Affenpinscher

De Affenpinscher hangt al heel wat eeuwen de komiek uit, zij het als gezinsgrappenmaker of horrorclown.

Want wee je gebeente, als dit onverschrokken waakhondje een indringer in de smiezen krijgt!

Als gezelschapshondje doen ze het echter ook goed, door hun aanhankelijkheid en liefde voor aandacht en spel.

Toch moet het baasje stevig in de schoenen staan, wil hij dit leergierige, maar koppige eigenheimertje opvoeden.

Houd je vast, hier komt de Affenpinscher!

Achtergrond van de Affenpinscher

De Affenpinscher is een Duits hondenras, dat reeds in het jaar 1434 op een beroemd schilderij van Vlaamse schilder Jan van Eyck verscheen. Van Eyck portretteerde de koopman Giovanni Arnolfini en zijn vrouw, waar op voethoogte hun kleine Affenpinscher de wacht hield.

Echter, in die tijd behoorde de Affenpinscher officieel nog tot de Dwergpinschers. Pas sinds 1896 worden zij apart erkend in het Duitse Stamboek. Toch mocht dit de pret niet drukken, deze onverschrokken eigenheimer zorgde er wel voor dat hij niet vergeten werd.

Vroeger werd dit hondje namelijk omschreven als een klein duiveltje, tegen ieder die hij niet kende. Van oudsher is dit kleintje dan ook een waak- en gezelschapshond. Hiernaast werden ze ook ingezet voor de muizen- en rattenjacht.

Tegenwoordig is de Affenpinscher uitgegroeid tot een echte gezinshond. Ze zijn socialer, aanhankelijker en gezelliger dan vroeger en kunnen dan ook goed overweg met al hun huisgenoten.

Hun naam stamt van het Duitse woord “Affe”, wat aap betekent. Dit beschrijft het typische hoofdje van dit ras, met een gezichtje dat sterke gelijkenis met aapjes vertoont.

Lees ook: Bullmastiff

Uiterlijke kenmerken

Volgens de rasstandaard is de Affenpinscher een klein, compact hondje met een aapachtig gezichtje. Toch is dit een niet mis te verstaan type, hij wordt geroemd om zijn onverschrokken- en waakzaamheid. Toch is hij door de eeuwen heen uitgegroeid tot een fijne gezelschapshond, hartstochtelijk en aanhankelijk.

De kop is vrij rond met een duidelijk voorhoofd, een korte snuit en ronde, donkere ogen. De driehoek-vormige oren worden hoog gedragen, echter het bovenste puntje hangt naar binnen.

De hals is kort en recht, evenals de rug en de borst is matig breed. De achterhand loopt iets af en is kort, zodat de hond compact oogt. De staart wordt iets lager dan het verlengde van de rug gedragen, met een licht oplopende welving.

De ruwe vacht is hard en dicht, zowel het dekhaar als de onderwol moet zuiver zwart gekleurd zijn. De specifieke borstelige wenkbrauwen, baard, bakkebaarden en kringvormige omranding van de ogen dragen bij aan de aapachtige gelijkenis in het gezicht.

Zowel reuen als teven zijn tussen de 25 tot 30 centimer hoog aan de schoft en wegen tussen de 4 tot 6 kilo. Affenpinschers worden zo’n 12 tot 14 jaar oud.

Karaktereigenschappen van de Affenpinscher

De Affenpinscher kent twee uitgesproken kanten van zijn karakter. Want karakter, daarvan heeft deze kleine waker genoeg!

Dit ras is zeer gereserveerd tegenover vreemden. Ze zijn waaks bij benadering en kijken bij visite eerst de kat uit de boom. Ze zijn hartstochtelijk, wat zich kan uiten in driftig en vurig gedrag.

Echter, hoor je er eenmaal bij dan is dit hondje een van de gezelligste viervoetertjes. Hij stelt zich vriendelijk op naar kinderen, andere huisdieren en bekenden, mits hij hier voldoende mee is geïntroduceerd. Echter, door zijn drang om mee te gelden, kan de Affenpinscher wat bezitterig uit de hoek komen.

Ze vinden het heerlijk om aandacht te krijgen en zijn zeer baasgericht. Dit betekent dat ze goed de aandacht naar zich toe kunnen trekken, vaak door de lachers op hun hand te krijgen.

Hierdoor leren ze ook vrij snel. Hun aanhankelijke aard zorgt ervoor dat ze graag met de baas bezig zijn. Toch kan dit kleintje ook koppig uit de hoek komen, wanneer consequentheid, variatie of vertrouwen ontbreekt.

Verzorging en gezondheid

De ruwe vacht dient wekelijks geborsteld te worden. Hiernaast moet een paar keer in het jaar de losse, verkleurde vacht geplukt worden. Ook de haren rondom de ogen hebben speciale aandacht nodig, deze kunnen namelijk naar binnen groeien en voor irritatie zorgen.

De Affenpinscher heeft een verhoogde kans op Patella luxatie, ook wel losse knieschijven genoemd. Hierbij schiet de knieschijf uit de holte, waardoor de hond mank gaat lopen en pijn heeft. Soms moet de knieschijf door de dierenarts teruggezet worden op de juiste plek.

Ook hebben ze verhoogde kans op de ziekte van Legg-Calvé-Perthes, een aandoening in de bloedtoevoer naar de nek en heupkop. Hierdoor degenereert de kop van het dijbeen in korte tijd en sterft af. Het gewricht raakt ontstoken en de gemaakte schade is onomkeerbaar.

Hiernaast komen ook gebits-, hart en nierproblemen voor.

Opvoeding

Ondanks zijn leergierige aard, is de opvoeding van dit clowntje een hele kluif. De gehele training moet in het teken staan van duidelijkheid, consequentheid en positiviteit. Deze hond is namelijk voor niemand bang, daardoor kan hij koppig en fel uit de hoek komen.

Hiernaast is socialisatie een belangrijk thema. Omdat de Affenpinscher snel tot agressie overgaat bij bedreiging, dient hij intensief kennis te maken met vreemde dieren, mensen en omgevingsfactoren. Dit (over)moedige boefje moet namelijk wat voor zichzelf beschermd worden.

Als baasje dien je dus stevig in je schoenen te staan, anders bepaalt de Affenpinscher zelf zijn plan wel. Dit is niet altijd met driftigheid, ze hebben namelijk een groot gevoel voor humor. Heb je een positieve band met je hond, dan kan hij echt het clowntje van de cursus zijn.

Affenpinscher en beweging

Van nature is dit een energiek en behendig hondje. Ze floreren wanneer ze bezig gehouden worden, vooral tijdens spel komt dit slimmerdje tot zijn recht.

Echter, door zijn pienterheid verveelt dit hondje zich snel. Verwacht dus geen ellenlange sessies ballen ophalen, juist de uitdaging van het leren en ontdekken houdt dit hondje gezond.

Door zijn grootte is dit geen type dat kilometers per dag moet wandelen. Maar laat je niet voor de gek houden: een gezonde Affenpinscher, is een bezige Affenpinscher. En het liefst iets nieuws, samen met de baas!