodig, maar aan de hele dag thuiszitten heeft de Smous een broertje dood.

Actie!

Lees hier alles over de Hollandse Smoushond.

Achtergrond

De Hollandse Smoushond komt, de naam zegt het al, van origine uit Nederland. Hier werden ze eerst als stalhond gebruikt, maar zijn later bekend geworden door pakhuizen en kades vrij te houden van ongedierte. Toch hult hun afkomst zich in mysterie.

Wie is dit opmerkelijke, gele hondje met zijn ruwe vacht en pientere ogen?

De Smous, zoals hij ook wel liefkozend genoemd wordt, was mogelijk tientallen jaren betrokken bij het onderhoud van de paardenstallen. Paarden eten haver en hooi, waar ook ratten en muizen zich graag te goed aan doen. Of een heerlijk nest in bouwen!

Voor de handel is dit funest, waardoor de stalmeesters kleine, Schnauzerachtige hondjes hadden om het ongedierte te verjagen. De typische gezichtsbeharing van dit hondje leek op de bebaarding die de Amsterdamse Joden veel droegen. Deze mensen werden vaak (onvriendelijk) bijgenaamd als ‘Smous’, waar de benaming van het ras mogelijk vandaan komt.

Aan het einde van de 19e eeuw is het vooral de Amsterdamse hondenhandelaar dhr. Abraas die de honden verkoopt. Hij noemden de hondjes heel chique ‘Heeren stalhond’. Mogelijk kocht hij ze uit Duitsland, als ongewenst fokproduct van de Duitsche Ruwharige Pinscher.

Blond werd hier namelijk als miskleur gezien.

Na hun populaire periode eind 19e eeuw, maakt de Tweede Wereldoorlog bijna een einde aan de Nederlandse populatie. In 1973 startte mw. Barkman echter opnieuw met de fokkerij, waardoor de typische gele stalhond uit haar jeugd gereconstrueerd werd.

Momenteel wordt het ras streng gefokt en hersteld door de Stichting Terugfokprogramma Hollandse Smoushond. In Nederland zien we ze bij een selecte groep liefhebbers, voornamelijk als huishond.

Door het selecte terugfokprogramma mogen Smousen niet buiten Nederland geplaatst worden.

Uiterlijke kenmerken

Volgens de rasstandaard is de Hollandse Smoushond een krachtige, vierkant gebouwde hond. Hij is aanhankelijk en vrolijk, zonder zenuwachtig of druk te zijn.

De kop is breed en kort met een ietwat geronde voorsnuit. De ogen zijn groot en rond met een donkerbruine kleur. De oren zijn hoog aangezet, driehoeksvormig en worden hangend gedragen.

De hals is kort en gespierd, en loopt uit in een brede, rechte rug en brede borst. De achterhond loopt licht af en is krachtig gespierd. De staart is halflang en wordt hoog gedragen, maar krult nooit over de rug heen.

De vacht bestaat uit ruw, slordig dekhaar en een zachte, wollige ondervacht. Als kleur komen allerlei effen tinten geel voor, de voorkeur gaat echter naar strogeel. Hiernaast zijn de wangen, snuit en wenkbrauwen flink bevederd.

Reuen zijn middelgroot, met 37 tot 42 centimeter aan de schoft. Teven zijn iets kleiner, met 35 tot 40 centimeter. Dit ras weegt afhankelijk van geslacht en lichaamsbouw zo rond de 9 à 10 kilo. Ze worden zo’n 12 tot 15 jaar oud.

Karakter

De Hollandse Smoushond is doorgaans het zonnetje in huis. Opgewekt, attent, aanhankelijk en dat alles zonder opdringerig of neurotisch te zijn. In een gezin komt hij prima tot zijn recht, wanneer hij lid van de club mag zijn.

Het ras is sociaal, waardoor hij na een correcte socialisatie goed met andere honden, huisdieren en kinderen kan opschieten. Laat kinderen echter nooit met een hond alleen, een ongeluk zit in een klein hoekje.

Ze zijn gek op spelletjes en ravotten, door hun achtergrond zijn ze ook graag buiten te vinden. De pretoogjes en levendige houding zijn dan ook aanstekelijk, wat je tijdens de wandeling zult merken aan andere honden.

Doe je mee?

Hiernaast zijn ze flexibel en vormen zich gemakkelijk naar hun omgeving. Voorwaarde is wel, dat er genoeg aandacht is voor de hond. Dit geldt zowel mentaal, als fysiek.

Verzorging en gezondheid

De typische, stugge vacht van dit ras heeft weinig onderhoud nodig. Bij voorkeur zelfs, anders gooi je de hele boel in de war. Wacht, wat?

De slordige haarplukken vallen van nature goed en kunnen goed tegen vuil en vocht. Tweemaal per jaar breekt echter de rui aan, waarbij de hond geplukt moet worden. Weet je niet precies hoe dit moet, besteed dit dan uit aan een professionele trimmer.

Zeer speciaal aan dit ras is, dat er geen erfelijke aandoeningen bekend zijn. Het terugfok programma richt zich namelijk zeer streng op karakter en gezondheid.

Opvoeding

Dit ras heeft door zijn achtergrond sterke karaktertrekken. Ze moesten vriendelijk zijn tegen mensen, maar tegelijkertijd fel, snel en zelfstandig. Daarom is het belangrijk, dat ze een correct en uitgebreid socialisatieprogramma krijgen.

Door de gezellige inborst van de Smous, vindt hij het doorgaans wat lastiger om alleen thuis te zijn. Er gebeurt dan niks en de hond gaat zich vervelen. Besteed dus extra aandacht aan het langzaam opbouwen van ‘eigen’ uren in de opvoeding.

In de training bewijst het ras zich intelligent en gevoelig. Een harde hand is dus volstrekt overbodig, dit pittige hondje zou het vaak ook niet op zich laten zitten! Gebruik zijn drang om het baasje te plezieren en gezellig samen te werken dus in je voordeel.

Met gehoorzaamheidscursus kan dit vrolijke borsteltje de slimmerik van zijn klas zijn. Maar zorg ervoor dat je het uitdagend houdt, want er zijn nog veel meer dingen interessant.

Beweging

Door zijn achtergrond als werkhond, is de Hollandse Smoushond een bezig bijtje. Naast het fel verjagen van ongedierte, moest hij de paardenkoetsen begeleiden op hun tripjes. Hierdoor heeft hij behoorlijk wat uithoudingsvermogen in zijn mars.

Dit ras wordt nu puur gehouden als huishond, maar houdt nog steeds niet van veel stil zitten. Ze vinden het erg leuk om samen met de baas te sporten. Denk hierbij aan hardlopen en zwemmen, maar ook aan cursussen zoals doggy dancing, frisbeeën, behendigheid en flyball.

Ook mentaal willen ze niet achterblijven. Dit betekent dat ze door hun speelsheid balletjes apporteren geweldig vinden, maar ook afwisseling en uitdaging nodig hebben. Denk hierbij aan speuren, denkspelletjes en trucjes.