10 tips voor een gelukkige hond

De hond is al eeuwen één van de meest populaire huisdieren van onze samenleving.

Of hij nu de rol van bewaker, knuffelmaatje of familielid op zich neemt: hij maakt zijn baasjes gelukkig.

Wat is dan het allerbelangrijkst voor het baasje zelf?

Precies: dat de hond ook gelukkig is!

Een gelukkige hond is er één om van te houden: hij geeft je onvoorwaardelijke liefde en wordt het zonnetje in huis. Wie wil dat nu niet?

In dit artikel geven we je 10 tips om je maatje een heerlijk leven met jou te geven.

1. Beweging

Een bezige hond is een blije hond, vooral wanneer dit samen met de baas of het gezin kan. De meeste hondenrassen zijn gemaakt om veel te bewegen, of ze nu als veedrijver, jachthond of bewaker gefokt zijn.

Probeer uit te vinden wat je hond het allerleukste vindt: zwemmen, wandelen, spelen, naast de fiets lopen of misschien een dagje naar het strand? Lichamelijk activiteit voorkomt dat je hond overgewicht krijgt, een aandoening die de organen en gewrichten kan aantasten.

2. Geestelijke gezondheid

Aandacht voor mentale ontwikkeling is, naast lichaamsbeweging, onmisbaar voor de gezondheid van je hond. Het geeft hem een doel en voorkomt gedragsproblemen.

Probeer uit te vinden wat je hond het meest motiveert: koekjes, knuffels misschien? Is hij gek van een eenvoudig trek-, apporteer- of vangspel? Of houdt hij meer van behendigheid-, speur- of gehoorzaamheidstraining?

Er zijn enorm veel mogelijkheden: misschien vindt je hond de steunende en kalmerende rol als therapiehond wel zijn roeping. Laat je informeren bij verschillende verenigingen en instanties om uit te vinden wat het beste bij jouw hond past.

3. Aandacht

Je hond is je huisdier: hij is er voor jou. Neem iedere dag de tijd om je hond te laten zien dat jij er ook voor hem bent, en dat je van hem houdt. Dit betekent niet alleen spelen en voeren, maar ook aanraken en communiceren. Ook al verstaan ze onze taal niet, veel dieren vinden het fijn wanneer de baas tegen ze praat en ze rustig aanraakt. Zo voelen ze zich betrokken en geliefd.

Het regelmatig aanraken van je dier kan enorm helpen met latere was- en borstelbeurten. Het is dan ook van groot belang je dier nooit fysiek te straffen: wanneer aanraking negatief beleeft wordt, is goede verzorging veel lastiger. Dit kan tot angst, agressie en nare situaties leiden.

4. Respect

Tegenwoordig hoor je in combinatie met het woord ‘dominantie’ vaak het woord ‘respect’ voorbij komen. Een goede band met je hond ligt niet aan wie er de baas is, maar aan wederzijds respect. De baas maakt de beslissingen, maar ook de hond moet zijn eigen ruimte krijgen.

Zorg er daarom voor dat je hond zijn eigen, rustige plek heeft om zich terug te trekken, waar hij niet (vaak) gestoord wordt. Maak ook aan iedereen duidelijk welke speeltjes van hem zijn en met welke iedereen mag spelen.

Dit is een goede basis om conflicten te voorkomen: wanneer je hond niet het gevoel heeft dat hij steeds om ‘zijn’ plek en spullen moet vechten, zal hij ontspannen in zijn vel zitten.

5. Socialisatie

Een goede socialisatie helpt je hond om op een stressloze manier door het leven te gaan. De meeste honden vinden allerhande sociaal contact geweldig, mits ze hier rustig aan gewend zijn geraakt.

Neem je hond lekker met je mee wanneer je ergens naartoe gaat, of dit nu het park, de markt of een korte visite is.

Leid je hond met rust en aandacht door het introductieproces van nieuwe prikkels. Nieuwe mensen, dieren, voorwerpen en situaties dragen ieder hun steentje bij om een evenwichtige, zelfverzekerde hond te creëren, mits je dier de tijd en rust krijgt om eraan te wennen.

6. Opvoeding

Naast gewenning, is training een essentieel onderdeel van een verantwoordelijke manier van honden houden. Een duidelijke, consequente opvoeding zorgt niet alleen voor een minimaal aantal conflicten, maar het voorkomt ook gevaarlijke situaties.

Houd de training positief en afwisselend, wees rustig en focus op één ding tegelijk. Wanneer de regels duidelijk zijn en commando’s goed nageleefd worden, neemt de kans op gedragsproblemen aanzienlijk af. Iedere hond heeft wel eens zijn dolle 5 minuten, maar daarna moet er weer geluisterd worden.

7. Verzorging en gezondheid

Zorg ervoor dat de vacht altijd vrij van vlooien, vuil en klitten is. Ook de oren en lange plukken haar bij de poten verdienen voldoende aandacht. Wanneer je de verzorging goed bijhoudt, voorkomt dit gezondheidsproblemen in de toekomst.

Laat hem hiernaast op tijd vaccineren en in ieder geval twee keer per jaar nakijken door een dierenarts, als check-up. Heb je moeite met de verzorging? Rijd dan eens langs een trimsalon voor hulp en advies.

8. Dieet

Houd je hond lichamelijk gezond door je te verdiepen in een goede voeding. Een professional of dierenarts kan je adviseren over een passend dieet. Stel jezelf de volgende vraag: wat zijn de dagelijkse activiteiten, leeftijd en het ras van je hond? Hiermee moet je rekening houden wanneer je een dieet samenstelt: wat heeft je hond nodig.

Geef je hond daarom ook geen eten van je eigen bord: honden zijn wat we noemen ‘echte vleeseters’. De meeste van onze (gekruide) etenswaren zijn slecht voor hun verteringsstelsel en veel zetmeel kan leiden tot mond- en tandproblemen.

Zorg er ook altijd voor dat je hond schoon drinkwater tot zijn beschikking heeft. Drinken uit de toiletpot ziet er misschien grappig uit, maar ze lopen net zo snel ziektes op als wij.

9. Chippen en registreren

Of ze nu een haas achterna zijn of per ongeluk de verkeerde hoek om lopen: het kan voorkomen dat je hond de weg is kwijtgeraakt en dat je hem niet meer kunt vinden.

Het is sinds 1 april 2013 verplicht om iedere nieuwgeboren pup te chippen en de gegevens van de eigenaar te laten registreren. Dit is niet alleen de identificatie van je hond! Een medewerker van de dierenambulance of dierenartspraktijk kan de chip aflezen met een speciaal apparaat. Zo lezen ze waar de hond vandaan komt, waarna ze jou op de hoogte kunnen brengen dat je dier gevonden is.

Door je hond te laten chippen en registreren voorkom je onnodige tripjes naar het asiel, zoektochten en gevaarlijke situaties.

10. Oververhitting en blessures

Veel hondenrassen hebben een (onder)vacht die geschikt is voor het frisse buitenleven. In tegenstelling tot mensen, hebben honden geen talloze zweetklieren: ze kunnen hun warmte alleen kwijt door te hijgen en via hun voetzolen.

Wees dus waakzaam wanneer het kwik stijgt: oververhitting ligt bij sommige rassen al boven de 15 Cº op de loer! Ga geen inspannende activiteiten ondernemen, geef je hond fris, schoon water om te drinken en een rustplek met schaduw.

Beweging is van groot belang voor de fysieke gezondheid van je hond. Maar veel rassen zijn gevoelig voor blessures aan de gewrichten of spieren. Bouw daarom de conditie van je hond langzaam op en beperkt activiteiten die het lichaam zwaar belasten tot een minimum (zoals traplopen, ruw spelen of in mul zand lopen).

Een blije hond is een blije eigenaar, veel plezier!