Epilepsie bij honden

Laatste update: 20 mei 2022

Epilepsie bij honden wordt steeds vaker gezien. Regelmatig zijn specifieke rashonden hierbij de pineut.

Een toeval kan een eng gezicht zijn, maar is niet altijd en spoedgeval.

Heeft je hond een aanval langer dan 4 minuten of keert deze snel en herhaaldelijk terug?

Dan moet je hond onderzocht worden door een dierenarts.

Maar wat is epilepsie eigenlijk?

En wat moet je doen bij een aanval?

Op al je vragen over epilepsie, vind je hier het antwoord!

Wat is epilepsie bij honden?

Epilepsie bij honden kan voor de eigenaar een grote bron van zorg zijn. Deze aandoening is neurologisch van aard en wordt ook wel ‘vallende ziekte’ genoemd. Deze term is ontstaan, doordat bij klassieke aanvallen een dier het bewustzijn verliest (gepaard met krampen), waardoor hij omvalt.

Bij epilepsie worden de signalen in de hersenen niet correct verwerkt. De zenuwcellen krijgen ontzettend veel informatie binnen en geven zelf ook weer veer signalen af. Dit gebeurt door impulsen, oftewel kleine elektrische schokjes.

Duurt een aanval langer dan 4 minuten of stapelen korte aanvallen zich op? Vertrek dan met spoed naar een dierenarts.

Bij epilepsie gaat dit proces niet goed, waarbij signalen niet voldoende geleid worden. Hierdoor wordt de af- en toevoer van prikkels verstoord en worden groepen hersencellen overprikkeld. Hierdoor ontstaat een soort kortsluiting met een elektrische ontlading.

Dit kan in een toeval uitmonden.

Tijdens zo’n toeval is de hond zich niet bewust van zijn gedrag. Blijf dus uit de buurt en raak het dier niet aan.

We maken onderscheid tussen twee verschillende soorten, namelijk primaire en secundaire epilepsie.

Primaire epilepsie bij honden

Dit wordt ook wel de ‘echte’ epilepsie genoemd. Het bestaat vaak uit de klassieke (gegeneraliseerde) toevallen met spierkrampen en bewustzijnsverlies. Bij onderzoek van het lichaam wordt geen directe oorzaak gevonden.

Erfelijkheid speelt bij deze vorm een rol, echter alle honden kunnen deze aandoening krijgen. Bij specifieke rassen is  de kans hierop verhoogd, zoals bij de Berner Sennenhond, Border Collie, Bouvier, Boxer, Duitse Herder, Golden Retriever, Keeshond, Labrador Retriever, Springer Spaniël en Tervuerense Herder.

Belangrijk om te weten, is dat bij deze vorm van epilepsie de hond tussen de aanvallen door een goede gezondheid en conditie heeft. Eigenlijk gedragen ze zich als een geheel gezond dier.

Een dier met primaire epilepsie oogt naast de toevallen gezond. De aanvallen hebben geen direct verband met inspanning of angst.

De aanvallen hebben dan ook geen direct verband met enthousiasme, activiteit of angst. Ze treden eerder op in vertrouwde omgeving, zoals thuis en wanneer de hond rust (’s avonds, ’s nachts of ’s ochtends).

Bij primaire epilepsie treedt de eerste aanval zo tussen de zesde levensmaand en het vijfde levensjaar op. Deze aanval kan eenmalig zijn, maar ook na een aantal maanden (herhaaldelijk) terugkeren. Bij herhaling zal de tijd tussen de aanvallen mogelijk verkorten, tot het min of meer constant blijft bij ééns in de 2 tot 6 weken.

Secundaire (en reactieve) epilepsie bij honden

Deze tweede vorm van epilepsie kan zowel aangeboren als verkregen zijn (door een specifieke oorzaak). In het eerste geval zal de hond binnen de eerste zes levensmaanden een aanval krijgen. Bij een specifieke oorzaak wordt dit vaak pas op latere leeftijd (na het vijfde levensjaar) geprikkeld.

Men spreekt van secundaire epilepsie wanneer de aanleiding tot de toevallen binnen de hersenen ligt. Wordt de aanleiding buiten de hersenen gevonden, dan heet dit reactieve epilepsie.

Vaak is hierbij een verband tussen activiteit, opwinding, voeding en het opkomen van de epileptische aanvallen. Hiernaast laat de algehele gezondheid en conditie van de hond te wensen over.

Epilepsie hond oorzaak

Epilepsie bij honden is een interessant, maar lastig onderwerp. Bij primaire epilepsie heeft men helaas nog geen directe oorzaak gevonden.

Bij secundaire epilepsie maken we een onderscheid tussen oorzaken binnen (secundair) en buiten (reactief) de hersenen.

Secundaire epilepsie oorzaken

  • Bloeding in de hersenen
  • Hersenontsteking (Encefalitis)
  • Hersentumor
  • Hersenvliesontsteking (Meningitis)
  • Trauma en/of littekenvorming, bijvoorbeeld door aanrijding of ongeluk
  • Waterhoofd (aangeboren, Hydrocefalus)
  • Zuurstof tekort

Reactieve epilepsie oorzaken

  • Ammoniakgehalte (o.a.) in het bloed verhoogd door leverfalen (Hepatische encefalopathie)
  • Beroerte (bijvoorbeeld door oververhitting)
  • Bloedsuikergehalte te laag (Hypoglycemie)
  • Calciumgehalte in het bloed te laag (Hypocalciëmie)
  • Ureumgehalte in het bloed te hoog (Niervergifitiging, Uremie)
  • Vergiftiging door toxische stof
  • Verstoorde zoutbalans

Epilepsie hond symptomen

Epilepsie bij honden uit zich dus in neurologische aanvallen. Deze zijn aan de buitenkant te herkennen, maar zijn niet allemaal hetzelfde.

We maken onderscheid tussen de gegeneraliseerde toeval (Grand mal), focale (partiële) toeval en de atypische focale toeval.

Gegeneraliseerde toeval (Grand mal)

Het bekendste is de gegeneraliseerde toeval, ook wel “Grand mal” genoemd.  Deze start doorgaans met een inleidende fase. Hierbij voelt de hond dat er iets gaat gebeuren en gedraagt zich enkele uren of dagen vreemd.

Onrustig of juist sloom, aanhankelijk of juist afstandelijk. Vaak heeft het dier een wat vreemde, verwarde blik in de ogen.

Vervolgens vindt de aanval plaats, met de volgende symptomen:

  • Verlies van bewustzijn
  • Verstijving, gevolgd door krampen over het hele lichaam
  • Aanmaak en verlies van extra speeksel, soms in de vorm van schuim
  • Pilo erectie (soms, omhoog staan van de haren)
  • Klapperen met de bek (soms)
  • Vocalisatie (janken, piepen)
  • Eventueel verlies van ontlasting en urine

Na 1 à 2 minuten komt de hond terug bij bewustzijn en start de laatste fase.

In deze fase na de aanval lijkt de hond weer terug te keren naar het hier en nu. Hij kan echter angstig, gedesoriënteerd en vermoeid zijn. Ook kan het zicht en gehoor tijdelijk verminderd zijn, net als de flexibiliteit en coördinatie van het lichaam.

Vaak heeft de hond na een aanval honger en dorst. Nadat de hond is bijgekomen van de eerste verwarring, kan men kleine porties voeren (om verslikken te voorkomen).

Geef de hond hierna rust en regelmaat, hij kan de eerste uren of dagen wat overgevoelig en schrikachtig zijn.

Focale (partiële) toeval

De hond kan echter ook een gedeeltelijke (partiële) aanval krijgen, ook wel ‘focale toeval’ genoemd. We zien hierbij de volgende symptomen:

  • Geen verlies van bewustzijn
  • Regelmatig geen inleidende fase
  • Krampen of trillingen in deel van het lichaam (bijvoorbeeld oog, poot, lip)

Dit type aanval kan overgaan in een gegeneraliseerde aanval.

Atypische focale toeval

Deze aanval is lastig te herkennen. Het dier vertoont herhaaldelijk, atypisch gedrag, zoals de staart najagen of naar onzichtbare vliegen happen.

Dit type toeval kan verward worden met gedragsproblematiek.

Hond met epileptische aanval

Wat moet je doen wanneer je hond een epileptische aanval krijgt? Voor veiligheid en controle rond de aanval, geeft het Gelukkige Honden- team jullie de volgende aandachtspunten: veiligheid, verloop en filmen.

1. Veiligheid

Blijf rustig, een epileptische aanval kun je zelf niet stoppen. Allereerst moet je ervoor zorgen dat je hond zich tijdens de aanval niet kan bezeren. Raak hem tijdens de aanval niet aan, maar zet alles aan de kant waar hij zich aan kan bezeren. Denk hierbij aan tafels, stoelen, vazen, enzovoort.

Tijdens epileptische aanvallen bij mensen moet men voorkomen dat er op de tong gebeten wordt, of dat deze de luchtweg blokkeert. Dit is bij honden niet het geval. Laat het dier zoveel mogelijk met rust en blijf uit de buurt van de bek.

2. Verloop

Al is een aanval soms naar om te zien, loop niet weg wanneer je hond veilig ligt. Een gegeneraliseerde toeval kan tot zuurstoftekort, oververhitting of een te hoge bloeddruk leiden. Je hond moet dus in de gaten gehouden worden.

Een ‘normale’ aanval duurt namelijk zo’n 1 à 2 minuten. Maar het kan zijn, dat de hond niet zelf uit de aanval kan komen. Dit heet een status epilepticus wat te allen tijde een spoedgeval is.

Zorg tijdens een epileptische aanval voor een veilige omgeving, film de toeval voor de dierenarts en vertrek met spoed naar een dierenarts wanneer de aanval zich herhaalt of na 4 minuten voortduurt.

Al na 20 minuten kan het dier blijvende hersenschade oplopen.

Ook kan er een serie van aanvallen achter elkaar plaatsvinden, dit noemt men een cluster. Dit is wederom een spoedgeval en kan uitmonden in een status epilepticus.

3. Filmen

Ligt je hond eenmaal veilig? Dan kun je het beste een filmpje maken van de aanval. Het klinkt misschien wat gek, je gaat tijdens een epileptische aanval toch niet met je telefoon staan filmen? Maar deze opname geeft de dierenarts later belangrijke informatie, voor de diagnose en eventuele behandeling.

Duurt de aanval langer dan 4 minuten? Vertrek dan gelijk met je hond naar de dierenarts, er bestaat kans op een cluster of status epilepticus. Dit is altijd een spoedgeval!

Door het filmpje kan de dierenarts ook zien in welke situatie de aanval plaatsgevonden heeft. Er zijn namelijk situaties waarbij de toeval epileptisch van aard lijkt, maar niet is. Neem als voorbeeld een flauwte door zuurstoftekort, een extreme pijn aanval of een gedragsprobleem.

Epilepsie hond behandeling

Wanneer men epilepsie bij honden gediagnosticeerd heeft, is er niet altijd een behandeling nodig. Soms blijft het bij één aanval en wordt na onderzoek geconcludeerd dat er geen onderliggende, ernstige factoren zijn die de aanval geprikkeld hebben.

Zijn hier echter wel aanwijzingen voor gevonden? Of heeft de hond herhaaldelijk aanvallen? Dan wordt er diepgaand onderzoek verricht. Naast bloedonderzoek, worden vaak ook scans van het lichaam en de hersenen gemaakt. Ook het ruggenmerg- en hersenvocht kan onderzocht worden.

Allereerst is het belangrijk dat eventuele onderliggende oorzaken behandeld worden. Bij vormen waarbij de oorzaak niet te vinden is, kan de hond medicijnen voorgeschreven krijgen.

Epilepsie hond medicatie

Heeft de hond al langer epilepsie, dan heb je misschien een middeltje van de dierenarts meegekregen voor langdurige aanvallen. Deze medicatie is een spier ontspanner, en wordt tijdens een langdurige aanval via de anus ingebracht om de aanval te stoppen.

Heb je deze medicatie niet, bezoek dan tijdens een aanhoudende toeval met spoed een dierenarts. Deze zal de medicatie direct in de bloedbaan aanbrengen. Hierbij kan via een infuus verschillende medicatie gebruikt worden om de aanval tot halt te roepen.

Heeft de hond geen onderliggende oorzaak (meer) voor de epileptische aanvallen? Dan kan hij levenslang onderdrukkende medicatie krijgen. Deze voorkomen de aanvallen niet geheel, maar de frequentie en hevigheid kan sterk afnemen.

Deze medicatie heeft enkele weken (ca. 3-4) nodig om volledig effect te gaan hebben. Geeft daarom de behandeling wat tijd. Hiernaast dient u samen met de dierenarts regelmatig te controleren of de medicatie nog volledig werkzaam is in het lichaam. De juiste dosering kan door veel verschillende factoren beïnvloed worden.

Met de juiste behandeling is de prognose vaak positief, dit is echter wel afhankelijk van een eventuele oorzaak. Ook dient men nauw contact te houden met de dierenarts over medicijngebruik van de hond.

Houd hiernaast een dagboek bij, waarin je de frequentie, duur en symptomen van de aanvallen noteert. Zo creëer je een totaalbeeld wat benodigd medicijngebruik kan ondersteunen.