’s Avonds met je trouwe viervoeter op schoot je favoriete serie kijken: een perfecte manier om tot rust te komen.
Maar terwijl hij een ontspannen zucht (in je gezicht) slaakt, denk jij ‘Oef.. Zou jij niet even je tandenpoetsen?’.
Een goede gebitsgezondheid is voor je hond van levensbelang, maar tandenpoetsen zoals wij dat iedere dag zelf doen, kan bij de hond een behoorlijke opgave zijn!
Tandenpoetsen verwijdert vastzittende etensresten en verkleint daarmee de kans op plak- en tandsteenvorming, maar je hond heeft vaak geen zin in dat gefrut in zijn mond.
Hoe zorg je dan voor een goede gebitsverzorging? De basis hiervoor vinden we bij een verantwoordelijke manier van fokken, gebitsonderhoud en een goede voeding.
In dit artikel lees je alles over tandenpoetsen bij honden en overige gebitsverzorging.
Het hondengebit
De hond heeft als carnivoor (vleeseter) een zogenaamd ‘schaargebit’: de tanden ‘scharen’ langs elkaar heen wanneer de hond zijn kaken sluit. De onderhoektanden gaan vóór de bovenhoektanden langs en de kiezen van de boven- en onderkaak wisselen elkaar in plaatsing netjes af.
Echter, de moderne hond komt voor in allerlei soorten en maten wat zijn invloed heeft op de vorm van de schedel en daardoor, het gebit.
Wanneer de schedel te lang of juist te kort is, heeft het gebit te weinig ruimte om zich goed te kunnen ontwikkelen en kunnen er problemen ontstaan: het wisselen van de melktanden kan verkeerd verlopen, de tanden komen in een verkeerde stand of er worden te weinig tanden aangelegd.
Gebitsproblemen bij de hond
Wel 80% van de honden ouder dan 3 jaar heeft last van gebitsproblemen. Schadelijke bacteriën kunnen niet alleen leiden tot tandverlies, maar ook tot ontstekingen in belangrijke organen zoals het hart, de nieren en de lever.
Het is daarom van groot belang dat je hond al vanaf pup gewend raakt aan de verschillende aspecten van gebitsverzorging: de bek openen, tandenpoetsen en een gebitscontrole bij de dierenarts.
Voorkomen is beter dan genezen, dit laatste moet namelijk vaak onder narcose gebeuren en niet elke schade kan herstelt worden. De vorming van tandplak is een veel voorkomend gebitsprobleem.
Tandplak is een zachte laag die uit een verzameling van bacteriën, etensresten en calcium en fosfor afkomstig van het speeksel bestaat. Dit gaat na enkele dagen verharden en vormt tandsteen.
De bacteriën nestelen zich lekker tussen de tand en het tandvlees in, wat tot een ontsteking kan leiden. Hier moet je op tijd bij zijn, anders kan de ontsteking zich zo diep ontwikkelen dat er weefsel- en botschade optreedt en er tanden gaan uitvallen.
Hoe poets ik de tanden van mijn hond?
Het gebit van je hond moet dus goed in de gaten gehouden worden. Tandenpoetsen en het gebit controleren zijn de belangrijkste elementen hiervan, maar niet iedere hond vindt het zomaar goed dat je in zijn mond bezig bent.
Het rustig introduceren van kleine controles kunnen ongemakken en zelfs ongelukken voorkomen: aai de hond tijdens het knuffelen eens over de neus, over de lippen en til eens zacht zijn lip op.
Leg er geen nadruk op, je hond moet het beleven als een nonchalante en toevallige actie. Zodra je hond hierbij ontspannen blijft, kun je de tijd dat je de lip optilt steeds wat verlengen.
Hierbij kun je al twee dingen controleren: de tanden en het tandvlees. Wanneer de tanden verkleurd zijn (met bruine of gele plekken) en er rode randen aan het tandvlees zitten, kan tandplak of tandsteen gevormd zijn wat tot een ontsteking geleid heeft.
Is dit het geval, breng dan een bezoekje aan de dierenarts om het gebit te laten reinigen en controleren.
Het openen van de kaak kun je op eenzelfde manier introduceren als het optillen van de lip: houd het kort en beloon bij ontspanning, probeer het moment van tegenstribbelen voor te zijn.
Houd de onderkaak tussen duim en wijsvinger, en vraag met zachte druk. Het optillen van de voorlip, bij de snijtanden voorin de kaak, kan gevoelig zijn en heeft dus extra introductietijd nodig.
Gaat het openen van de bek goed, dan kun je wat poetsbewegingen gaan maken. Doe daarna wat hondentandpasta op je vinger of op de hondentandenborstel (verkrijgbaar bij elke dierspeciaalzaak) en ‘poets’ zachtjes aan de buitenkant van de tanden.
Laat ze hier rustig aan wennen: is een tandenborstel teveel gevraagd, dan kun je ook poetsgaasjes voor rond je vinger aanschaffen. Wees hierbij wel ervan verzekerd dat je hond niet bijt!
Hiernaast is het belangrijk dat je nooit mensentandpasta gebruikt: hier zit fluoride in, wat niet goed is voor je hond. Het schuimen van de pasta vinden ze vaak ook maar niks, zodat er onnodig tegenstribbelen of zelfs agressie of angst ontstaat.
Bij het aanleren van gebitsverzorging geldt: rust en regelmaat.
Tandproblemen bij honden: symptomen
Gebitsproblemen zijn echter niet alleen te achterhalen door eens grondig in de bek van je hond te turen. De volgende verschijnselen kunnen op een gebitsprobleem wijzen:
- Slechte adem
- Knarsen of klapperen met de tanden
- Met de kop over de grond, tegen de muur of over het meubilair schuren
- Herhaaldelijk schudden met de kop
- Dikke of vieze ogen
- Geregeld voer, speeltjes of andere attributen uit te bek laten vallen
- Overmatig drinken
- Zwelling aan de bek of in het gezicht
- Plotseling of toenemend kwijlen
- Vloeiing uit de neus
Tandheelkundig dierenarts
Is bij de dierenarts niet meteen duidelijk wat de oorzaak van het gebitsprobleem is of is het te ingewikkeld om te behandelen? Dan kun je een doorverwijzing naar een tandheelkundig dierenarts krijgen.
Zij voeren een tandheelkundig onderzoek uit, waarbij gelet wordt op de conditie van de lippen, tong en slijmvliezen, de aanwezigheid en gezondheid van individuele tanden en de aanwezigheid van tandsteen en plak.
Met een zogenaamde pocketsonde wordt gekeken hoe stevig de tand nog in de tandkas zit, en soms worden er zelfs röntgenfoto’s gemaakt.
Speciale voeding voor gebitsverzorging van je hond
Een goede voeding is één van de belangrijkste invloeden op de gebitsgezondheid van je hond. Het kauwen is namelijk waar het ‘m in zit: kauwt je hond veel, dan blijven er minder resten achter die voor irritatie kunnen zorgen.
Kauwstrips, -sticks, -speeltjes en stevig voer zijn uitermate geschikt om het gebit schoon te houden. Voor brokken geldt: hoe harder de brok, hoe minder resten er rond de tand achterblijven.
Tegenwoordig zijn er ook brokken op de markt die voor het verwijderen van tandplak en –steen zorgen: de brok verkruimelt niet en vormt zich om de tand voordat hij breekt, zodat de tand als het ware schoon geschraapt wordt. Ook zijn er anti tandsteenmiddeltjes die je door het eten of drinkwater kunt doen.
Heb je twijfels over hoe je het gebit van je hond zo gezond mogelijk houdt? Laat je dan informeren door een dierenarts of specialist: zij kunnen je wegwijs maken in welke producten het beste aansluiten bij het gebit van jouw hond.